Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 8 augustus 2012
- het proces-verbaal van comparitie van 28 januari 2013.
2.De feiten
In dat gesprek[met werkgever]
heb ik een voorstel ontvangen hoe men om wil gaan met de consequenties dat mijn functie is komen te vervallen wegens de reorganisatie.
- Overname/fusie
- Risico van faillissement
- Pensioenconsequenties (…)’
- Geen ontbinding van de arbeidsovereenkomst, maar voortzetting tot 30 april 2012
- Ontbinding van de arbeidsovereenkomst per 30 april 2012 met aansluitend per 1 mei 2012 naar Pensioen in de overgangsregeling.
- Gedurende de periode van 1 mei 2009 tot 1 mei 2012 vrijgesteld van arbeid.
- (…)
- 100% schriftelijke garantie door het Pensioenfonds van de aanspraken op de overgangsregeling en voortzetting van de volledige opbouw van het Ouderdomspensioen tot 65 jarige leeftijd, gebaseerd op een jaarsalaris van € 70.905,-- ook onder de gekozen juridische arbeidsrelatie.
- Per 1 mei 2012 met pensioen. (Overgangsregeling)
- (…)
- Schriftelijke bevestiging van het Pensioenbestuur dat bij faillissement cq overname/fusie van de werkgever de aanspraken gegarandeerd blijven.
- Werkgever betaald aan het Pensioenfonds in mei 2009 de verschuldigde pensioenpremies over de periode 1 mei 2009 tot en met 30 april 2012. (…)’
1. U blijft in dienst van Samas Office BV[lees: werkgever]
tot aan uw vervroegde pensioneringsdatum op 1 mei 2012. (…)
2. Er geldt voor u een overgangsregeling vanaf 1 juli 2009, hetgeen het volgende in zal houden:
a. Aanpassing van uw bruto maandinkomen van € 5471,= naar 85%, zijnde € 4650,35 bruto;’
b. De pensioenopbouw wordt voortgezet o.b.v. uw huidige salaris en het werkgeversaandeel wordt betaald door Samas Office BV (…)’
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 97.636,32 bruto. Dit maakt totaal een vergoeding van € 170.017,65 bruto. Dat is ruim
€ 600,00 bruto minder dan het salaris tot het vroegpensioen dat [eiser] op basis van de vaststellingsovereenkomst zou ontvangen.
Het fonds heeft in de bestuursvergadering van 16 april 2009 besloten, dat de regeling ook van toepassing zal zijn, indien de werknemers na beëindiging van het dienstverband met Samas in 2009 of 2010, direct aansluitend recht heeft op een ww/zw uitkering en vervolgens direct aansluitend daarop de 61 jarige leeftijd bereikt en alsdan gebruik gaat maken van de pensioenregeling met als ingangsdatum de 61 jarige leeftijd, onder de voorwaarde dat gedurende de periode van ww/zw de pensioenregeling wordt voortgezet, de werkgever gedurende periode de pensioenpremie aan het fonds voldoet en de werkgever per de datum van pensionering de koopsom voor het garantiepensioen voldoet.’ Dit duidt er juist op dat pas bij pensionering de afdracht volledig diende te hebben plaatsgevonden. Hiertegenover heeft [eiser] een e-mail van dezelfde heer[A] van 1 augustus 2012 (daarbij verwijzende naar een e-mail van 15 juni 2011) aangehaald, waarin de heer [A] heeft geschreven: ‘
In het kader van de reorganisatie bij de werkgever in 2008 heeft de werkgever gevraagd of medewerkers die op de ontslaglijst stonden toch in aanmerking zouden kunnen komen voor de regeling. Het bestuur heeft toen, na ampel beraad, laten weten dat dit kon onder voorwaarde dat alle premie tot het moment van pensionering alsmede een koopsom zouden zijn voldaan op het moment van ontslag.’ Dit lijkt erop te duiden dat de volledige storting bij ontslag zou plaatsvinden. Echter, deze mail is van later datum en ten tijde van zijn advisering heeft [gedaagde] hierover dus niet de beschikking gehad. Aldus is deze e-mail onvoldoende om daarop de stelling te baseren dat de pensioenafdracht direct en volledig bij uitdiensttreding zou hebben plaatsgevonden en dat [gedaagde] dit wist of had moeten weten.