ECLI:NL:RBMNE:2013:2685
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens herhaaldelijk indienen van klachten zonder voorafgaand overleg met leidinggevende
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 5 juni 2013 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de besloten vennootschap Albert Heijn en de werknemer, hierna aangeduid als [verweerder]. De werknemer was sinds 29 mei 1999 in dienst bij Albert Heijn en vervulde de functie van kassier. Albert Heijn verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op basis van verandering van omstandigheden, waarbij zij aanvoerde dat de werknemer herhaaldelijk ontoelaatbaar gedrag vertoonde door frequent klachten in te dienen tegen leidinggevenden, collega's, klanten en de bedrijfsarts, zonder deze eerst met zijn leidinggevende te bespreken.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werknemer in de periode vanaf 2009 een groot aantal klachten heeft ingediend, maar dat deze klachten van relatief beperkt gewicht zijn. De kantonrechter oordeelde dat de werknemer situaties vaak persoonlijk opnam en gedrag als vijandig interpreteerde. Bovendien werd niet aannemelijk gemaakt dat Albert Heijn haar zorgplicht jegens de werknemer had geschonden. De kantonrechter concludeerde dat de werknemer de arbeidsrelatie ernstig onder druk had gezet door zijn klachten direct aan hogere leidinggevenden te richten, zonder eerst met zijn teamleider te overleggen, ondanks herhaalde verzoeken daartoe.
Een belangrijk punt in de zaak was ook dat de werknemer een gesprek tussen zijn leidinggevenden heimelijk had opgenomen, wat een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer betekende. De kantonrechter oordeelde dat deze actie de reeds verstoorde arbeidsrelatie verder had aangetast. Gezien de omstandigheden en de inspanningen van Albert Heijn om de situatie te verbeteren, oordeelde de kantonrechter dat mediation niet meer aan de orde was en dat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst gerechtvaardigd was. De kantonrechter besloot de arbeidsovereenkomst per 15 juni 2013 te ontbinden en de proceskosten te compenseren, waarbij elke partij zijn eigen kosten draagt.