ECLI:NL:RBMID:2012:BY3979

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
25 juli 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
75824 / HA ZA 10-537
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over kosten en informatievoorziening bij octrooi-aanvragen

In deze zaak, die voor de Rechtbank Middelburg is behandeld, gaat het om een geschil tussen Arnold & Siedsma B.V. en Instore Ambiance B.V. over de kosten van juridische diensten met betrekking tot octrooi-aanvragen. Arnold & Siedsma B.V. heeft in opdracht van Instore Ambiance B.V. modelbescherming aangevraagd in verschillende landen, waaronder de VS, de VAE, China en India. Instore Ambiance B.V. stelt dat zij onvoldoende is voorgelicht over de kosten die aan deze aanvragen verbonden zijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat Arnold & Siedsma B.V. in een brief van 26 november 2007 duidelijk heeft gemaakt dat de opgegeven kosten enkel depotkosten zijn en dat extra werkzaamheden, zoals het indienen van documenten en legalisatie, niet zijn inbegrepen. Instore Ambiance B.V. heeft op 14 december 2007 opdracht gegeven voor de registratie van modellen, maar heeft later een deel van de declaraties niet betaald, wat leidde tot een geschil.

De rechtbank oordeelt dat Arnold & Siedsma B.V. voldoende informatie heeft verstrekt over de kosten en dat Instore Ambiance B.V. niet heeft aangetoond dat zij niet op de hoogte was van de mogelijkheid van extra kosten. De vordering van Arnold & Siedsma B.V. tot betaling van € 10.702,09, vermeerderd met rente, wordt toegewezen. Instore Ambiance B.V. wordt ook veroordeeld in de proceskosten. De vorderingen in reconventie van Instore Ambiance B.V. worden afgewezen, omdat zij zelf verantwoordelijk is voor het niet geven van instructies aan Arnold & Siedsma B.V. en daardoor de registratie in de VS en de VAE niet heeft kunnen plaatsvinden.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK MIDDELBURG
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 75824 / HA ZA 10-537
Vonnis van 25 juli 2012
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ARNOLD & SIEDSMA B.V.,
gevestigd te Breda,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. B. Sujecki te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
INSTORE AMBIANCE B.V.,
gevestigd te Goes,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. W.J.H. Dingemanse te Goes.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 23 maart 2011
- het proces-verbaal van comparitie van 23 juni 2011
- de conclusie van antwoord in reconventie
- de akte wijziging eis in reconventie van Instore Ambiance B.V.
- de antwoordakte van Arnold & Siedsma B.V.
- de conclusie van “repliek” van Instore Ambiance B.V.
- de conclusie van “dupliek” van Arnold & Siedsma B.V.
2. De feiten
2.1. Arnold & Siedsma B.V. is een besloten vennootschap van advocaten, octrooigemachtigden en merken- en modellengemachtigden. Zij heeft ten behoeve van Instore Ambiance B.V. op 3 juli 2007 een aanvrage ingediend bij het Harmonisatiebureau voor de Interne Markt van de Europese Unie. De aanvrage is in het modellenregister ingeschreven ten name van Instore Ambiance B.V.
Arnold & Siedsma B.V. heeft in een op 26 november 2007 gedateerde brief een kostenindicatie voor modelbescherming in een twintigtal landen buiten de EU gezonden. Dit was op verzoek van Instore Ambiance B.V. Voor zover van belang luidt die brief: “Zoals reeds besproken dien je er rekening mee te houden dat de opgegeven kosten enkel de depotkosten zijn. Extra werkzaamheden zoals bijvoorbeeld het na-indienen van documenten, aanpassen van afbeeldingen, laten vertalen en/of legaliseren van documenten, publicatiekosten, registratietaksen, handhaving taksen, behandeling van eventuele bezwaren, bijkomende advies en dergelijke zijn niet bij deze kosten inbegrepen. Voor zover zij zich voordien, zullen zij veelal aan de hand van het uurhonorarium afzonderlijk in rekening worden gebracht.” Bij de brief was een kostenindicatie gevoegd voor depot in diverse landen.
