ECLI:NL:RBMID:2011:BW1808
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van vordering tegen niet-bestaande rechtspersoon
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Middelburg op 25 juli 2011 uitspraak gedaan in een civiele procedure waarbij de eiseres, een besloten vennootschap, een vordering had ingesteld tegen een gedaagde partij die werd gedagvaard als een publiekrechtelijk lichaam naar Duits recht. De gedaagde partij, die geen rechtspersoonlijkheid heeft, heeft aangevoerd dat de eiseres een niet-bestaande rechtspersoon in rechte heeft betrokken en dat zij daarom niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar vorderingen. De kantonrechter heeft de procedure gevolgd, waarbij de eiseres en de gedaagde partij verschillende aktes hebben ingediend. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde partij geen natuurlijke persoon of rechtspersoon is en dat er geen reden is om een uitzondering op het beginsel van ontvankelijkheid te aanvaarden. Hierdoor heeft de kantonrechter de eiseres in haar vordering niet-ontvankelijk verklaard.
Daarnaast heeft de gedaagde partij verzocht om een proceskostenveroordeling, maar de kantonrechter heeft geoordeeld dat dit niet mogelijk is, aangezien de gedaagde partij niet als rechtssubject kan worden aangemerkt. De kantonrechter heeft ook overwogen dat de proceskostenveroordeling niet kan worden uitgesproken ten gunste van de gedaagde partij, omdat deze geen rechtspersoon is. Ten slotte heeft de kantonrechter in overweging genomen dat de eiseres mogelijk niet volledig op de hoogte was van de status van de gedaagde partij, wat invloed kan hebben op de proceskostenveroordeling. De beslissing van de kantonrechter is dat de eiseres in haar vordering niet-ontvankelijk wordt verklaard.