Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het verzoekschrift, binnengekomen op 23 november 2012
- het verweerschrift
- de pleitnota van partijen
- de mondelinge behandeling op 2 januari 2013, waarvan aantekening is gehouden.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 23 januari 2013 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een arbeidsdeskundige bij het UWV. De verzoekende partij, het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV), heeft ontbinding verzocht op grond van een dringende reden, nadat een cliënte melding had gemaakt van seksueel overschrijdend gedrag door de werknemer, [verweerder]. De feiten wezen uit dat [verweerder] tijdens huisbezoeken en kantoorbezoeken seksuele handelingen had verricht, wat hij ook heeft erkend. De kantonrechter oordeelde dat dergelijk gedrag onacceptabel is voor iemand in de functie van arbeidsdeskundige, die een hoge mate van integriteit moet waarborgen. De kantonrechter benadrukte dat de seksuele handelingen, ongeacht de omstandigheden waaronder ze plaatsvonden, niet te rechtvaardigen zijn en dat de werknemer zich had moeten realiseren dat zijn gedrag onprofessioneel en schadelijk was voor de cliënte, die al psychisch getraumatiseerd was.
De kantonrechter concludeerde dat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst gerechtvaardigd was op basis van de dringende reden, en dat de werknemer geen recht had op een vergoeding. De beslissing om de arbeidsovereenkomst te ontbinden werd genomen met ingang van 24 januari 2013, en de proceskosten werden gecompenseerd, waarbij elke partij zijn eigen kosten droeg. Deze uitspraak onderstreept de noodzaak voor professionals in de zorg om zich te houden aan ethische normen en de gevolgen van het schenden van deze normen.