2.2. Instore Ambiance B.V. heeft Arnold & Siedsma B.V. 14 december 2007 opdracht gegeven tot het registreren van een aantal modellen buiten Europa, te weten de VS, de VAE, China, India. In de mail waarin de opdracht gegeven wordt, vermeldt Instore Ambiance B.V.: “Van de VAE heb je me geïnformeerd over de relatief hoge legalisatiekosten van ca. Eur 800,- Als er bij de registratie in andere landen bijzonder kosten te verwachten zijn, tekeningen, bijzonder advies, legalisatie, vertalen etc., hoor ik dit graag.”
Arnold & Siedsma B.V. heeft daarop geantwoord: “Tot slot, jij vraagt of wij op voorhand informatie kunnen geven wanneer extra werkzaamheden verwacht worden. Dit is niet uitvoerbaar, aangezien een bezwaar pas ontstaat nadat de Examiner de aanvrage heeft beoordeeld. Op dat moment ontkomen de agent en ook wij er niet aan om je dan over het gerezen probleem te informeren, hetgeen op dat moment kosten met zich meebrengt. Maar uiteraard zullen wij nooit zonder jullie instructies tot allerlei acties overgaan, dus in dat opzicht hou je controle over de werkzaamheden en dus de kosten.”
2.3. Arnold & Siedsma B.V. heeft op 27 juli 2010 aan de advocaat van Instore Ambiance B.V. geschreven: “In verband met de gerezen bezwaren ten aanzien van de registratie van het model van uw cliënte in Amerika, heb ik herhaaldelijk contact met u opgenomen. In dit verband verwijs ik u naar mijn brieven en herinneringen van 8,19,21,22 en 26 juli jl. Daarnaast hebben wij op 12, 20 en tweemaal op 22 juli jl. telefonisch contact met u gezocht. Tijdens mijn laatste telefoongesprek met uw secretaresse op 22 juli jl. om 15.15 heb ik haar heel expliciet te kennen gegeven dat ik u verder niet meer zou bellen en heb haar dringend verzocht u te verzoeken ons te bellen.
Ondanks al deze pogingen hebben wij geen instructies van u mogen ontvangen.
Gelet op het feit dat ik op dit moment met vakantie vertrek informeer ik u dat wij onze vordering op uw cliënte direct uit handen zullen geven. Verder verzoek ik u dringend ons te informeren over een adres waar ik de dossiers van uw cliënte na mijn terugkeer van vakantie op 17 augustus a.s. naar toe kan sturen. Wegens het ontbreken van instructies zijn wij niet in staat de belangen van uw cliënte adequaat op te volgen en zien wij ons genoodzaakt de samenwerking op deze wijze te beëindigen. Wij accepteren geen enkele aansprakelijkheid, omdat u op deze wijze onwerkbare situaties creëert.”
2.4. Het depot in China en India is gerealiseerd, in VAE en VS niet.
Op 19 augustus 2010 is Instore Ambiance B.V. in gebreke gesteld omdat zij een deel van de declaratie niet betaalde.
3. Het geschil
in conventie en reconventie
3.1. Arnold & Siedsma B.V. vordert veroordeling van Instore Ambiance B.V. tot betaling van € 11.402,09, vermeerderd met rente vanaf 21 oktober 2010 en de kosten.
Zij stelt daat zij in opdracht van Instore Ambiance B.V. werkzaamheden heeft verricht. Deze werkzaamheden bestonden uit het aanvragen van modelbescherming voor de VS, VAE, China en India. Het totaal van de declaraties voor deze werkzaamheden bedroeg
€ 35.428,69, waarvan € 9.617,71 ondanks een ingebrekestelling, onbetaald is gebleven.
