In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 22 mei 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] en Gorcums Reisburo B.V. [Eiseres], die sinds 1989 in dienst was bij de rechtsvoorganger van Gorcums Reisburo, vorderde dat de opzegging van haar arbeidsovereenkomst kennelijk onredelijk was. Gorcums Reisburo had haar ontslagen na de sluiting van de vestiging in Vianen, waar zij de enige werknemer met een contract voor onbepaalde tijd was. De kantonrechter oordeelde dat de sluiting van de vestiging niet enkel gerechtvaardigd was op basis van financiële noodzaak, maar dat Gorcums Reisburo ook had moeten zorgen voor een adequate begeleiding van [eiseres] naar een nieuwe baan of een financiële vergoeding. De kantonrechter concludeerde dat de opzegging kennelijk onredelijk was, omdat de gevolgen voor [eiseres] te ernstig waren in vergelijking met het belang van Gorcums Reisburo bij de opzegging. De schadevergoeding werd vastgesteld op € 6.664,57 bruto, met wettelijke rente vanaf 19 oktober 2012. Daarnaast werd Gorcums Reisburo veroordeeld in de proceskosten van [eiseres].