ECLI:NL:RBMID:2012:BX3747

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
27 juni 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
82712 / FA RK 12-285
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voornaamswijziging van een transgenderpersoon na eerdere wijziging

In deze zaak heeft de Rechtbank Middelburg op 27 juni 2012 uitspraak gedaan over een verzoek tot voornaamswijziging van een persoon met een transgenderstatus. Verzoeker, die oorspronkelijk als man geboren is, had in 1984 zijn voornamen gewijzigd van mannelijke naar vrouwelijke namen. Na een periode van leven als vrouw, heeft verzoeker besloten om weer als man door het leven te gaan en verzoekt nu om zijn voornamen opnieuw te wijzigen naar de oorspronkelijke mannelijke namen. De rechtbank heeft het verzoek beoordeeld aan de hand van de relevante wetgeving, met name artikel 1:4 van het Burgerlijk Wetboek, dat stelt dat een wijziging van voornamen kan worden gelast op verzoek van de betrokken persoon, mits er voldoende zwaarwichtig belang is.

De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij in zijn huidige situatie hinder ondervindt van zijn vrouwelijke voornamen in combinatie met zijn mannelijke verschijning. De rechtbank overweegt dat de vrouwelijke voornamen, gezien de mannelijke verschijning van verzoeker, als ongepast kunnen worden aangemerkt. Bovendien is het belang van naamconsistentie in het rechtsverkeer van groot belang, vooral in het licht van de huidige administratieve praktijken. De rechtbank concludeert dat het verzoek van verzoeker om zijn voornamen opnieuw te wijzigen naar de mannelijke namen niet ongepast is en in overeenstemming is met de wet.

