ECLI:NL:RBMNE:2013:2676

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
13 februari 2013
Publicatiedatum
9 juli 2013
Zaaknummer
829224 UC EXPL 12-13209
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet van een thuiszorgmedewerker na beschuldiging van diefstal

In deze zaak gaat het om de ontslag op staande voet van een thuiszorgmedewerker, [eiser], door de Stichting Warande. [Eiser] was sinds 1 juli 2008 in dienst als verzorgingsassistente en werd op 2 juli 2012 beschuldigd van diefstal van € 10,00 van een bewoonster, [B]. Na haar arrestatie door de politie en een verhoor, waarin zij inconsistent verklaarde over haar handelen, werd [eiser] op 6 juli 2012 op staande voet ontslagen. De ontslagbrief vermeldde dat er al langere tijd meldingen waren van verdwenen geld en sieraden bij bewoners, wat leidde tot cameratoezicht. De beelden toonden aan dat [eiser] de portemonnee van de bewoonster uit haar tas had gehaald en daarin had gekeken, wat als laakbaar werd beschouwd.

Na het ontslag heeft [eiser] de vernietigbaarheid van het ontslag ingeroepen en zich beschikbaar gesteld voor werk. De kantonrechter oordeelde dat Warande terecht op staande voet had ontslagen, ondanks de ontkenning van [eiser]. De inconsistenties in haar verklaringen en de camerabeelden gaven aanleiding tot de conclusie dat er een dringende reden voor ontslag was. De vordering van [eiser] om weder te worden aangesteld en haar loon door te betalen werd afgewezen, terwijl de vordering van Warande tot schadevergoeding wegens het geven van een dringende reden voor ontslag werd toegewezen. [Eiser] werd veroordeeld in de proceskosten van zowel de conventie als de reconventie.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Civiel recht
kantonrechter
zitting houdend te Utrecht
zaaknummer: 829224 UC EXPL 12-13209 k
Vonnis van 13 februari 2013
inzake
[eiser],
wonende te [woonplaats],
verder ook te noemen [eiser],
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
gemachtigde: mr. M.J.A. Bakker,
tegen:
de stichting
Stichting Warande,
gevestigd te Zeist,
verder ook te noemen Warande,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
gemachtigde: mr. M. Stevens.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 24 oktober 2012, waarbij een comparitie van partijen is gelast
  • producties van de zijde van Warande
  • de comparitie van 25 januari 2013 waarvan aantekening is gehouden.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Warande biedt woon-, service- en zorgarrangementen.
2.2.
Na aanvankelijk als oproepkracht werkzaam te zijn geweest, is [eiser] op 1 juli 2008 bij Warande in dienst getreden. Zij vervulde de functie van verzorgingsassistente.
2.3.
Op 2 juli 2012 is [eiser] door Warande (terug) geroepen in verband met een beschuldiging van diefstal van € 10,00 van een bewoonster van Warande, genaamd [B]. In verband met de verdenking van diefstal is [eiser] die dag door de politie gearresteerd en heeft de betreffende bewoonster aangifte gedaan.
2.4.
In het proces-verbaal van de politie van het verhoor van [eiser] van 2 juli 2012 staat onder meer het volgende vermeld:

A: […] Mevrouw [B] vroeg mij vanmorgen een zakdoekje voor haar te pakken op de stoel.
[…]
V: Waar bevond mevr. [B] zich op dat moment?
A: Zij zat op de stoel in de badkamer.
V: Waar heb je dan precies het zakdoekje vandaan gepakt?
A: Uit haar tas, dat zei ik toch net.
[…]
A: Ik heb een zakdoek uit de tas gepakt. Ik heb er niets ingestopt.
[…]
V: Wat had u in uw rechter hand?
A: Mijn telefoon.
V: wat stopt u weg in uw rechter broekzak?
A: Mijn telefoon.
2.5.
In het proces-verbaal van de politie van het verhoor van [eiser] van 3 juli 2012 staat onder meer het volgende vermeld:

