In deze wrakingszaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland, hebben verzoekers mr. M.A.R. Schukink Kool en zijn cliënten op 16 mei 2013 een wrakingsverzoek ingediend tegen de rechters D.C.P.M. Straver, A.R. Creutzberg en R.C. Hartendorp. Dit verzoek volgde na een zitting waarin de verzoeker vond dat het beginsel van 'equality of arms' was geschonden. De verzoeker stelde dat hij niet in de gelegenheid was gesteld om een juridisch verweer te voeren, wat volgens hem in strijd was met de wet. De rechters hebben het wrakingsverzoek afgewezen, waarbij zij stelden dat er geen sprake was van vooringenomenheid en dat de verzoeker voldoende gelegenheid had gehad om zijn standpunten kenbaar te maken. De rechtbank oordeelde dat de beslissing om geen pleidooi toe te staan en de weigering om ongepubliceerde jurisprudentie toe te laten, niet onbegrijpelijk was en niet voortkwam uit vooringenomenheid. De rechtbank concludeerde dat de vrees van de verzoeker voor partijdigheid niet objectief gerechtvaardigd was. De beslissing om het wrakingsverzoek af te wijzen werd op 6 juni 2013 openbaar uitgesproken.