De rechtbank gelast daarom de wijziging van de voornamen van verzoeker, zodat zijn namen weer zullen luiden als de oorspronkelijke mannelijke voornamen. Deze beslissing is genomen door mr. S. Kuypers, in aanwezigheid van de griffier mr. J.J. Visser-Hendriks, en is openbaar uitgesproken op de zitting van 27 juni 2012.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDELBURG
Sector civiel recht
zaak/reknr.: 82712 / FA RK 12-285
beschikking d.d. 27 juni 2012
Mr. R. Heinen, advocaat te Doetinchem, heeft namens
de heer [vrouwelijke voornamen] [geslachtsnaam] (hierna: verzoeker),
wonende te [woonplaats], gemeente [gemeente],
een verzoekschrift ingediend strekkende tot voornaamswijziging.
1. Het procesverloop
De rechtbank oordeelt op grond van de navolgende stukken:
- het verzoek tot voornaamswijziging, met onderliggende stukken, ingekomen ter griffie van de rechtbank Arnhem op 20 februari 2012;
- de beschikking van de rechtbank Arnhem d.d. 24 februari 2012, waarbij de zaak is doorverwezen naar de rechtbank Middelburg;
- de brief d.d. 30 maart 2012, met aanvullend stuk, van mr. Heinen;
- de brief d.d. 4 mei 2012, met aanvullend stuk, van mr. Heinen.
2. De feiten
2.1 Verzoeker is geboren in de gemeente [gemeente van geboorte] op [geboortedatum] en werd in de registers van de burgerlijke stand van die gemeente ingeschreven als kind van het mannelijke geslacht met de voornamen “[mannelijke voornamen]”.
2.2 Verzoeker heeft de Nederlandse nationaliteit.
2.3 Bij beschikking van de rechtbank ’s-Gravenhage d.d. 23 mei 1984 is de wijziging gelast van de voornamen van verzoeker in die zin dat zij niet langer “[mannelijke voornamen]”, maar “[vrouwelijke voornamen]” zouden luiden. De ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [gemeente van geboorte] heeft deze voornaamswijziging op 21 juni 1984 op de geboorteakte van verzoeker vermeld.
3. De beoordeling
3.1 Het verzoek;
Verzoeker vraagt de rechtbank thans om de bij beschikking van de rechtbank ’s-Gravenhage d.d. 23 mei 1984 in “[vrouwelijke voornamen]” gewijzigde voornamen te wijzigen in “[mannelijke voornamen]”. Verzoeker heeft hiertoe, kort samengevat, aangevoerd dat hij een transgenderstatus heeft en thans, nu hij na geruime tijd als vrouw geleefd te hebben weer als man door het leven gaat, in het dagelijks leven hinder ondervindt van zijn vrouwelijke voornamen in combinatie met zijn mannelijke verschijning en de (ongewijzigde) mannelijke geslachtsaanduiding op zijn geboorteakte.
3.2 De beoordeling;
De rechtbank overweegt als volgt. Ingevolge artikel 1:4 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan op verzoek van de betrokken persoon een wijziging van de voornamen worden gelast. Voor een voornaamswijziging dient voldoende zwaarwichtig belang te bestaan. Verzoeker heeft naar het oordeel van de rechtbank voldoende aannemelijk gemaakt dat daarvan in de onderhavige situatie sprake is. Verzoeker is als man geboren, maar heeft onweersproken gesteld dat hij in zijn jonge jaren de overtuiging had tot de andere kunne te behoren. Hij ging als vrouw door het leven en in 1984 is op zijn verzoek de wijziging van zijn mannelijke voornamen “[mannelijke voornamen]” in de vrouwelijke voornamen “[vrouwelijke voornamen]” gelast. Wijziging van het in de geboorteakte vermelde geslacht van verzoeker heeft nimmer plaatsgevonden, ook niet nadat de mogelijkheid daartoe in 1985 in het Nederlands recht is geïntroduceerd. Het geslacht van verzoeker is derhalve formeel steeds mannelijk gebleven. Verzoeker gaat, na een lange overgangsperiode, sinds 2006 ook feitelijk weer als man door het leven. Hij heeft onweersproken gesteld dat hij in die hoedanigheid in het dagelijks leven veel hinder ondervindt van zijn vrouwelijke voornamen. De man heeft naar het oordeel van de rechtbank voldoende aannemelijk gemaakt dat zijn vrouwelijke voornamen in combinatie met zijn mannelijk geslacht identificatieproblemen opleveren. Bovendien kunnen de vrouwelijke voornamen, gelet op de mannelijke verschijning en het mannelijk geslacht van de man, aangemerkt worden als ongepast in de zin van artikel 1:4 lid 2 BW. Het voorgaande in aanmerking genomen heeft de man voldoende belang bij de door hem verzochte naamswijziging. Het belang dat het rechtsverkeer in zijn algemeenheid heeft bij naamconsistentie weegt daar, mede gelet op de huidige inrichting van de publieke administratie die vaak werkt met het burgerservicenummer, onvoldoende tegen op.
De door verzoeker gewenste voornamen “[mannelijke voornamen]” zijn bovendien niet ongepast in de zin van artikel 1:4 lid 2 BW en stemmen evenmin overeen met een bestaande geslachtsnaam. Het verzoek vindt derhalve voldoende steun in de wet, zodat de rechtbank de verzochte voornaamswijziging zal gelasten.
4. De beslissing
De rechtbank:
gelast de wijziging van de voornamen van verzoeker, geboren als [mannelijke voornamen] [geslachtsnaam] te [geboorteplaats] op [geboortedatum], in die zin dat zijn namen, die overeenkomstig de beschikking van de rechtbank ’s-Gravenhage d.d. 23 mei 1984 op 21 juni 1984 op de geboorteakte waren gewijzigd in [vrouwelijke voornamen] [geslachtsnaam], nogmaals gewijzigd worden in die zin dat zij (wederom) zullen komen te luiden:
[mannelijke voornamen] [geslachtsnaam].
Deze beslissing is gegeven door mr. S. Kuypers in tegenwoordigheid van de griffier mr. J.J. Visser-Hendriks en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 27 juni 2012.
(JV)