ECLI:NL:RBMID:2012:BY4216

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
8 augustus 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
80510 / HA ZA 11-383
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van echtscheidingsconvenant en medewerking aan levering onroerend goed

In deze zaak, uitgesproken door de Rechtbank Middelburg op 8 augustus 2012, staat de vraag centraal of een echtscheidingsconvenant vernietigbaar is op grond van artikel 3:196 van het Burgerlijk Wetboek. De partijen, gewezen echtgenoten, hebben op 16 december 2009 hun echtscheiding uitgesproken en een echtscheidingsconvenant ondertekend op 19 november 2009. Dit convenant bevatte bepalingen over de verdeling van de echtelijke woning en de bijbehorende hypothecaire lening. De eiseres in conventie, verweerster in reconventie, vordert dat de gedaagde in conventie, eiser in reconventie, wordt veroordeeld tot medewerking aan de levering van de echtelijke woning, omdat hij zijn verplichtingen uit het convenant niet nakomt. De gedaagde in conventie voert aan dat hij benadeeld is door de verdeling en dat het convenant vernietigd moet worden wegens dwaling en bedrog.

De rechtbank oordeelt dat de gedaagde in conventie niet heeft aangetoond dat hij meer dan een vierde deel benadeeld is, wat een voorwaarde is voor vernietiging van het convenant. De rechtbank wijst het verweer van de gedaagde in conventie af en concludeert dat hij de toedeling van de woning in het convenant welbewust heeft aanvaard. De vordering van de eiseres in conventie wordt toegewezen, en de gedaagde in conventie wordt veroordeeld om binnen veertien dagen na betekening van het vonnis mee te werken aan de levering van de woning. De rechtbank compenseert de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en biedt een duidelijke uitspraak over de geldigheid van het echtscheidingsconvenant en de verplichtingen van de partijen.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK MIDDELBURG
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 80510 / HA ZA 11-383
Vonnis van 8 augustus 2012
in de zaak van
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie]
wonende te Hulst,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. M.M. Claase te Terneuzen,
tegen
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie],
wonende te Terneuzen,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. E.R. Moes te Bergen op Zoom.
Partijen zullen hierna [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 7 december 2011;
- het proces-verbaal van comparitie van 6 februari 2012.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Partijen zijn gewezen echtgenoten. Op 16 december 2009 is tussen hen de echtscheiding uitgesproken. Hieraan voorafgaand is onder meer een echtscheidingsconvenant opgesteld. Dit convenant is op 19 november 2009 door beide partijen ondertekend. De echtscheiding is op 28 december 2009 ingeschreven in de daartoe bestemde registers.
2.2. Het echtscheidingsconvenant luidt, voor zover van belang, als volgt:
“(…)
Artikel 6. De echtelijke woning en daarmee verband houdende rechten en lasten
6.1 Tot de huwelijkse gemeenschap van partijen behoort de onroerende zaak aan de [straatnaam] te [postcode] Hulst.
6.2 De in artikel 6.1 omschreven onroerende zaak wordt voor de daaraan volgens het taxatierapport van makelaar W. Haverkamp d.d. 27 mei 2009 toegekende waarde van euro 208.000,-- toegedeeld aan de vrouw onder verplichting om de op deze woning rustende hypothecaire lening voor haar rekening te houden en deze te voldoen als haar eigen schuld met uitsluiting van de man.
(…)
6.5 Partijen geven hierbij opdracht aan notaris mr. C.C.L. van Goethem te Hulst of diens plaatsvervanger om, zo mogelijk binnen een maand na inschrijving van de echtscheidingsbeschikking, een notariële akte te verlijden waarbij de onroerende zaak aan de [straatnaam] te [postcode] Hulst aan de vrouw geleverd wordt.
(…)
6.6 Voorzover de vrouw bij de verdeling wordt overbedeeld vindt deze overbedeling plaats uit hoofde van een dringende verplichting van moraal en fatsoen aan de zijde van de man, inhoudende dat hij ervoor dient zorg te dragen dat de vrouw en het kind behoorlijk gehuisvest kunnen blijven.
