vonnis
RECHTBANK MIDDELBURG
zaaknummer / rolnummer: 77603 / HA ZA 11-100
Vonnis van 25 januari 2012
[eiser in conventie, verweerder in reconventie], h.o.d.n. Loon- en Verhuurbedrijf [eiser in conventie, verweerder in r[eiser in conventie, verweerder in reconventie],
gevestigd te Rhoon, gemeente Albrandswaard,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
advocaat mr. J.U. Stam te Hattem,
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie],
wonende te Waarde, gemeente Reimerswaal,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. J.J. Spijk te Middelburg.
Partijen zullen hierna [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 17 augustus 2011
- het proces-verbaal van comparitie van 26 september 2011.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] exploiteert een bedrijf dat zich bezighoudt met verhuur van landbouwmaterieel en grondverzetmachines. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] exploiteert een bedrijf dat zich bezighoudt met handel in gebruikte landbouwmachines. Partijen hebben medio november 2009 een koopovereenkomst – verder de overeenkomst – gesloten met betrekking tot koop door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] van een vrachtwagen merk Scania, type 124 met Floor oplegger – verder de oplegger – voor een bedrag van € 25.000,00 exclusief BTW. Daarnaast hebben partijen een koopovereenkomst gesloten met betrekking tot verkoop door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] van een Unimog voor een bedrag van € 4.250,00 exclusief BTW.
2.2. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft op 5 december 2009 de vrachtwagen met oplegger geleverd. De oplegger is op 17 mei 2010 door NFTS Trailer Service gerepareerd. NFTS Trailer heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] meegedeeld dat de ter reparatie aangeboden oplegger een Nooteboomoplegger uit 1992 betrof en niet een Flooroplegger uit 1978.
2.3. De gemachtigde van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft de koopovereenkomst bij brief aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] van 9 juni 2010 en vervolgens 7 januari 2011 buitengerechtelijk ontbonden.
3. Het geschil
in conventie
3.1. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] vordert, na vermeerdering van eis, dat de rechtbank de tussen hem en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gesloten koopovereenkomst ( gedeeltelijk) ontbindt en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] veroordeelt tot betaling aan hem van een bedrag van € 29.750,00 inclusief BTW, respectievelijk € 22.610,00, vermeerderd met het door hem ter zake van geleden schade gevorderde bedrag, met rente over het aankoopbedrag en met de buitengerechtelijke kosten. Voorts vordert [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de rechtbank te bepalen dat hij de vrachtwagen en oplegger respectievelijk de oplegger binnen 10 dagen na het ontvangen van het aankoopbedrag aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] terug zal leveren met veroordeling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de proceskosten te vermeerderen met de wettelijke rente daarover en in de nakosten, eveneens vermeerderd met de wettelijke rente.
3.2. Volgens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] is [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van de koopovereenkomst omdat de oplegger niet voldoet aan hetgeen is overeengekomen. De door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] verkochte en geleverde oplegger betreft niet een Floor oplegger uit 1978, zoals overeengekomen, maar een Nooteboom oplegger uit 1992. De gemachtigde van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] erkent in zijn/haar brief van 22 juni 2010 aan de vertegenwoordiger van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] dat niet de overeengekomen oplegger is geleverd. De oplegger heeft daardoor niet het juiste kentekenbewijs als gevolg waarvan de oplegger geen identiteit heeft. De oplegger heeft daardoor voor [eiser in conventie, verweerder in reconventie] geen waarde. De oplegger mag zonder correct kentekenbewijs niet gebruikt worden. Bij brief van 9 juni 2010 en vervolgens opnieuw bij brief van 7 januari 2011 heeft de gemachtigde van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de overeenkomst buitengerechtelijk ontbonden. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] geeft aan deze buitengerechtelijke ontbinding geen gevolg.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft als gevolg van het toerekenbaar tekortkomen door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ook schade geleden. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft kosten gemaakt, onder andere ter zake van verzekering voor een vrachtwagen en oplegger die hij niet mag gebruiken. Deze schade beloopt tot en met 31 januari 2011 een bedrag van € 9.998,15. In de periode vanaf 31 januari 2011 tot en met 17 augustus 2011 is de schade opgelopen met een bedrag van € 10.696,39 met welk bedrag [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zijn vordering tot schadevergoeding vermeerdert. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] betwist dat de tekortkoming van dusdanig geringe betekenis is dat deze de ontbinding niet rechtvaardigt. De Nooteboom oplegger kan niet worden gebruikt. Gedeeltelijke ontbinding is geen oplossing omdat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] geen belang heeft bij de vrachtwagen omdat de oplegger niet kan worden gebruikt.
