ECLI:NL:RBMID:2012:BY8411
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verplichting tot betaling van parkeerbelasting ondanks storing parkeerautomaat
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Middelburg op 28 september 2012, staat de verplichting van een belanghebbende centraal om parkeerbelasting te voldoen, ondanks een storing van de parkeerautomaat. De belanghebbende had op 19 juli 2010 zijn auto geparkeerd en probeerde te betalen met zijn chipknip, maar de automaat accepteerde deze niet. Hij meldde de storing bij een gemeenteambtenaar, maar had niet voldoende contant geld bij zich om de parkeerbelasting te voldoen. De heffingsambtenaar legde daarop een naheffingsaanslag op, die de belanghebbende aanvecht.
De rechtbank oordeelt dat de belanghebbende, ondanks de storing van de parkeerautomaat, niet ontslagen is van zijn verplichting om de verschuldigde parkeerbelasting te betalen. De rechtbank stelt vast dat de parkeerautomaat ook de mogelijkheid bood om contant te betalen. De belanghebbende had, om hem moverende redenen, ervoor gekozen om niet met contant geld te betalen, wat volgens de rechtbank zijn verantwoordelijkheid is. De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond en gelast de heffingsambtenaar om het door de belanghebbende betaalde griffierecht van € 41 te vergoeden.
De uitspraak benadrukt dat het niet accepteren van de chipknip door de parkeerautomaat de belanghebbende niet ontslaat van zijn verplichting om te betalen. De rechtbank wijst erop dat de belanghebbende andere betaalmethoden had kunnen gebruiken en dat hij niet op zoek hoefde te gaan naar een andere parkeerautomaat, aangezien er slechts één automaat op het terrein aanwezig was. De rechtbank concludeert dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd en dat de heffingsambtenaar zijn standpunt over de betalingsverplichting van de belanghebbende heeft gewijzigd, wat aanleiding geeft tot de vergoeding van het griffierecht.