ECLI:NL:RBMID:2011:BV0369

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
23 december 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
81388 / KG ZA 11-219
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil tussen Stichting Wonen met Zorg en Ondersteuning en ouders van geestelijk gehandicapte kinderen over ontruiming en geschillenregeling

In deze zaak, die voor de Rechtbank Middelburg is behandeld, gaat het om een kort geding tussen de Stichting Wonen met Zorg en Ondersteuning en een aantal ouders van geestelijk gehandicapte kinderen. De Stichting heeft de ouders aangeklaagd met het verzoek om ontruiming van een appartement dat bestemd was voor hun kind. De ouders, die ook als gedaagden in conventie zijn aangeduid, voeren aan dat de Stichting niet de juiste procedure heeft gevolgd zoals voorgeschreven in de statuten van de Stichting, die een geschillenregeling bevatten. De voorzieningenrechter heeft op 23 december 2011 geoordeeld dat de Stichting niet ontvankelijk is in haar vordering, omdat niet aannemelijk is geworden dat de voorgeschreven weg van overleg en bemiddeling is gevolgd. De rechter heeft vastgesteld dat er geen onafhankelijke stuurgroep is opgericht zoals vereist door de statuten en dat de bemiddeling door de zorgverlener niet als zodanig kan worden gekwalificeerd. De rechter heeft de Stichting verzocht om een onafhankelijke derde te benaderen voor bemiddeling, gezien de emotionele en persoonlijke belangen van de betrokken partijen. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De uitspraak benadrukt het belang van het volgen van de statutaire procedures en de noodzaak van bemiddeling in geschillen die de belangen van kwetsbare kinderen raken.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK MIDDELBURG
Sector civiel recht, voorzieningenrechter
zaaknummer / rolnummer: 81388 / KG ZA 11-219
Vonnis van 23 december 2011
in de zaak van
de STICHTING WONEN MET ZORG EN ONDERSTEUNING,
gevestigd te Middelburg,
eiseres in conventie,
verweerster in voorwaardelijke reconventie,
advocaat: mr. G.J.W. Pulles te Amsterdam,
tegen
1. [gedaagde sub 1 in conventie, eiser sub 1 in voorwaardelijke reconventie],
en
2. [gedaagde sub 2 in conventie, eiser sub 2 in voorwaardelijke reconventie],
echtelieden, zowel voor zichzelf als in hun hoedanigheid van bewindvoerders en wettelijk vertegenwoordigers van hun meerderjarige zoon
3. [gedaagde sub 3 in conventie, eiser sub 3 in voorwaardelijke reconventie],
allen wonende te Middelburg,
gedaagden in conventie,
eisers in voorwaardelijke reconventie,
advocaat: mr. K.M. Moeliker te Middelburg.
Partijen worden hierna de Stichting en [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie] genoemd.
1. De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties,
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens houdende conclusie van eis in voorwaardelijke reconventie met producties,
- de mondelinge behandeling op 15 december 2011,
- de pleitnota van mr. Pulles voornoemd.
2. De feiten
2.1. Begin 2003 is door een aantal ouderparen, waaronder de familie [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconv[gedaagde sub 1 en 2 in conventie, eisers sub 1 en 2 in voorwaardelijke reconventie], allen ouders van geestelijk gehandicapte (pleeg)kinderen, het initiatief genomen om, kort samengevat, via de stichtingsvorm te komen tot het oprichten van een woonomgeving (hierna: wooninitiatief) waar de kinderen van de deelnemende ouderparen gezamenlijk begeleid en verzorgd zouden kunnen wonen.
2.2. Bij notariële akte van 12 oktober 2006 hebben de deelnemende ouderparen de stichting Wonen met Zorg en Ondersteuning (eiseres in onderhavige procedure) opgericht. Alle op dat moment deelnemende (pleeg)ouders werden bestuurslid van de Stichting. Gedaagde sub 1, [gedaagde sub 1 in conventie, eiser sub 1 in voorwaardelijke reconventie], werd voorzitter van het bestuur.
