ECLI:NL:RBMID:2012:BY4216
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van echtscheidingsconvenant en medewerking aan levering onroerend goed
In deze zaak, uitgesproken door de Rechtbank Middelburg op 8 augustus 2012, staat de vraag centraal of een echtscheidingsconvenant vernietigbaar is op grond van artikel 3:196 van het Burgerlijk Wetboek. De partijen, gewezen echtgenoten, hebben op 16 december 2009 hun echtscheiding uitgesproken en een echtscheidingsconvenant ondertekend op 19 november 2009. Dit convenant bevatte bepalingen over de verdeling van de echtelijke woning en de bijbehorende hypothecaire lening. De eiseres in conventie, verweerster in reconventie, vordert dat de gedaagde in conventie, eiser in reconventie, wordt veroordeeld tot medewerking aan de levering van de echtelijke woning, omdat hij zijn verplichtingen uit het convenant niet nakomt. De gedaagde in conventie voert aan dat hij benadeeld is door de verdeling en dat het convenant vernietigd moet worden wegens dwaling en bedrog.
De rechtbank oordeelt dat de gedaagde in conventie niet heeft aangetoond dat hij meer dan een vierde deel benadeeld is, wat een voorwaarde is voor vernietiging van het convenant. De rechtbank wijst het verweer van de gedaagde in conventie af en concludeert dat hij de toedeling van de woning in het convenant welbewust heeft aanvaard. De vordering van de eiseres in conventie wordt toegewezen, en de gedaagde in conventie wordt veroordeeld om binnen veertien dagen na betekening van het vonnis mee te werken aan de levering van de woning. De rechtbank compenseert de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en biedt een duidelijke uitspraak over de geldigheid van het echtscheidingsconvenant en de verplichtingen van de partijen.