Arnold & Siedsma B.V. stelt Instore Ambiance B.V. op een juiste manier op de hoogte gesteld te hebben van de verwachte kosten voor het modeldepot in de genoemde landen. Zij verwijst hiertoe naar haar brief van 26 november 2007, waarin een onderscheid gemaakt wordt tussen depotkosten en andere kosten.
Omdat geschil bestond over de betaling van de declaraties, is het uiteindelijk alleen tot registratie in China en India gekomen.
Ondanks de problemen over de betaling heeft Arnold & Siedsma B.V. nog werkzaamheden verricht zoals het vertragen van de aanvraagprocedure in de VS en advisering over te nemen stappen om de registratieprocedure succesvol af te ronden. Ook is nog geadviseerd een andere dienstverlener in te schakelen. Instore Ambiance B.V. verwachtte echter dat Arnold & Siedsma B.V. kosten bleef maken die Instore Ambiance B.V. niet zou terugbetalen. Zij heeft daarom en omdat duidelijke instructies ontbraken, haar werkzaamheden opgeschort en dat bekend gemaakt in haar brief van 21 juli 2010 aan de advocaat van Instore Ambiance B.V.
3.2. Instore Ambiance B.V. voert verweer en vordert na wijziging van eis, in reconventie:
- te verklaren voor recht dat Arnold & Siedsma B.V. op grond van tekortkoming in de nakoming van de op haar richtende plichten aansprakelijk is voor de schade die Instore Ambiance B.V. daardoor lijdt;
- Arnold & Siedsma B.V. te veroordelen om aan Instore Ambiance B.V. € 15.065,- vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 september 2011;
- Arnold & Siedsma B.V. te veroordelen om de schade, nader op te maken bij staat en vermeerderd met de wettelijke rente aan Instore Ambiance B.V. te vergoeden.
3.3. Het verweer van Instore Ambiance B.V. is tevens de basis voor de eis in reconventie. Zij stelt dat Arnold & Siedsma B.V. tekort is geschoten bij het offreren van de werkzaamheden ten behoeve van het modeldepot in China, India, de VAE en de VS. Arnold & Siedsma B.V. heeft niet duidelijk gemaakt wat de begrippen “depotkosten” en “registratiekosten” inhielden. Met name die laatst genoemde kosten zijn niet gespecificeerd. Dat had wel van Arnold & Siedsma B.V. als deskundige op dit gebied, verwacht mogen worden. In ieder geval had verwacht mogen worden dat Arnold & Siedsma B.V. een realistisch beeld zou geven van de te verwachten extra kosten. Op basis van de begrote depotkosten rekende Instore Ambiance B.V. op ongeveer € 15.000,-. Zij heeft € 26.000,- voldaan van de rekening die totaal € 35.428,69 bedraagt. De modellen zijn voor dat bedrag alleen geregistreerd in China en India. De modellen in de andere landen (VAE en VS) zijn niet beschermd waardoor Instore Ambiance B.V. mogelijk schade lijdt. Zij vordert vergoeding van die schade waarvan de hoogte bij staat opgemaakt moet worden.
Instore Ambiance B.V. heeft ook verweer gevoerd tegen de gevorderde buitengerechtelijke kosten.
4. De beoordeling
in conventie en in reconventie
4.1. Mr. K. Keizer heeft als jurist van Arnold & Siedsma B.V. de depotaanvragen voor Instore Ambiance B.V. behandeld. Zij heeft in haar brief van 26 november 2007 Instore Ambiance B.V. geïnformeerd over de kosten die met een depot in de verschillende landen gemoeid waren. Daarnaast heeft zij in die brief gewezen op mogelijke extra kosten en extra werkzaamheden die niet in die depotkosten waren begrepen. Deze extra kosten zijn door haar niet, ook niet bij benadering aangegeven. Gesteld noch gebleken is dat Instore Ambiance B.V. daarover bij mr. Keizer verdere informatie heeft ingewonnen anders dan direct bij de opdrachtverlening. Op basis van de genoemde brief van 26 november 2007 heeft Arnold & Siedsma B.V. de opdracht gekregen het model te deponeren in China, India, de VAE en de VS. Instore Ambiance B.V. beroept zich dan ook ten onrechte op wilsgebreken of onvoldoende informatie van de kant van Arnold & Siedsma B.V.