(…)”
2.3. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft de notariële akte tot levering van de voormalige echtelijke woning aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet ondertekend. Bij brief van 19 oktober 2010 heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] bij monde van haar advocaat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gesommeerd om zijn medewerking te verlenen aan de levering van de voormalige echtelijke woning binnen veertien dagen na dagtekening van de brief.
2.4. Tot op heden is de woning niet geleverd aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie].
3. Het geschil in conventie en in reconventie
3.1. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vordert, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
primair: veroordeling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tot medewerking aan de levering van de echtelijke woning op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,-- per dag dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] daarmee in gebreke blijft;
subsidiair: voor zover [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis geen medewerking heeft verleend aan de levering van de voormalige echtelijke woning aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie], te bepalen dat op de voet van artikel 3:300 lid 2 BW, dit vonnis dezelfde kracht zal hebben als een in wettige vorm opgemaakte notariële akte, met betrekking tot de eigendomsoverdracht van de voormalige echtelijke woning aan de [straatnaam] te [postcode] Hulst, welk vonnis voor inschrijving vatbaar is in de openbare registers;
alles met veroordeling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de proceskosten, alsmede in de nakosten.
3.2. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op onjuiste gronden weigert over te gaan tot de afronding van de verdeling conform het echtscheidingsconvenant. De door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] nader gestelde voorwaarde omtrent verdeling van de overwaarde van de voormalige echtelijke woning is niet als clausule in het convenant opgenomen en is ook niet anderszins overeengekomen. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft belang bij een zo spoedig mogelijke verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap.
3.3. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voert verweer. Hij voert aan dat het echtscheidingsconvenant onjuist is en dat hij in meer dan evenredige mate benadeeld wordt met de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap die daarin is getroffen. Hij doet een beroep op benadeling en dwaling danwel bedrog.
3.4. In reconventie vordert [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] primair dat het convenant van 19 november 2009 wordt vernietigd wegens benadeling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie], subsidiair vordert [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op grond van dwaling door hem en bedrog door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] een bedrag van € 30.000,--, zijnde het bedrag aan overwaarde, te betalen binnen tien dagen na het in deze te wijzen vonnis. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voert hiertegen verweer.
3.5. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling in conventie en in reconventie
4.1. Tussen partijen is in geschil of al dan niet sprake is van een vernietigbare verdeling op de voet van artikel 3:196 BW. Voor het slagen van de vordering op deze grond is nodig dat er sprake is van benadeling voor meer dan een vierde gedeelte doordat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] omtrent de waarde van één van de bestanddelen van de boedel heeft gedwaald. Hierbij ligt dus bij [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] allereerst de stelplicht en bewijslast met betrekking tot de waarde van de totale boedel, de waarde van hetgeen aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is toegekend en de waarde van het bestanddeel waarover is gedwaald. Pas als daaraan voldaan is, kan voor de vraag of er al dan niet sprake is van dwaling de veronderstelling van artikel 3:196 BW lid 2 uitkomst bieden.
4.2. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft slechts gesteld dat er een afspraak gemaakt zou zijn over de verdeling van de overwaarde van de woning. Hij zou de helft van de overwaarde ontvangen bij verkoop van de woning danwel samenwoning door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie]. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft echter in het geheel niets gesteld over de waarde van de totale boedel, noch is daarvan gebleken. De waarde van de totale boedel kan dan ook niet worden vastgesteld. Evenmin kan worden vastgesteld dat sprake is van dwaling omtrent de waarde van de woning. Deze waarde was immers niet in geschil. Hierdoor kan niet worden geconcludeerd dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voor meer dan een vierde is benadeeld. Dat leidt ertoe dat de stelling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dat hij voor meer dan 25% is benadeeld bij de verdeling van de boedel niet kan worden gevolgd. Aan de vraag of [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft gedwaald wordt dan ook niet meer toegekomen. Ook aan de vraag of [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] al dan niet heeft ingestemd met de verdeling en deze heeft aanvaard, zoals in het vierde lid van artikel 3:196 BW bedoeld en door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] bepleit, kan als gevolg daarvan onbeantwoord blijven.
