zaak/repnr.: 224459 / 11-1310
beschikking van de kantonrechter d.d. 25 januari 2012
[partij A],
wonende te [adres],
verzoekende partij,
verder te noemen: [verzoeker],
gemachtigde: mr. F.A. Bosma,
[verweerder 1],
wonende te [adres],
[verweerder 2],
wonende te [adres],
[verweerder 3],
wonende te [adres],
[verweerder 4],
wonende te [adres],
[verweerder 5],
wonende te [adres],
verwerende partij,
tezamen te noemen: verweerders,
gemachtigde: mr. P.H. Pijpelink.
het verloop van de procedure
De procedure is als volgt verlopen:
- verzoekschrift, ingediend op 11 augustus 2011,
- verweerschrift, houdende een tegenverzoek,
- mondelinge behandeling d.d. 2 november 2011,
- akte, tevens eiswijziging zijdens [verzoeker],
- akte van verweerders,
- tussenbeschikking d.d. 7 december 2011,
- akte van verweerders.
de beoordeling van de zaak
1. [Verzoeker] en verweerders zijn gezamenlijk eigenaar van een T-vormig stuk weg, kadastraal bekend [gemeente O], [sectie], nummers [X, Y en Z]. Het gebruik van deze weg zorgt voor conflicten tussen [verzoeker] en verweerders. [Verzoeker] heeft daarom een gebruiksregeling voorgesteld en aan de kantonrechter verzocht deze gebruiksregeling vast te stellen.
2. Op 2 november 2011 heeft er een mondelinge behandeling ter plaatse plaatsgevonden. Hierbij hebben zowel [verzoeker] als verweerders hun standpunten kenbaar gemaakt. Na wijziging van eis liggen er drie voorstellen ter beoordeling.
3. Primair stelt [verzoeker] thans voor op de percelen [Y en Z] drie eigen parkeerplaatsen te realiseren voor [verweerders 1 en 3] en hemzelf in de vorm van langsparkeren. Deze parkeerplaatsen kunnen voldoen aan de richtlijnen van het ASVV. Verweerders daarentegen stellen thans voor dat er vier eigen parkeerplaatsen worden gerealiseerd, drie op de percelen [Y en Z] voor [verweerders 1, 3 en 5], alle zo dicht mogelijk gelegen bij de toegang tot het eigen erf, en voor [verzoeker] een eigen parkeerplaats op perceel [X], eveneens dicht bij de toegang zijn eigen erf. Dit voorstel is op 2 november 2011 met partijen besproken. Subsidiair heeft [verzoeker] zijn voorstel uit het verzoekschrift gehandhaafd. Dat houdt in dat op de percelen [Y en Z] voor [verweerders 1 en 3] en hemzelf drie eigen parkeerplaatsen worden gerealiseerd, alle zo dicht mogelijk bij de toegang tot het eigen erf.
4. De kantonrechter is van oordeel dat die gebruiksregeling moet worden vastgesteld die voor alle mede-eigenaren de meeste voordelen en de minste nadelen heeft. De voorstellen van [verzoeker] hebben het grote bezwaar dat zij niet voorzien in een eigen parkeerplaats voor [verweerder 5]. Weliswaar heeft [verweerder 5] tot nu toe steeds op zijn eigen erf geparkeerd, maar als mede-eigenaar mag hij evenzeer aanspraak maken op een eigen parkeerplaats. Door de ondertekening van het laatste voorstel van verweerders heeft hij daar ook aanspraak op gemaakt. Ook moet rekening worden gehouden met een eventuele toekomstige eigendomsovergang. Een rechtsopvolger van [verweerder 5] behoort als mede-eigenaar ook te kunnen beschikken over een eigen parkeerplaats. Het primaire voorstel van [verzoeker] van langsparkeren heeft voorts het nadeel dat het risico van parkeerschade reëel is, aangezien bij duisternis zonder enige perceelsverlichting moet worden ingeparkeerd. Voorts wordt met dit voorstel ook overdag ingeleverd op parkeercomfort. Daarentegen is er ervaring met het parkeren op de wijze zoals verweerders thans voorstellen. Dat heeft nooit tot parkeerschade geleid, althans daaromtrent is niets gesteld of gebleken.
5. Nieuw in het voorstel van verweerders is dat de parkeerplaats van [verzoeker] zal worden gerealiseerd op de weg met perceelnr. [X] (verder: weg [X]) aan de oostzijde. [Adres P] te [plaats Q] vormt een lus. De omsloten percelen worden recht doorsneden door de weg [X]. Die komt dus aan beide einden uit op de openbare weg van [adres P]. Door het realiseren van een parkeerplaats op weg [X] wordt die weg aan de oostzijde afgesloten, wanneer er op die parkeerplaats geparkeerd wordt. Dat is niet in strijd met het algemeen belang, aangezien weg [X] niet voor het openbaar verkeer openstaat. Alleen de bewoners en bezoekers van de aangelegen percelen mogen er gebruik van maken. Vanuit de voor [verzoeker] voorziene parkeerplaats kan men weg [X] steeds aan beide zijden uitrijden. Dat zal niet opgaan voor de andere mede-eigenaren en hun bezoekers, maar verweerders stellen deze oplossing zelf voor en zij aanvaarden dat voor hen en hun bezoekers de weg aan de oostzijde afgesloten zal zijn. Dat is voor hen geen bezwaar omdat zij altijd nog via de westzijde van weg [X] toegang zullen hebben. Dat laatste geldt ook voor hulpdiensten.
