ECLI:NL:RBMID:2011:BV8196

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
25 juli 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
214097
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.J.M. Klarenbeek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige vertegenwoordiging binnen Verenigingen van Eigenaars met twee leden

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Middelburg op 25 juli 2011, gaat het om een geschil tussen twee Verenigingen van Eigenaars (VvE’s) en een gedaagde partij. De VvE’s, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. B.H. Vader, vorderden betaling van contributies en advocaatkosten van de gedaagde, die zich verzet tegen de rechtsgeldigheid van de vorderingen. De kern van het geschil ligt in de vraag of de gedaagde, [gedaagde], rechtsgeldig kan worden aangesproken door de VvE’s, gezien het feit dat de bestuurder, [X], zichzelf had aangesteld zonder formele benoeming.

De rechtbank oordeelt dat in een VvE met slechts twee eigenaren, zoals in dit geval, besluiten unaniem moeten worden genomen. De gedaagde heeft nooit ingestemd met de aanstelling van [X] als enige bestuurder, en er is geen bewijs van een formele benoeming. De rechtbank concludeert dat de VvE’s niet rechtsgeldig in het geding zijn verschenen, omdat [X] niet bevoegd was om de rechtsvordering in te stellen. Hierdoor zijn de vorderingen van de VvE’s niet-ontvankelijk verklaard.