V: Hoe wist u dat de tas van mevrouw [B] op de stoel bij het bureau stond?
A: Zij zei dat tegen mij toen ze het vroeg.
V: Waar was ze toen?
A: In de badkamer en ik was bij haar.
[…]
V: Waar zat de zakdoek in de tas?
A: Gewoon in de tas.
[…]
V: Wat heeft u met de zakdoek gedaan toen u deze had gepakt?
A: In die tussentijd trilde mijn telefoon, die zat in mijn rechter broekzak. Ik kon de telefoon uitdrukken zonder ‘m uit mijn broekzak te halen. Ik liep van de stoel naar de badkamer. In de badkamer gaf ik de zakdoek aan mevrouw en ze snoot haar neus. […]
V: Heeft mevrouw gevraagd of u de portemonnee uit haar tas wilde pakken?
A: Nee, ze vroeg me om haar zakdoek te pakken.
[…]
Wat stopt u dan terug in de tas van mevrouw?
A: Dat weet ik niet.
[…]
V: Wat heeft u teruggestopt in de tas?
A: Misschien heb ik de portemonnee samen gepakt met de zakdoek en de portemonnee teruggestopt.
[…]
O: Tijdens het voorlezen van bovenstaande verklaring begint verdachte te huilen en zegt zei: OK ik heb het gepakt, maar ik heb geen geld gepakt.’
V: Waarom heeft u de portemonnee dan gepakt?
A: Ik weet het niet, ik steel nooit van mensen, ik heb geen geld eruit gepakt.
[…]
A: […] Mevrouw vroeg of ik een zakdoek wilde pakken, ik pakte toen de portemonnee uit haar tas en ik keek wat er inzat, dat deed ik naast het bed. Toen heb ik de portemonnee zonder er iets uit te halen teruggestopt in de tas.
Diezelfde dag is [eiser] door de politie in vrijheid gesteld.
2.6.
Warande heeft [eiser] uitgenodigd voor een gesprek op 5 juli 2012. [eiser] heeft daarop laten weten verhinderd te zijn.
2.7.
Op 6 juli 2012 is [eiser] op staande voet ontslagen. In de ontslagbrief van die datum staat onder meer vermeld:

De leiding […] heeft over een langere periode van tenminste een jaar meerdere malen meldingen gekregen van verschillende bewoners en familieleden, dat er geld en/of sieraden bij deze bewoners zijn verdwenen.
De herhaalde meldingen hebben ertoe geleid dat wij in overleg met de politie camerabeveiliging hebben ingesteld in het appartement van één van de bewoners, bij wie al meerdere malen sieraden op onverklaarbare wijze waren verdwenen.
Op maandag 2 juli j.l. heeft de betreffende bewoner bij de leiding […] gemeld dat ze 10 euro uit haar portemonnee miste. Daarop heeft de leidinggevende de camerabeelden bekeken. Daarop is te zien dat u een portemonnee (althans wat daarop lijkt) uit de tas van de bewoner haalt, iets uit de portemonnee pakt, dit vervolgens in uw zak stopt en de portemonnee terug in de tas doet.
[…]
Het voorgaande levert, op zichzelf en in onderlinge samenhang bezien, een dringende reden op voor een ontslag op staande voet.
2.8.
Bij brief van 10 juli 2012 heeft [eiser] de vernietigbaarheid van het ontslag ingeroepen en zich beschikbaar gesteld voor het verrichten van arbeid.
2.9.
Bij beschikking van 8 oktober 2012 heeft de kantonrechter te Utrecht op verzoek van Warande de arbeidsovereenkomst met [eiser] voor zover deze nog zou bestaan, ontbonden per 9 oktober 2012.
2.10.
Het strafrechtelijk traject in verband met de voornoemde verdenking van diefstal loopt nog.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, de veroordeling van Warande om – kort gezegd – [eiser] weder te werk te stellen en haar loon door te betalen met nevenvorderingen en met veroordeling van Warande in de proceskosten.
3.2.
Warande vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, de veroordeling van [eiser] tot betaling van € 2.137,87 als schadevergoeding wegens het geven van een dringende reden voor ontslag.
3.3.
Partijen hebben over en weer verweer gevoerd tegen de vordering, [eiser] ter comparitie.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1.
De kantonrechter is van oordeel dat Warande [eiser] terecht op staande voet heeft ontslagen. [eiser] heeft weliswaar ontkend dat zij een dringende reden voor ontslag heeft gegeven, maar deze ontkenning is inconsistent en de door [eiser] geschetste gang van zaken is in strijd met de camerabeelden. Inconsistent, omdat [eiser] bij het eerste politieverhoor heeft verklaard dat ze alleen een zakdoek uit de tas van de bewoonster heeft gepakt en niets in de tas heeft gestopt, ze bij het tweede politieverhoor verklaarde dat de zakdoek ‘gewoon in de tas’ zat en uiteindelijk erkent dat ze – zonder te weten waarom – ook de portemonnee uit de tas heeft gepakt en daarin heeft gekeken, om uiteindelijk ter comparitie ter verklaren dat de zakdoek in de portemonnee zat en dat de bewoonster dat had aangegeven. Deze verschillende verklaringen passen allemaal niet binnen de gemaakte en ter comparitie getoonde camerabeelden. Immers, [eiser] heeft telkens verklaard dat de bewoonster haar had gevraagd haar zakdoek te pakken, maar een dergelijk verzoek is – hoewel toch de volledige conversatie is te volgen – niet te horen. De bewoonster heeft ook schriftelijk verklaard een dergelijk verzoek nimmer te hebben gedaan. Ook is op de camerabeelden – hoewel [eiser] en de toegang tot de badkamer voortdurend in beeld zijn – geen enkel moment te zien dat [eiser] naar de badkamer loopt om de bewoonster de zakdoek te geven. Sterker, te zien is dat [eiser] de portemonnee uit de tas pakt, waarbij ze schichtig om zich heen kijkt, dan vervolgens met de portemonnee in de hand het bed een beetje opmaakt, de portemonnee opent en vervolgens weer terug in de tas stopt. Het is bovendien – gelet op de foto van de portemonnee zoals ter comparitie overgelegd – niet goed denkbaar dat zich daar in een stoffen zakdoek heeft kunnen bevinden zoals [eiser] ter comparitie heeft verklaard. Gelet op het voorgaande komt in ieder geval vast te staan dat [eiser] zonder dat daarvoor enige reden bestond in de tas van een bewoonster heeft gezeten, daaruit een portemonnee heeft gepakt en in die portemonnee heeft gekeken. De kantonrechter acht dergelijk handelen door een verzorgingsassistente aan wier zorg een hoogbejaarde bewoonster is toevertrouwd, zeer laakbaar. Zelfs wanneer [eiser] geen geld uit de portemonnee heeft weggenomen – hoewel dit wel aannemelijk is geworden gelet op de inconsistente verklaringen en camerabeelden – leveren de gedragingen van [eiser] een dringende reden op voor ontslag.
4.2.
Dit betekent dat de vordering van [eiser] in conventie zal worden afgewezen en dat de vordering van Warande in reconventie – inhoudende schadevergoeding gelijk aan het salaris over de opzegtermijn zoals die normaal gesproken wordt gehanteerd, wegens het door opzet of schuld geven van een dringende reden voor ontslag op staande voet als bedoeld in artikel 7:677 lid 3 BW – wordt toegewezen nu daartegen geen afzonderlijk verweer is gericht. Ook de wettelijke rente hierover zal zoals gevorderd worden toegewezen.
4.3.
[eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van Warande in zowel conventie als reconventie. Deze proceskosten worden in conventie begroot op € 300,00 (2 punten x € 150,00) aan salaris gemachtigde en in reconventie op €  150,00 (2 x 0,5 punt x € 150,00) aan salaris gemachtigde.
De beslissing
De kantonrechter:
in conventie:
wijst de vordering af;
veroordeelt [eiser] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van Warande, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 300,00 aan salaris gemachtigde.
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
in reconventie:
veroordeelt [eiser] om aan Warande tegen bewijs van kwijting te betalen € 2.137,87 bruto met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 6 juli 2012 tot de voldoening;
veroordeelt [eiser] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van Warande, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 150,00 aan salaris gemachtigde;
verklaart dit vonnis in reconventie uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.G.F. van der Kraats, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 13 februari 2013.