Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
primairmet geweld tegen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] een boormachine heeft gestolen bij de Praxis,
subsidiairdaartoe een poging heeft gedaan;
primaireen portemonnee heeft gestolen van [benadeelde],
subsidiairdie portemonnee heeft verduisterd.
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
- Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1], namens de Praxis te Utrecht, in de wettelijke vorm opgemaakt en opgenomen op pagina 4-7 van het proces-verbaal met dossiernummer PL091A 2013051541.
- Het proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer 2], in de wettelijke vorm opgemaakt en opgenomen op pagina 23-24 van het proces-verbaal met dossiernummer PL091A 2013051541.
- De bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 18 juni 2013.
5.Bewezenverklaring
- met een zogenaamde geprepareerde tas naar die bouwmarkt is gegaan en die boormachine uit het schap heeft gepakt en verstopt in die winkel en,
- nadat die [slachtoffer 1] hem, verdachte had aangehouden en verdachte had vastgepakt zich heeft los gerukt en getrokken uit de greep waarin die [slachtoffer 1] verdachte vasthield en
- nadat hij, verdachte, zich had losgerukt en losgetrokken en was weggerend en buiten de winkel opnieuw was vastgepakt opnieuw getracht heeft zich los te rukken en te trekken uit de greep waarin die [slachtoffer 1] en die [slachtoffer 2] en die [A] hem, verdachte vasthielden, zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
6.De strafbaarheid van het feit
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straffen en maatregelen
- een de verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 13 mei 2013, waaruit blijkt dat verdachte reeds vele malen eerder is veroordeeld voor al dan niet gekwalificeerde diefstallen;
- een de verdachte betreffend advies van Reclassering Nederland, d.d. 7 mei 2013 opgesteld door B. Bakker, reclasseringswerker, inhoudende de conclusie dat bij verdachte sprake is van een financieel motief en van persoonlijkheidsproblematiek, maar dat de reclassering geen meerwaarde ziet in reclasseringscontact. Verdachte is moeilijk te begeleiden en wil enkel hulp wanneer het hem uitkomt. De reclassering adviseert dan ook om aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen.
9.Tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
4 (vier) maanden;