2. Het gaat in deze zaak om het volgende.
2.1 Vanaf 1 september 2002 was [eiser] als ontwikkelingsmanager in dienst van [gedaagde 1]. Zijn salaris bedroeg € 3.150,-- bruto per maand.
2.2.Volgens een verslag van een bespreking op 31 maart 2008 spraken [eiser] en [gedaagde 2] over de gezamenlijke opzet van een bedrijf dat zich bezig ging houden met de aankoop en verkoop van woningen en kavels. Streefdatum voor het operationeel zijn van dat bedrijf was 1 juni 2008. [Eiser] zou per 1 oktober 2008 uit dienst treden van [gedaagde 1]. [Eiser] en [gedaagde 2] spraken af dat zij ieder voor 50% deelnemen in dit bedrijf op basis van volledige gelijkwaardigheid. Dit houdt volgens het verslag in dat:
- winst 50/50 wordt verdeeld,
- eventueel te behalen fiscaal voordeel uit aanwezige verliescompensatie binnen de huidige BV van [eiser] 50/50 wordt verdeeld,
- [eiser] en [gedaagde 2] ieder in gelijke mate bijdragen aan de financiering van het bedrijf. [Eiser] heeft de mogelijkheid € 200.000,-- aan financiering in te brengen, [gedaagde 2] zal een gelijke financiering inbrengen. Het meerdere benodigde zal extern worden gefinancierd.
2.3. Bij brief van 14 april 2008 bevestigde [gedaagde 2] namens [gedaagde 1] aan [eiser] te zijn overeengekomen dat de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd per 1 oktober 2008. [Eiser] ondertekende deze brief voor akkoord.
2.4. Op 12 september 2008 schreef [gedaagde 2] namens [gedaagde 1] voor zover van belang aan [eiser]:
- zoals overeengekomen, eindigt de arbeidsovereenkomst bij [gedaagde 1] per 1 oktober 2008. Na deze datum gaan wij beiden verder als zelfstandig ondernemer die met elkaar samenwerken,
- samen hebben wij gesprekken gevoerd bij de banken voor een financieringslimiet. De Rabo stelt een limiet van € 200.000,--. Dit bedrag is te gering om echt zaken te kunnen doen,
- om duidelijkheid te scheppen wie risico draagt en verantwoordelijk is voor projecten, stel ik de volgende regeling voor. Objecten die in jouw bestaande besloten vennootschap worden ondergebracht doen wij voor gezamenlijke rekening. Voor objecten die voor risico en onder verantwoording van [gedaagde 1] vallen, geldt een achteraf regeling, door mij vast te stellen, waarin een vergoeding aan jou afhangt van de door jou geleverde inspanningen, verantwoordelijkheid en financieel resultaat.
[Eiser] ondertekende deze brief voor akkoord op 18 september 2008.
2.5. [Eiser] was houder van alle aandelen van [eisers BV], verder te noemen [de BV]. In [de BV] was een fiscaal te verrekenen verlies. Namens [eiser] en [gedaagde 2] is bij brief van 21 augustus 2008 aan de belastingdienst de vraag voorgelegd of de beperking van de verliescompensatie niet aan de orde is in de in die brief geschetste situatie. Bij brief van 3 september 2008 deelde de belastingdienst mee dat indien de geschetste situatie zal worden uitgevoerd de toekomstige verliesverrekening van [de BV] niet wordt beperkt.
2.6. Tot gezamenlijke bedrijfsactiviteiten van [eiser] en [gedaagde 2] in het kader van [de BV] en tot gezamenlijke financiering daarvan is het niet gekomen. Wel verrichtte [eiser] vanaf 1 oktober 2008 werkzaamheden voor [gedaagde 1] waarvoor hij geen vergoeding ontving.
2.7. Bij brief van 4 januari 2010 aan [gedaagde 1] riep de gemachtigde van [eiser] namens hem de nietigheid van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst in op grond van dwaling, bedrog of misbruik van omstandigheden.