Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
‘financieel, klantgericht, intern/bedrijfsprocesgericht en mensgericht/leer en groei.’De regeling bepaalt dat de bedoelde doelstellingen door de medewerker
‘beïnvloedbaar en realiseerbaar’moeten zijn. Omdat de COR bezwaar maakte tegen een personeels-beoordeling die mede zou geschieden aan de hand van financiële parameters, zoals omzet/uurtarief en aantal declarabele uren, die de medewerker niet direct kan beïnvloeden, heeft Atos bij ‘addendum’ van 8 juni 2006 haar instemmingsverzoek aangevuld. In dit addendum is onder andere overwogen:
‘Financiële parameters bepalen op zichzelf niet de uitkomst van de eindejaarsbeoordeling van medewerkers; dit kan alleen in samenhang met andere aspecten van de eindejaarsbeoordeling. De uiteindelijke impact van een negatieve score op een financiële parameter op beoordeling van het functioneren hangt af van de mate waarin een medewerker daadwerkelijk invloed heeft kunnen uitoefenen op de uitkomst ervan.’Atos stelde voor om in het jaar 2007 bij wijze van ‘pilot’ de financiële parameters - gedefinieerd als
‘de individuele doelstellingen omzet/uurtarief en/of aantal individuele billable uren die opgenomen worden als onderdeel van de balanced score card’ -in de personeelsbeoordeling mee te nemen en deze proef door een (paritair samengestelde) adviescommissie te laten beoordelen. De COR is hiermee akkoord gegaan en heeft op 2 oktober 2006 ingestemd met het PMF, indien althans daarin de financiële parameters vooralsnog niet zouden worden meegenomen, alsook met bedoelde pilot.
‘financiële parameters de kern(zijn)
van ons bedrijf en dat medewerkers daarop beoordeeld moeten kunnen worden. Gelijktijdig is de COR van mening dat, om tot een eerlijke en rechtvaardige beoordeling te komen, medewerkers in voldoende mate invloed moeten kunnen uitoefenen op zowel het afspreken van doelstellingen als het bespreken van de eindejaarsbeoordeling.’
‘dat zij kan instemmen met de inzet en het gebruik van de financiële parameters in het bestaande PMF. De instemming vloeit voort uit de overeengekomen aanpassingen die betrekking hebben op de beïnvloedbaarheid, door medewerkers, op het maken van afspraken van de doelstellingen én het bespreken van resultaten tijdens de eindejaarsbeoordeling. Ook de gemaakte afspraken (-) maken deel uit van de instemming.’Atos heeft vervolgens overeenkomstig het aangepaste voornemen besloten. Het PMF is, met inbegrip van de financiële parameters en de aangepaste instructies, met ingang van 1 januari 2008 ingevoerd. Deze regeling zal hierna het PMF 2008 worden genoemd.
‘[(declarabele uren / werkbare uren)x
(gedeclareerde omzet / verkochte uren)x
normurenx
parttime %] / [bruto maandsalarisx
parttime %].’Met behulp van de R-factor wordt aldus gemeten of hetgeen de medewerker het bedrijf opbrengt in de gewenste verhouding staat tot wat hij het bedrijf kost. Op 18 juli 2012 heeft de ondernemingsraad zich jegens zijn bestuurder op het standpunt gesteld dat de invoering van de R-factor meebrengt dat het PMF is gewijzigd en dat Atos TS daarvoor de voorafgaande instemming van de raad behoefde. De ondernemingsraad heeft schriftelijk een beroep gedaan op de nietigheid als bedoeld in artikel 27 lid 5 WOR. Atos TS heeft het standpunt van de ondernemingsraad weersproken. Van een wijziging van het PMF zou geen sprake zijn.