De rechtbank overweegt verder dat het niet juist zou zijn om de VvE’s zelf in de proceskosten te veroordelen, gezien de omstandigheden. In plaats daarvan worden [X] en mr. B.H. Vader, als gemachtigde, in de gelegenheid gesteld om hun standpunt over de voorgenomen proceskostenveroordeling naar voren te brengen. De beslissing van de rechtbank benadrukt het belang van formele procedures binnen VvE’s en de noodzaak van duidelijke afspraken tussen eigenaren.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDELBURG
Sector kanton
Locatie Middelburg
zaak/rolnr.: 214097 / 11-96
vonnis van de kantonrechter d.d. 25 juli 2011
in de zaak van
de verenigingen
de Vereniging van Eigenaars [adres A - B], en
de Vereniging van Eigenaars [adres C - D],
beide gevestigd te [adres],
eisende partij,
verder te noemen: de VvE’s,
gemachtigde: mr: B.H. Vader,
t e g e n :
[partij Z],
wonende te [adres D],
gedaagde partij,
verder te noemen: [gedaagde],
gemachtigde: mr. M. Bulder.
het verloop van de procedure
De procedure is als volgt verlopen:
- dagvaarding van 29 december 2010,
- conclusies van antwoord, repliek en dupliek.
de beoordeling van de zaak
1. Op 13 augustus 2004 en op 27 juni 2005 heeft een splitsing in appartementsrechten plaats gevonden van het pand [adres C - D] respectievelijk het pand [adres A - B], beide te [adres]. [X] is eigenaar van de appartementen [adres B en C], beide winkels, en [gedaagde] is eigenares van de appartementen [adres A en D], beide bovenwoningen. Bij de splitsingen zijn de verenigingen van eigenaars opgericht, die in deze procedure als eisers optreden. In de akten van splitsing is van toepassing verklaard een modelreglement, verleden op 2 januari 1992 te Rotterdam.
2.1. De VvE’s hebben gevorderd om [gedaagde] te veroordelen tot:
- betaling per automatische overboeking en per de eerste dag van de betreffende maand van de contributie van € 25,- per maand per vereniging op straffe van een dwangsom van € 250,- per dag;
- betaling van € 2.129,85 wegens tot heden gemaakte advocaatkosten;
en te verklaren voor recht dat gedaagde gehouden is tot betaling van verzekeringspremies aan de VvE’s overeenkomstig de breukdelen als bepaald in akten van splitsing, zijnde in beide gevallen 50/50.
2.2. Het meest verstrekkende verweer van [gedaagde] luidt:
Het inschakelen van rechtskundige bijstand is een bevoegdheid van het bestuur van de VvE’s. Tevens behoeft het bestuur ingevolge artikel 41, lid 4, van het modelreglement de machtiging van de vergadering voor het instellen van rechtsvorderingen. [X] meent kennelijk de bestuurder te zijn van de beide VvE’s. Hij heeft zich immers als zodanig ingeschreven in het handelsregister, en wel per 22 april 2010. [X] heeft zichzelf deze functie op eigen initiatief en zonder overleg met [gedaagde] toegekend. Aan deze infunctie-treding is geen benoeming voorafgegaan, als bedoeld in artikel 41 van het modelreglement.
2.3. De VvE’s hebben erkend dat een formele benoeming van [X] tot bestuurder van de beide VvE’s niet heeft plaats gevonden. Zij stellen dat dit feit in redelijkheid niet kan worden tegengeworpen gegeven het feit dat het hier gaat om twee VvE’s met ieder slechts twee eigenaren en het feit dat [X] sinds jaar en dag feitelijk optreedt als bestuurder, en hij met medeweten en goedvinden van [gedaagde] en wijlen haar echtgenoot altijd alles heeft geregeld.
3.1. Maar uit een en ander mag niet worden afgeleid dat [gedaagde] en wijlen haar echtgenoot ermee hebben ingestemd dat [X] de enige bestuurder van de beide VvE’s is. Juist in een VvE met slechts twee eigenaren kunnen de zaken zonder een formeel bestuur geregeld worden in de vergadering van eigenaren via unanieme besluitvorming. Het is een kwestie van uitvoering wie van de eigenaren vervolgens de noodzakelijke werkzaamheden verricht. Niet aanvaardbaar is dat een van de eigenaren zich aanzienlijk meer zeggenschap in de vereniging toeëigent door zichzelf aan te merken als de enige bestuurder (en zich als zodanig in het handelsregister in te schrijven) zonder dat een formele benoeming heeft plaats gevonden. Wanneer via de voorgeschreven procedure een formele benoeming zou hebben plaats gevonden dan zouden [gedaagde] en haar overleden echtgenoot zich erover hebben kunnen beraden of zij wel instemden met een zoveel sterkere positie van [X] binnen de beide VvE’s en het gevolg dat voortaan de zeggenschap daarbinnen ongelijk verdeeld zou zijn.
3.2. Niet weersproken is en mitsdien staat vast dat er geen machtiging is van de algemene vergadering van leden van de beide VvE’s om een rechtsvordering in te stellen.
3.3. De conclusie is dat de VvE’s niet rechtsgeldig in het geding zijn verschenen doordat [X] niet bevoegd was om opdracht te geven tot het voeren van een geding. Daarom zullen de vorderingen niet-ontvankelijk worden verklaard.
4.1. Onder deze omstandigheden zou het niet juist zijn om de VvE’s zelf in de proceskosten te veroordelen. Op basis van art. 245 van het Wetboek van Burgerlijke Rechts-vordering (Rv.) zal ofwel [X], als de opdrachtgever van het geding, ofwel mr. B.H. Vader persoonlijk als de gemachtigde van de VvE’s worden veroordeeld in de proceskosten. Gelet op art. 245, lid 2, Rv. zullen beiden in de gelegenheid worden gesteld hun standpunt hierover naar voren te brengen. Daartoe zal de griffier dit vonnis naar beiden moeten toezenden met het verzoek voor de na te melden roldatum zich ieder schriftelijk uit laten over de voorgenomen proceskostenveroordeling ex art. 245 Rv.
4.2. Van belang hierbij is het feit dat, [X], voor zover de kantonrechter kan zien, nooit brieven heeft ondertekend in hoedanigheid van enige bestuurder van de VvE’s en het feit dat hij eerst in het handelsregister als bestuurder is ingeschreven nadat hij was geadviseerd door mr. B.H. Vader en deze de brief d.d. 22 maart 2010 had geschreven aan [gedaagde]. Vermoed kan daarom worden dat mr. B.H. Vader aan [X] heeft geadviseerd om te procederen op naam van de VvE’s.
de beslissing
De kantonrechter:
bepaalt dat de griffier een afschrift van dit vonnis zal zenden aan:
[X], [adres] en
Mr. B.H. Vader, [adres];
stelt [X] en mr. Vader in de gelegenheid zich ieder afzonderlijk schriftelijk uit te laten over de voorgenomen proceskostenveroordeling, zoals in dit vonnis overwogen;
bepaalt dat de schriftelijke reacties uiterlijk op de rolzitting van maandag 5 september 2011 moeten zijn ontvangen;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.M. Klarenbeek, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 juli 2011 in tegenwoordigheid van de griffier.