4.3. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft zich vervolgens op het standpunt gesteld dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] een onjuiste voorstelling van zaken heeft gegeven bij de mediator, mr. J. de Rechter, zodat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft gedwaald en is bedrogen. Hij stelt daartoe dat in de aanloop naar het opmaken van het convenant met de financieel adviseur van partijen is gesproken over het toedelen van de woning en het verrekenen van de overwaarde. Omdat de overwaarde niet gefinancierd kon worden en beide partijen het in het belang van de kinderen vonden dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] daar met de minderjarigen kon blijven wonen, is afgesproken dat de helft van de overwaarde door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zou worden voldaan bij verkoop van de woning dan wel bij samenwoning. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft deze afspraak verzwegen bij de mediator en de afspraak is daardoor niet in het convenant terecht gekomen.
4.4. De rechtbank gaat voorbij aan dit verweer. De enkele omstandigheid dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] genoemde constructie niet ter sprake brengt bij de mediator, levert nog geen dwaling dan wel bedrog op. Niets weerhoudt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] er immers van om de afspraak zelf aan te dragen bij de mediator. Daar komt bij dat vaststaat dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] het concept-convenant geruime tijd onder zich heeft gehad. Hij had derhalve alle tijd om zich ervan te vergewissen dat alle gemaakte afspraken in het convenant waren opgenomen. Ook is hij ruimschoots in de gelegenheid geweest het concept-convenant voor te leggen aan de financieel adviseur. Daarvan is in het geheel niet gebleken. Een en ander brengt de rechtbank tot de conclusie dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de toedeling zoals die is neergelegd in het convenant welbewust heeft aanvaard, zodat voor vernietiging van dat convenant geen plaats is. De vordering van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zal dan ook worden afgewezen. Dit leidt er toe dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zal worden veroordeeld tot het verlenen van zijn medewerking aan de ondertekening van de notariële akte tot verdeling.
Gelet op de bewoordingen van de vordering gaat de rechtbank ervan uit dat de gevorderde in de plaatsstelling van dit vonnis geen subsidiaire maar een voorwaardelijke vordering betreft. Nu de vordering tot medewerking wordt toegewezen, zal de rechtbank ook het voorwaardelijke deel toewijzen. Dit leidt er dan ook toe, dat de gevorderde dwangsom niet zal worden toegewezen, nu een in de plaatsstelling van dit vonnis voldoende waarborgen biedt voor het afronden van de boedelverdeling.
4.5. Bovenstaande leidt er eveneens toe dat de reconventionele vordering van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] moet worden afgewezen.
4.6. Gelet op de bestaan hebbende relatie tussen partijen, zullen de proceskosten worden gecompenseerd, in die zin dat ieder de eigen kosten draagt.
5. De beslissing
De rechtbank
In conventie en in reconventie;
- veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op grond van het tussen partijen gesloten echtscheidingsconvenant om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis mee te werken aan de levering van de voormalige echtelijke woning aan de [straatnaam] te [postcode] Hulst;
- bepaalt dat, voor zover [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis geen medewerking heeft verleend aan de levering van voornoemde voormalige echtelijke woning aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie], dit vonnis dezelfde kracht zal hebben als een wettige vorm opgemaakte notariële akte, met betrekking tot de eigendomsoverdracht van de voormalige echtelijke woning aan de [straatnaam] te [postcode] Hulst, en dat dit vonnis voor inschrijving vatbaar is in de openbare registers;
- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
- wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Kuypers en in het openbaar uitgesproken op 8 augustus 2012.?