3.3. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voert verweer. Hij betwist gemotiveerd dat levering van een dieplader van het merk Floor uit 1978 is overeengekomen en dat een dieplader van het merk Nooteboom uit 1992 is geleverd. Volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] was [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet geïnteresseerd in het merk en de leeftijd. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gaat ervan uit dat de door hem aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] verkochte oplader een oplader van het merk Floor betreft uit 1978. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] baseert zijn stelling dat het een oplegger van het merk Nooteboom betreft slechts op een vermoeden van een werknemer van NFTS Trailerservice. Niet eerder is bij onderhoudsbeurten of APK-keuringen een onregelmatigheid in het chassisnummer geconstateerd. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betwist dat de oplegger niet door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] kan worden gebruikt. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft de oplegger ook gebruikt. Indien en voor zover het kentekenbewijs niet bij de oplegger past kan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] een nieuw kentekenbewijs aanvragen. Indien en voor zover de oplegger zou zijn gestolen, hetgeen [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gemotiveerd betwist, staat ook dat aan gebruik door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet in de weg. De dieplader is ingevolge de artikelen 3:84 lid 1 BW jo. art. 3:90 lid 1 rechtsgeldig geleverd. De revindicatietermijn van drie jaar van lid 3 van artikel 3:86 BW is inmiddels verstreken en de oplegger is niet opgeëist. Ontbinding is voorts niet gerechtvaardigd omdat een oplegger van het merk Nooteboom van latere datum meer waard is. De vordering tot ontbinding kan niet worden toegewezen omdat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de overeenkomst buitengerechtelijk heeft ontbonden. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betwist gemotiveerd de door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in het kader van de ongedaanmaking na ontbinding gevorderde bedragen. Indien de overeenkomst wordt ontbonden maakt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aanspraak op een vergoeding voor gebruik van de vrachtwagen met oplegger, respectievelijk de oplegger vanaf 5 december 2009. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betwist gemotiveerd tot schadevergoeding gehouden te zijn en dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] schade heeft geleden alsmede de hoogte van het door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gevorderde bedrag. Voorts betwist [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd te zijn.
in voorwaardelijke reconventie
3.4. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vordert samengevat - veroordeling van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] tot betaling van € 168.908,60 ingeval van gehele ontbinding en € 71.876,00 bij partiële ontbinding te vermeerderen met een bedrag van € 279,65 respectievelijk € 119,00 per dag vanaf 1 augustus 2011 tot en met de dag waarop de vrachtwagen met oplegger aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zal zijn teruggeleverd vermeerderd met rente. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] verwijst daartoe naar hetgeen hij in conventie heeft gesteld.
3.5. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] betwist de vordering. Volgens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] is deze ongegrond. Niet is sprake van een situatie waarin na ontbinding de op grond van de overeenkomst verrichte prestaties niet ongedaan kunnen worden gemaakt. Er is sprake van een koopovereenkomst en niet van een gebruiksovereenkomst. Indien en voor zover [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] recht meent te hebben op schadevergoeding is de vordering ongegrond. Niet is sprake van een toerekenbare tekortkoming door [eiser in conventie, verweerder in reconventie].