Mr. Keizer heeft Instore Ambiance B.V. er niet op gewezen dat de extra kosten niet gespecificeerd. Het achterwege blijven van die informatie heeft echter niet tot gevolg dat zij jegens Instore Ambiance B.V. toerekenbaar tekort is geschoten. Enerzijds heeft zij in haar brief van 27 november 2007 voldoende aangegeven dat er extra kosten zouden zijn. Anderzijds heeft Instore Ambiance B.V. ook de mogelijkheid om daarover duidelijkheid te krijgen, toen niet gebruikt.
4.2. Niet betwist is dat de gevorderde kosten gemaakt zijn. De hoofdsom en de daarbij gevorderde rente zijn dus toewijsbaar.
De rechtbank zal de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten afwijzen. Gesteld noch gebleken is dat meer werkzaamheden zijn verricht dan die, welke reeds zijn begrepen in het toe te wijzen bedrag aan advocaatkosten.
Instore Ambiance B.V. zal worden veroordeeld in de proceskosten omdat zij in het ongelijk wordt gesteld.
Deze kosten zijn:
4.3. Het oordeel in conventie heeft tot gevolg dat de vordering in reconventie moet worden afgewezen voor zover het verweer betreft de onvoldoende in formatie van de kant van Arnold & Siedsma B.V.
4.4. Instore Ambiance B.V. vordert ook schade omdat het modeldepot in de VS en de VAE niet, althans niet volledig is ingeschreven. Uit de overgelegde correspondentie blijkt dat er tussen partijen een geschil is gerezen over de declaraties van Arnold & Siedsma B.V.
Uit de brief van Arnold & Siedsma B.V. aan Instore Ambiance B.V. van 27 juli 2010 blijkt onder meer dat als gevolg van dit geschil de activiteiten van Arnold & Siedsma B.V. zijn komen stil te vallen. In die brief vraagt mr. K. Keizer dringend om instructies en meldt zij dat bij gebrek aan instructies, de belangen niet kunnen worden behartigd. Gesteld noch gebleken is dat vervolgens instructies zijn gegeven. Omdat, zoals uit het oordeel in conventie blijkt, Instore Ambiance B.V. zich ten onrechte op het standpunt stelde dat niet meer betaald hoefde te worden, heeft zij het aan zichzelf te danken dat Arnold & Siedsma B.V. verder geen werkzaamheden verrichtte. Het beroep van Instore Ambiance B.V. op een toerekenbare tekortkoming van de kant van Arnold & Siedsma B.V. wordt dan ook verworpen. Mogelijke schade doordat in de VS of de VAE geen depot heeft plaatsgevonden, heeft zij aan zichzelf te danken.
De vorderingen in reconventie zullen worden afgewezen.
Instore Ambiance B.V. zal in reconventie veroordeeld worden in de proceskosten die aan de zijde van Arnold & Siedsma B.V. zijn gevallen. Deze kosten zijn:
advocaatkosten € 678,00.
5. De beslissing
De rechtbank
in conventie
- veroordeelt Instore Ambiance B.V. tot betaling aan Arnold & Siedsma B.V. van
€ 10.702,09 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 oktober 2010 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt Instore Ambiance B.V. in de proceskosten tot op deze uitspraak aan de zijde van Arnold & Siedsma B.V. gevallen zijnde € 1.994;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders gevorderde.
in reconventie
- wijst de vorderingen af;
- veroordeelt Instore Ambiance B.V. in de proceskosten aan de zijde van Arnold & Siedsma B.V. gevallen zijnde € 678,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Witsiers en in het openbaar uitgesproken op 25 juli 2012.?