6. Niet uit te sluiten is dat er in noodsituaties toch reden is om gebruik te maken van de oostzijde van weg [X]. Dan zal daarvoor een passende oplossing moeten worden gevonden. [Verzoeker] kan bijvoorbeeld worden verzocht de op zijn parkeerplaats geparkeerde auto tijdelijk te (laten) verplaatsen. In een noodsituatie zal hij daar gevolg aan moeten geven. Een en ander geldt overigens evenzeer voor de drie andere voorgestelde parkeerplaatsen. Niet uit te sluiten is dat in een noodsituatie ook daarop geparkeerde auto’s verplaatst moeten worden. Een dergelijke uitzonderingssituatie is echter geen toereikende reden om de door verweerders voorgestelde gebruiksregeling te verwerpen. Ook op of aan een voor het openbaar verkeer opengestelde weg kunnen zich noodsituaties voordoen waardoor gepar-keerde of stilstaande auto’s verplaatst dienen te worden.
7. Alles afwegende verdient het voorstel van verweerders de voorkeur. De belangrijkste reden daarvoor is dat dat voorstel voorziet in vier eigen parkeerplaatsen voor de vier mede-eigenaren, tevens eigenaren van vier aangelegen percelen. Verweerders hebben bij hun voorstel een schets gevoegd, waarop diverse maten en afstanden zijn vermeld. De kantonrechter neemt ook dit onderdeel van het voorstel over en zal daarom een gewaarmerkte fotokopie van deze schets aan deze beschikking hechten. De afmetingen van de parkeervakken zijn niet vermeld. De lengte wordt bepaald op 5,50 meter, aangezien fileparkeren niet vereist is, en de breedte op twee meter. De schets zal moeten worden gebruikt bij het realiseren van de vier parkeerplaatsen op de op de schets aangegeven plaatsen.
8. Dat laatste is een kwestie van beheer van het gemeenschappelijke eigendom. Om conflictstof te vermijden zullen de mede-eigenaren worden verplicht de parkeerplaatsen in het wegdek te markeren, zodat zij als parkeervak duidelijk zichtbaar zullen zijn. In bestrating is het gebruikelijk om dat te doen met witte hoekstenen, maar het kan ook op andere wijze. Het markeren van de parkeerplaatsen als parkeervak dienen de mede-eigenaren in goed overleg te realiseren, waarbij ieder zijn aandeel in de kosten zal moeten dragen. Het markeren van de parkeerplaatsen is in het bijzonder van belang met het oog op manoeuvreerruimte. Daarom zal de gebruiksregeling tevens inhouden dat er buiten de parkeervakken niet mag worden geparkeerd. Stil staan is niet hetzelfde als parkeren, maar stil staan is naar zijn aard van korte duur (een paar minuten).
9. Dat laatste levert wellicht een probleem op wanneer er een caravan of ander groot voertuig moet worden in- of uitgeladen. Zo’n voertuig is allicht te groot voor het parkeervak. Voor dat geval wordt aangesloten bij de regeling van art. 5:6 van de APV gemeente [N]. Een caravan of ander groot voertuig mag maximaal drie achtereenvolgende dagen op (en iets buiten) het parkeervak staan. Dat geldt ook wanneer het grote voertuig binnen het parkeervak zou passen. Er is geen toereikende reden om een caravan of ander groot voertuig langer dan drie dagen op een parkeervak te laten staan. Ook dient men bij het parkeren van een caravan of ander groot voertuig erop toe te zien dat er voldoende manoeuvreerruimte overblijft voor de andere weggebruikers. Bij beperking van die ruimte is overleg met alle mede-eigenaren mogelijk en noodzakelijk.
10. De gebruiksregeling voorziet in vier eigen parkeerplaatsen van de vier aangelegen percelen. Dat houdt in dat anderen dan de perceelseigenaar niet ongevraagd gebruik mogen maken van zijn parkeerplaats. Anderzijds heeft de perceelseigenaar wel het recht om anderen gebruik te laten maken van zijn parkeerplaats. Hij kan bezoek toestaan op zijn parkeerplaats te parkeren. Het gevolg is dan uiteraard dat hij zelf daar niet kan parkeren. Het recht van de perceelseigenaar omvat tevens het recht om andere perceelseigenaren gebruik te laten maken van de eigen parkeerplaats. Indien een perceelseigenaar dat wenst mag hij anderen een doorlopende toestemming geven om gebruik te maken van zijn parkeerplaats. Maar zulke doorlopende toestemming geeft uitsluitend een persoonlijke aanspraak op gebruik van het parkeervak. Bij eigendomsovergang van het perceel vervalt deze aanspraak. Tegenover een nieuwe perceelseigenaar kan men dus niet een parkeerrecht claimen op de grond dat men van de vorige eigenaar op zijn parkeerplaats mocht parkeren.
