ECLI:NL:RBMID:2012:BX9839
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ondertoezichtstelling van een jeugdige in het kader van omgangsregeling tussen ouders
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Middelburg op 23 maart 2012 uitspraak gedaan over de ondertoezichtstelling van een jeugdige, geboren in 2004, in het kader van een omgangsregeling tussen de ouders. De vader, vertegenwoordigd door mr. W. Uitterhoeve, heeft verzocht om de jeugdige onder toezicht te stellen, omdat er ernstige zorgen zijn over zijn ontwikkeling. De moeder, vertegenwoordigd door mr. D.A.H. Veldhof, heeft het verzoek van de vader betwist en gesteld dat zij altijd heeft meegewerkt aan de omgangsregeling.
De Raad voor de Kinderbescherming en de Stichting Bureau Jeugdzorg Zeeland zijn betrokken bij de zaak. De Raad heeft tijdens de zitting aangegeven dat de jeugdige onbelaste contacten met de vader moet kunnen hebben, maar dat dit momenteel niet mogelijk is. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er een langdurige strijd tussen de ouders is over de omgangsregeling en dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk is om de ontwikkeling van de jeugdige te waarborgen. Er zijn ernstige zorgen over de jeugdige, die last heeft van woedeaanvallen en fysieke klachten, en de rechtbank heeft geoordeeld dat de ondertoezichtstelling gerechtvaardigd is op basis van de bedreiging van zijn geestelijke en zedelijke belangen.
De kinderrechter heeft besloten de jeugdige onder toezicht te stellen voor de duur van een jaar, met benoeming van de Stichting Bureau Jeugdzorg Zeeland als gezinsvoogdij-instelling. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De kinderrechter heeft benadrukt dat de spanningen tussen de ouders moeten worden weggenomen om een goede ontwikkeling van de jeugdige te waarborgen. De uitspraak is gedaan in het belang van de jeugdige, die nu de nodige ondersteuning en begeleiding kan krijgen.