2.3. Bij genoemde oprichtingsakte zijn tevens de statuten van de Stichting vastgesteld. Deze statuten bevatten een geschillenregeling (artikel 10). Dit artikel luidt:
“a. Een partij die meent dat er een geschil bestaat, deelt dat schriftelijk aan de andere partij(en) mee. De mededeling bevat een aanduiding en onderbouwing van het geschil.
b. Binnen een maand na dagtekening van de in het eerste lid bedoelde mededeling overleggen de partijen, onder leiding van een stuurgroep, over een oplossing.
c. Wanneer deze bemiddeling uiteindelijk op geen enkele wijze resultaat oplevert kan het betreffende geschil zo nodig bij de burgerlijke rechter ter beoordeling worden neergelegd.”
2.4. Op 30 april 2011 is het daadwerkelijk wonen in het wooninitiatief van start gegaan.
2.5. In het voorjaar van 2011 zijn er tussen [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie] enerzijds en de Stichting respectievelijk de huidige bestuurders van de Stichting anderzijds ernstige geschillen ontstaan.
2.6. De Stichting heeft door middel van een brief van haar raadsman op 20 oktober 2011 per direct de tussen de Stichting en [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie] bestaande overeenkomsten, waaronder een overeenkomst van opdracht inzake de collectieve inkoop van zorg en een overeenkomst inzake de huur van het voor [gedaagde sub 3 in conventie, eiser sub 3 in voorwaardelijke reconventie] bestemde appartement in het wooninitiatief, ontbonden en aan [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie] verzocht om het appartement te ontruimen en te retourneren aan de Stichting. [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie] heeft daaraan geen gevolg gegeven.
2.7. Op 31 oktober 2011 heeft het bestuur van de Stichting de heer en mevrouw [gedaagde sub 1 en 2 in conventie, eisers sub 1 en 2 in voorwaardelijke reconventie] als bestuursleden ontslagen.
3. Het geschil in conventie
3.1. De Stichting vordert, kort samengevat, de ontruiming van het voor gedaagde sub 3, [gedaagde sub 3 in conventie, eiser sub 3 in voorwaardelijke reconventie], klaar staande appartement aan de [adres] te Middelburg. Tevens vordert de Stichting veroordeling van [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie] in de kosten van dit geding.
3.2. [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie] voert verweer. Primair meent [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie] dat de Stichting in haar vordering niet kan worden ontvangen, omdat de in artikel 10 van de statuten voorgeschreven weg om geschillen via overleg en bemiddeling door derden op te lossen niet is gevolgd.
3.3. De Stichting stelt daartegenover dat de door de statuten voorgeschreven weg om geschillen via overleg en bemiddeling op te lossen reeds is afgelopen zonder enig resultaat. Zowel de Stichting als zorgverlener Woondroom Zorg (hierna: WDZ) hebben zich zeer veel moeite getroost om tot een minnelijke oplossing te komen. WDZ heeft vanaf april 2011 vrijwel ononderbroken met [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie] bemiddeld. Daarbij heeft zelfs de directeur van WDZ zich ingezet en heeft men geprobeerd [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie] zo veel mogelijk tegemoet te komen. Al deze pogingen zijn door de opstelling van [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie] op niets uitgelopen. Ook de Stichting heeft zich maandenlang ingespannen om met [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie] tot een oplossing te komen door overleg binnen het bestuur zelf en door het inschakelen van bemiddelaars van buitenaf. Ook deze pogingen zijn op niets uitgelopen door de weigering van de familie [gedaagde sub 1 en 2 in conventie, eisers sub 1 en 2 in voorwaardelijke reconventie] om op hun onredelijke eisen en standpunten terug te komen. Voor de Stichting was het al in augustus 2011 duidelijk dat verder bemiddeling zinloos zou zijn. Het primaire verweer van [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie] moet dan ook worden verworpen.
4. De beoordeling in conventie
4.1. Gezien de reikwijdte van het primaire verweer van [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie] zal de voorzieningenrechter allereerst hierover oordelen. Daartoe wordt het volgende overwogen.
Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is genoegzaam gebleken dat beide partijen menen dat er tussen hen een geschil bestaat. Ook zijn partijen het er wel over eens wat dit geschil inhoudt, zij het dat zij hun eigen zienswijze daarop hebben.
4.2. In artikel 10 van de statuten van de Stichting is een geschillenregeling opgenomen. Daarin staat, kort samengevat, dat geschillen niet aan de burgerlijke rechter kunnen worden voorgelegd wanneer niet eerst is geprobeerd deze geschillen door middel van overleg en bemiddeling door derden op te lossen.
