In het proces-verbaal van de politie van het verhoor van [eiser] van 3 juli 2012 staat onder meer het volgende vermeld:
‘
V: Hoe wist u dat de tas van mevrouw [B] op de stoel bij het bureau stond?
A: Zij zei dat tegen mij toen ze het vroeg.
V: Waar was ze toen?
A: In de badkamer en ik was bij haar.
[…]
V: Waar zat de zakdoek in de tas?
A: Gewoon in de tas.
[…]
V: Wat heeft u met de zakdoek gedaan toen u deze had gepakt?
A: In die tussentijd trilde mijn telefoon, die zat in mijn rechter broekzak. Ik kon de telefoon uitdrukken zonder ‘m uit mijn broekzak te halen. Ik liep van de stoel naar de badkamer. In de badkamer gaf ik de zakdoek aan mevrouw en ze snoot haar neus. […]
V: Heeft mevrouw gevraagd of u de portemonnee uit haar tas wilde pakken?
A: Nee, ze vroeg me om haar zakdoek te pakken.
[…]
Wat stopt u dan terug in de tas van mevrouw?
A: Dat weet ik niet.
[…]
V: Wat heeft u teruggestopt in de tas?
A: Misschien heb ik de portemonnee samen gepakt met de zakdoek en de portemonnee teruggestopt.
[…]
O: Tijdens het voorlezen van bovenstaande verklaring begint verdachte te huilen en zegt zei: OK ik heb het gepakt, maar ik heb geen geld gepakt.’
V: Waarom heeft u de portemonnee dan gepakt?
A: Ik weet het niet, ik steel nooit van mensen, ik heb geen geld eruit gepakt.
[…]
A: […] Mevrouw vroeg of ik een zakdoek wilde pakken, ik pakte toen de portemonnee uit haar tas en ik keek wat er inzat, dat deed ik naast het bed. Toen heb ik de portemonnee zonder er iets uit te halen teruggestopt in de tas.’
Diezelfde dag is [eiser] door de politie in vrijheid gesteld.