4. De beoordeling
in conventie
4.1. De rechtbank overweegt dat, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie], althans diens (voormalig) advocaat in zijn/haar brief van 22 juni 2010 gericht aan de vertegenwoordig(st)er van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft erkend dat, in tegenstelling tot wat partijen meenden, de oplegger geen Floor oplegger uit 1978 betrof maar een Nooteboomoplegger uit 1982. De rechtbank passeert dan ook de stellingen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voor zover die zien op de betwisting door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dat een andere oplegger dan de Floor oplegger zou zijn geleverd. De geleverde oplegger is dus een andere dan de oplegger vermeld op het kentekenbewijs. Ingevolge artikel 36 lid 5 van de Wegenverkeerswet 1994 dienen motorrijtuigen en aanhangwagens overeen te komen met de gegevens in het kentekenbewijs. In het onderhavige geval voldoet het bij de oplegger geleverde kentekenbewijs daar niet aan. Overtreding van artikel 36 Wegenverkeerswet 1994 levert een strafbaar feit op waarvoor de eigenaar, althans bestuurder aansprakelijk is. Gevolg is dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de aanhangwagen niet op de openbare weg mag laten staan of daarover mag (doen) voortbewegen. De politie Rotterdam-Rijnmond heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] bij e-mailbericht van 10 januari 2011 ook meegedeeld dat hij met de oplegger niet mag rijden.
Gelet hierop moet [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dan ook geacht worden tekortgekomen te zijn in de nakoming van de overeenkomst. Deze tekortkoming rechtvaardigt de ontbinding, immers, [eiser in conventie, verweerder in reconventie] kan de oplegger niet gebruiken. De oplegger voldoet niet aan hetgeen [eiser in conventie, verweerder in reconventie] op grond van de overeenkomst mocht verwachten.
4.2. Bij brief van 9 juni 2010 en vervolgens van 22 januari 2011 van de gemachtigde van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft de gemachtigde van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de koopovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft de stelling van de gemachtigde van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in zijn brief van 7 januari 2011 dat ondanks dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] meerdere mogelijkheden heeft geboden om alsnog een geldig kenteken te verkrijgen dit niet tot resultaat heeft geleid, en ook geen kenteken voor de oplegger kan worden verkregen omdat het vermoeden bestaat dat de oplegger van diefstal afkomstig is, niet bestreden. Gelet daarop, en nu de tekortkoming de ontbinding ten aanzien van de oplegger rechtvaardigt, is de overeenkomst per 7 januari 2011 (gedeeltelijk, voor zover het de oplegger betreft) buitengerechtelijk ontbonden. Door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zijn geen feiten en/of omstandigheden gesteld op grond waarvan aangenomen moet worden dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] toerekenbaar tekortgekomen is in het nakomen van de koopovereenkomst waar het de Scania vrachtwagen type 124 betreft.
4.3. Als gevolg van deze ontbinding ontstaat voor partijen over en weer een verbintenis tot ongedaanmaking van de reeds door hen ontvangen prestaties. Voor [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betekent dit dat hij gehouden is tot teruggave van dat deel van de door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] betaalde koopsom dat ziet op de oplegger. Volgens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] kan de waarde van de oplegger worden geschat op € 22.610,00 inclusief BTW. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betwist gemotiveerd de door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gestelde waarde. Gelet op de gemotiveerde betwisting door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zal de rechtbank [eiser in conventie, verweerder in reconventie], die daarvan ook bewijs aanbiedt, toelaten te bewijzen dat de oplegger ten tijde van de aankoop op 30 november 2009 een waarde had van € 22.610,00. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft bewijs door het horen van getuigen aangeboden. De rechtbank acht het echter aannemelijk dat er ook voor vrachtwagens en opleggers een onafhankelijke koerslijst bestaat of soortgelijke documentatie op basis waarvan de waarde van de vrachtwagen en/of de oplegger kan worden bepaald. De rechtbank zal [eiser in conventie, verweerder in reconventie] dan ook in eerste instantie toelaten de prijs van de oplegger door middel van het overleggen van stukken te bewijzen. De rechtbank zal de zaak daartoe verwijzen naar de rolzitting van woensdag 22 februari 2012. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zal in de gelegenheid worden gesteld te reageren.
