ECLI:NL:RBMID:2012:BX7972
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Bepaling van de economische waarde van bomen bij overgang van particulier naar overheidseigendom
In deze zaak, die voor de Rechtbank Middelburg werd behandeld, ging het om de waardering van bomen die overgingen van particulier naar overheidseigendom in het kader van de Landinrichtingswet. De reclamant, die bezwaar maakte tegen de hoogte van de vergoeding voor vier eiken, stelde dat de vergoeding voor deze bomen te laag was vastgesteld. De landinrichtingscommissie had een bedrag van € 100,00 per boom voorgesteld, terwijl de reclamant vond dat dit bedrag moest worden verhoogd naar € 46,00 per boom. Daarnaast maakte de reclamant bezwaar tegen het feit dat voor andere bomen die hij als gevolg van de ruilverkaveling kwijt raakte, geen vergoeding was opgenomen in de lijst der geldelijke regelingen (LGR). De reclamant voerde aan dat hij in totaal 146 bomen was kwijtgeraakt en dat de waardering van deze bomen moest plaatsvinden op basis van de vervangingswaarde, zoals vermeld in een offerte van een taxateur. De rechtbank oordeelde dat de waardering van de bomen moest plaatsvinden op basis van de economische waarde in het maatschappelijk verkeer, zoals vastgelegd in de Regeling Herverkaveling. De rechtbank concludeerde dat de landinrichtingscommissie aanzienlijke fouten had gemaakt in de berekening van de vergoeding, maar dat dit niet leidde tot een afwijking van de wettelijke waarderingsgrondslag. Uiteindelijk werd bepaald dat de reclamant recht had op een vergoeding van € 5.459,09 voor de bomen die hij was kwijtgeraakt, en dat de proceskosten aan de zijde van de reclamant op € 260,00 werden begroot, ten laste van de gezamenlijke belanghebbenden.