11. Verweerders zullen met deze regeling onderling in staat zijn als goede buren soepel om te gaan met de beschikbare parkeerplaatsen. Evenals verweerders zal [verzoeker] uitsluitend het gebruik van de eigen parkeerplaats mogen regelen. Anderzijds zijn partijen als mede-eigenaren naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid jegens elkaar verplicht om erop toe te zien dat derden niet ongevraagd gebruik maken van de parkeerplaats van een andere perceelseigenaar. Hieruit volgt dat ieder van partijen erop bedacht moet zijn dat bezoekers ongevraagd parkeren op een parkeerplaats waarvoor geen toestemming is, of buiten een parkeervak, en actie moeten ondernemen om die onrechtmatige situatie te voorkomen of op te heffen. Dat kan bijvoorbeeld door elders te laten parkeren of wellicht door alsnog toestemming te verkrijgen. Regelmatige bezoekers dienen van de parkeerregeling op de hoogte te worden gesteld. In dit kader verdient het voorts aanbeveling bij de toegangen van weg [X] een bordje te plaatsen met de mededelingen “eigen weg” en “parkeren alleen in de vakken”. Tenslotte wordt in overweging gegeven de parkeerregeling van deze beschikking te laten inschrijven in het openbare register voor onroerende zaken.
12. Met de na te melden parkeerregeling is getracht conflictstof voor de toekomst zoveel mogelijk te vermijden, maar er zullen niet voorziene situaties zijn. De mede-eigenaren zijn naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid verplicht elkaar in voorkomend geval over de uitvoering/toepassing van de gebruiksregeling te informeren en zich in te spannen om een oplossing te bereiken. Het feit dat [verzoeker] enerzijds en verweerders anderzijds elkaar niet vriendelijk gezind zijn en elkaar mijden, kan geen reden zijn om dan maar geen informatie te geven, terwijl dat wel nodig is.
13. Partijen hebben beide een veroordeling van de andere partij in de proceskosten verzocht, maar de kantonrechter ziet daarvoor geen aanleiding, nu beide partijen zich in het verleden niet steeds als goede buren jegens elkaar hebben gedragen en beide partijen aanvankelijk een niet evenwichtige gebruiksregeling hebben verzocht.
stelt voor het genot en gebruik van de percelen, kadastraal bekend als [gemeente O], [sectie], nummers [X, Y en Z], die gemeenschappelijk eigendom zijn van partijen, de volgende parkeerregeling vast:
Ieder van de vier mede-eigenaren heeft de beschikking over een eigen parkeerplaats, die behoort bij het perceel waarvan hij eigenaar is, zoals is aangegeven op de schets, waarvan een gewaarmerkte fotokopie aan deze beschikking is gehecht. Voor elke parkeerplaats is er een parkeervak van 5,50 meter lang en 2 meter breed. Parkeren buiten deze parkeervakken is niet toegestaan. Voor caravans of andere grote voertuigen geldt de regeling van art. 5:6 van de APV gemeente [N], zoals die thans luidt, ongeacht of het voertuig binnen het parkeervak past. Anderen dan de perceelseigenaar mogen niet ongevraagd gebruik maken van de bij zijn perceel behorende parkeerplaats. Anderzijds mag een perceelseigenaar een ander daar wel toestemming voor geven, zelfs doorlopend. Zulke toestemming levert een persoonlijke aanspraak jegens de perceelseigenaar op, die bij eigendomsovergang vervalt. Iedere mede-eigenaar regelt uitsluitend het gebruik van de parkeerplaats die bij zijn perceel behoort, zolang hij van dat perceel eigenaar is. De mede-eigenaren zijn verplicht elkaar te informeren over de uitvoering en/of toepassing van deze parkeerregeling. De mede-eigenaren dienen zich in te spannen om parkeren in strijd met deze parkeerregeling te voorkomen of op te heffen en om problemen in goed overleg op te lossen.
bepaalt voor het beheer van de voormelde gemeenschappelijke percelen dat de mede-eigenaren jegens elkaar verplicht zijn de vier parkeerplaatsen in het wegdek te markeren, zodat zij als parkeervak duidelijk zichtbaar zullen zijn, in de totale kosten waarvan iedere mede-eigenaar zijn aandeel dient te dragen;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af hetgeen meer of anders is verzocht.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.J.M. Klarenbeek, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 januari 2012 in tegenwoordigheid van de griffier.