4.4. Op het door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] terug te betalen bedrag dient een bedrag ter zake van waardevermindering van de oplegger gedurende het gebruik door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gedurende de periode december 2009 tot december 2010 in mindering te worden gebracht. De rechtbank acht het redelijk het bedrag ter zake van waardevermindering gelijk te stellen aan het bedrag waarmee [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gedurende die periode de oplegger heeft afgeschreven. De rechtbank stelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in de gelegenheid om, eveneens ter rolle van 22 februari 2012 een berekening van de afschrijving op de oplegger in het geding te brengen. Deze berekening moet met administratieve bescheiden onderbouwd zijn en zijn opgesteld overeenkomstig de door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gehanteerde afschrijvingsmethode. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zal in de gelegenheid worden gesteld op die berekening de reageren.
4.5. De rechtbank is van oordeel dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gehouden is tot vergoeding van de als gevolg van de tekortkoming door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] geleden schade. De omstandigheid dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een andere oplegger heeft geleverd dan overeengekomen dient voor zijn rekening en risico te komen. De omstandigheid dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te goeder trouw zou hebben aangenomen dat het een Floor oplegger uit 1978 betrof doet daar niet aan af. Met betrekking tot het door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ter zake van schadevergoeding te betalen bedrag overweegt de rechtbank dat de ter zake van de vrachtwagen gemaakte onkosten niet voor vergoeding in aanmerking komen. Door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zijn geen feiten en/of omstandigheden gesteld op grond waarvan moet worden aangenomen dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] geacht moet worden toerekenbaar tekortgekomen te zijn in de nakoming van de overeenkomst voor zover het de vrachtwagen betreft. De overeenkomst is dus, zoals vorenstaand overwogen, slechts ontbonden voor zover het de oplegger betreft.
Van de door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ter nadere onderbouwing van zijn schade aan de dagvaarding gehechte facturen kunnen, gelet op het vorenstaande, als schade worden aangemerkt de facturen van 6, 31, 28, 30 en 31 december 2010 en van 31 januari 2011 ter zake van kosten gemaakt voor (vervangend) transport, de facturen van 14 mei, 26 mei en 7 juli 2010 ter zake van reparaties en de factuur van 11 mei 2010 ter zake van de APK-keuring van de oplegger, totaal € 3.335,53 exclusief BTW. Met betrekking tot het door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] bij vermeerdering van eis als schadevergoeding gevorderde bedrag van € 10.696,39 overweegt de rechtbank dat het bedrag ter zake van een APK-keuring niet voor vergoeding in aanmerking komt omdat dat bedrag ziet op de Scania vrachtwagen. Voor zover dit bedrag ziet op de huur van een vervangende oplegger overweegt de rechtbank dat uit de vordering tot schadevergoeding die ziet op de periode voorafgaand aan 31 januari 2011 volgt dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de oplegger slechts enkele dagen per maand gebruikt. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt zelf, ter betwisting van de reconventionele vordering van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dat hij de oplegger hoogstens 8 dagen per maand gebruikt. Gelet op het vorenstaande moet [eiser in conventie, verweerder in reconventie] geacht worden in de periode van 1 februari 2011 tot 22 augustus 2011, de datum waarop hij een nieuwe oplegger heeft aangeschaft, niet meer dan 6 keer 8 dagen per maand en voor de maand augustus nog 6 dagen, totaal 54 dagen een vervangende oplegger te hebben moeten huren. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt, en dat blijkt ook uit de door hem als productie 16 overgelegde nota’s, dat de huurprijs € 80,-- per dag exclusief BTW bedraagt. De rechtbank begroot de schade ter zake van de huur van een vervangende oplegger in de periode van 1 februari 2011 tot 22 augustus 2011 totaal exclusief BTW op € 4.320,00. De schade bedraagt derhalve, gelet op het vorenstaande, een bedrag van € 7.655,53. De door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] op de facturen betaalde BTW is naar het oordeel van de rechtbank niet als schade aan te merken omdat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] deze kan verrekenen met de door hem verschuldigde BTW.
