ECLI:NL:RBMID:2011:BW0704
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering op grond van de Baijingsleer in arbeidsovereenkomst geschil
In deze zaak, die voor de Rechtbank Middelburg is behandeld, heeft de kantonrechter op 12 september 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser] en de besloten vennootschap Delta Consult B.V. [Eiser] was tot 1 april 2011 in dienst bij Delta en ontving vanaf 1 juli 2011 een WW-uitkering na ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst. Hij vorderde compensatie op basis van een Sociaal Plan dat van toepassing was tijdens een reorganisatie. Dit plan stelde dat hij recht had op 75% van zijn laatstverdiende loon als compensatie voor de wachttijd in verband met de fictieve opzegtermijn. Delta betwistte de vordering en stelde dat [eiser] het Sociaal Plan had afgewezen, waardoor hij geen aanspraak meer kon maken op de compensatie.
De kantonrechter oordeelde dat de regeling in het Sociaal Plan, die 75% van het laatstverdiende salaris betrof, moest worden gezien als een onherroepelijk derdenbeding. Aangezien [eiser] het Sociaal Plan onverwijld had afgewezen, kon hij geen aanspraak maken op de regeling. De kantonrechter wees erop dat de aanvaarding van het beding te laat was, omdat deze pas na de ontbindingsprocedure was gedaan. Bovendien had de kantonrechter in de ontbindingsprocedure al een ontbindingsvergoeding toegekend die de gevolgen van de arbeidsovereenkomst ontbinding compenseerde.
Uiteindelijk werd de vordering van [eiser] afgewezen en werd hij veroordeeld in de proceskosten. De kantonrechter benadrukte dat de vordering op grond van de Baijingsleer niet kon worden toegewezen, omdat de kwestie al eerder in de ontbindingsprocedure aan de orde was geweest. De uitspraak werd gedaan door mr. N.J.C. van Spronssen, kantonrechter, en vond plaats in aanwezigheid van de griffier.