ECLI:NL:RBMID:2012:BX7954
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Bezwaren tegen de lijst der geldelijke regelingen in ruilverkaveling Zundert
In deze zaak hebben reclamanten, wonende te Zundert, bezwaren ingediend tegen de lijst der geldelijke regelingen (LGR) die door de landinrichtingscommissie voor de ruilverkaveling Zundert is opgesteld. De reclamanten hebben bezwaar gemaakt tegen het in rekening brengen van 439,6 punten voor verbetering van de verkavelingssituatie en het niet opnemen van een bedrag van € 158.000,00 voor kavelaanvaardingswerkzaamheden die in opdracht van hen zijn uitgevoerd. De rechtbank heeft de procedure behandeld op basis van verschillende processtukken, waaronder bezwaarschriften en pleitnota's van beide partijen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de reclamanten geen recht hadden op de gevraagde kavelaanvaardingswerkzaamheden, omdat de toedeling in beginsel vergelijkbaar moest zijn met de inbreng, zoals bepaald in artikel 148 van de Landinrichtingswet. De rechtbank heeft eerder in een vonnis van 16 januari 2008 overwogen dat de reclamanten bij de alternatieve toedeling niet op het punt van de grondkwaliteit achteruitgingen. De rechtbank heeft de stellingen van reclamanten dat zij recht hadden op kavelaanvaardingswerkzaamheden verworpen, omdat deze niet voldoende waren onderbouwd.
De rechtbank heeft de bezwaren van reclamanten tegen de LGR ongegrond verklaard en hen niet-ontvankelijk verklaard in hun overige bezwaren, omdat deze na de gestelde termijn waren ingediend. De rechtbank heeft de proceskosten aan de zijde van de landinrichtingscommissie begroot op nihil. Het vonnis is uitgesproken op 9 februari 2012 door de rechters S.M.J. van Dijk, J.A. van Voorthuizen en T. van de Poll.