4.6. De vordering om de koopovereenkomst voor zover die ziet op de vrachtwagen Scania 124 te ontbinden zal worden afgewezen omdat door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] geen feiten en of omstandigheden zijn gesteld op grond waarvan moet worden aangenomen dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tekortgekomen is in de nakoming van de koopovereenkomst voor zover dat de vrachtwagen betreft. Voor zover de vordering de koopovereenkomst te ontbinden ziet op de oplegger zal deze worden afgewezen bij gebrek aan belang omdat de koopovereenkomst door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] voor wat betreft de oplegger buitengerechtelijk is ontbonden.
4.7. De vordering te bepalen dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de oplegger terug zal leveren aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zal niet worden toegewezen. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft daarbij geen belang nu het aan hemzelf is om tot teruglevering over te gaan.
4.8. De rechtbank zal iedere verdere beslissing aanhouden.
in voorwaardelijke reconventie
4.9. De door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aan het instellen van zijn reconventionele vordering verbonden voorwaarde is in vervulling gegaan. De rechtbank komt gelet daarop toe aan de beoordeling van de vordering in reconventie.
4.10. De overeenkomst is tussen partijen als gevolg van de ontbindingsverklaring van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] (gedeeltelijk) ontbonden. De rechtbank verwijst naar hetgeen zij vorenstaand onder punt 4.2. heeft overwogen. Als gevolg van de ontbinding is tussen partijen over en weer een verbintenis tot ongedaanmaking van de reeds door hen ontvangen prestaties ontstaan. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] is ingevolge de verbintenis tot ongedaanmaking gehouden terug te leveren hetgeen hij op grond van het ontbonden deel van de koopovereenkomst van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] geleverd heeft gekregen, de oplegger. In het onderhavige geval is sprake van een koopovereenkomst en niet van een gebruiksovereenkomst. Voor toewijzen van een gebruiksvergoeding zoals door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gevorderd ontbreekt derhalve de grondslag. Voor zover hetgeen teruggeleverd wordt in waarde is verminderd wordt deze waardevermindering verdisconteerd in de hoogte van de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] terug te betalen koopsom. De rechtbank verwijst naar hetgeen zij vorenstaand in punt 4.4. heeft overwogen.
De rechtbank zal de vordering van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] derhalve afwijzen.
4.11. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zal, nu zijn vordering wordt afgewezen, worden veroordeeld in de proceskosten. De kosten aan de zijde van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] worden begroot op een bedrag van € 1.421,00 (1,0 punt x tarief € 1.421,00).
5. De beslissing
De rechtbank
- verwijst de zaak naar de rol van 22 februari 2012 teneinde [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in de
gelegenheid te stellen om stukken in het geding te brengen op basis waarvan de waarde
van de vrachtwagen en/of de oplegger ten tijde van de aankoopdatum, 30 november 2009,
kan worden bepaald en om hem in de gelegenheid te stellen tot het in het geding brengen
van de onder punt 4.4. bedoelde berekening;
- bepaalt dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vervolgens in de gelegenheid wordt gesteld om op de door [eiser in conventie, verweerder in reconventie]
in het geding gebrachte stukken te reageren;
- houdt iedere verdere beslissing aan;
- veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de proceskosten aan de zijde van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] tot op heden begroot
op € 1.421,00;
- verklaart dit vonnis ten aanzien van de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.K. van der Lende-Mulder Smit en in het openbaar uitgesproken op 25 januari 2012.(