Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het onderzoek ter terechtzitting
De rechtbank heeft voorts kennisgenomen van de vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde 1], [benadeelde 2] en [benadeelde 3].
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
Daarom zal de rechtbank verdachte wegens het ontbreken van wettig bewijs vrijspreken van de opzettelijke brandstichting.
Je vriendin heb ik gehad, je auto heb ik gehad en nu ben jij aan de beurt”, waarna hij wegrijdt in zijn auto. [3] In de auto van verdachte treft de politie een houten stok aan van 74 centimeter lang en 3.7 centimeter dik. [4] Aangever is bang dat verdachte zijn bedreiging zal uitvoeren. [5]
Anders dan de verdediging acht de rechtbank de verklaringen van voornoemde getuigen betrouwbaar. Zij hebben kort na het betreffende incident, in oktober 2010, bij de politie verklaringen afgelegd, waarna zij op verzoek van de verdediging in februari 2013 opnieuw zijn gehoord. Hun verklaringen bij de rechter-commissaris zijn op essentiële punten consistent met de verklaringen zoals afgelegd bij de politie.
Er zijn, zeker meer dan 2 jaar na het betreffende incident, geen redenen aanwijsbaar voor het afleggen van een valse verklaring, zoals door en namens de verdachte is gesuggereerd.
De rechtbank zal dit verweer dan ook verwerpen.
5.Bewezenverklaring
6.De strafbaarheid van het feit
bedreiging met zware mishandeling.
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straffen en maatregelen
- een hem betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 24 april 2013, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten;
- een de verdachte betreffend reclasseringsrapport d.d. 26 januari 2012, opgemaakt door L. Scheffers, reclasseringsmedewerker en de aanvulling op dit rapport, zoals ter terechtzitting gegeven door de casemanager van verdachte, J. van Spaandonk, werkzaam bij Victas.
Gezien de geringe ernst van het feit en voornoemde overschrijding van de redelijke termijn, acht de rechtbank het opleggen van bijzondere voorwaarden nu niet opportuun.
Bovendien ontvangt verdachte thans in het kader van een eerdere veroordeling een verplichte begeleiding en behandeling. Na afloop van de betreffende proeftijd kan deze behandeling en begeleiding eventueel in een vrijwillig kader plaatsvinden.
9.De benadeelde partijen
- [benadeelde 1], € 7.990,00;
- [benadeelde 3], € 135,00;
- [naam], € 1.135,25.
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
mr. C.S.K. Fung Fen Chung, rechters, in tegenwoordigheid van
mr. D.A. Groenevelt-Timmer, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 17 juni 2013.