4.3. Anders dan de Stichting heeft betoogd, is de voorzieningenrechter van oordeel dat niet aannemelijk is geworden dat de Stichting de rechtsgang heeft gevolgd die door haar eigen statuten wordt voorgeschreven. Dit is alleen al niet zo omdat gesteld noch gebleken is dat de onafhankelijke stuurgroep als bedoeld in artikel 10 van de statuten in het leven is geroepen. Bovendien kunnen de door de Stichting gestelde bemoeienissen van WDZ (en haar directeur) naar het oordeel van de voorzieningenrechter moeilijk worden gekwalificeerd als bemiddeling, nu er is bemiddeld met een der partijen, namelijk [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie], maar niet tussen partijen. Ook kan de bemiddeling door WDZ niet als een bemiddeling van buitenaf worden beschouwd nu WDZ zelf ook partij is in het gehele samenstel van overeenkomsten. Anders dan de Stichting is de voorzieningenrechter van oordeel dat uit de overgelegde verslagen van bestuursvergaderingen en correspondentie tussen (de gemachtigden van) partijen niet blijkt van een serieuze inspanning van de kant van de Stichting om met [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie] tot een oplossing te komen. Uit de verslagen volgt dat de familie [gedaagde sub 1 en 2 in conventie, eisers sub 1 en 2 in voorwaardelijke reconventie] de bestuursvergaderingen al geruime tijd niet heeft bezocht, zodat niet valt in te zien hoe binnen het bestuur overleg tussen partijen moet hebben plaatsgevonden. Voorts maakt de overgelegde correspondentie duidelijk dat er tussen (de gemachtigden van) partijen heel veel heen en weer is geschreven, maar een echte bemiddelingspoging valt daarin niet te onderkennen. Integendeel, daarin tekent zich veeleer een verharding van de standpunten af, welke er uiteindelijk in heeft geresulteerd dat de Stichting de tussen haar en [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie] bestaande overeenkomsten heeft ontbonden. Met dit laatste miskent de Stichting echter dat de door de statuten voorgeschreven weg om geschillen op te lossen reeds ten einde zou zijn.
4.4. Dat bemiddeling zinloos is, staat, anders dan de Stichting meent, niet bij voorbaat vast. In dat verband wordt overwogen dat partijen, gelet op de idealen die zij delen, de gezamenlijke geschiedenis die zij hebben en de voortrekkersrol die [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie] daarin heeft vervuld, het ook aan elkaar verplicht zijn om een uiterste inspanning te doen om via overleg en bemiddeling te proberen de tussen hen gerezen geschillen op te lossen. Dit geldt te meer nu het uiteindelijk niet gaat om hun eigen belangen, maar om de belangen van hun gehandicapte kinderen, en in dit geval met name het belang van [gedaagde sub 3 in conventie, eiser sub 3 in voorwaardelijke reconventie], om zich te kunnen ontwikkelen in een warme en respectvolle omgeving als het wooninitiatief.
4.5. Volgens artikel 10 van de statuten moet er een stuurgroep worden gevormd. De statuten schrijven niet voor wie dat moet doen en hoe dat moet. In dat licht geeft de voorzieningenrechter partijen in overweging een onafhankelijke derde, te denken valt aan een mediator, te benaderen om onder diens leiding te overleggen over de geschillen en bij de oplossing van die geschillen te laten bemiddelen. Gelet op de vele persoonlijke en emotionele motieven die in de loop der tijd bij alle betrokkenen de overhand hebben genomen, acht de voorzieningenrechter het niet geraden om deze taak over te laten aan de huidige bestuurders van de Stichting.
4.6. Het vorenstaande brengt met zich mee dat het primaire verweer van [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie] slaagt. Dat betekent dat de Stichting niet ontvankelijk is in haar vordering en de voorzieningenrechter niet toekomt aan de overige stellingen, waaronder de stelling van de Stichting dat spoed geboden is vanwege haar financiële situatie.
4.7. In de uitkomst van dit kort geding ziet de voorzieningenrechter aanleiding om de proceskosten tussen partijen te compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
5. De beoordeling in voorwaardelijke reconventie
Nu de Stichting in haar vorderingen in conventie niet wordt ontvangen, is de voorwaarde waaronder de vordering in reconventie van [gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie] is ingesteld niet vervuld, zodat de voorzieningenrechter daar verder niet op in kan gaan. Deze vorderingen behoeven dan ook geen verdere beoordeling en beslissing.
6. De beslissing
De voorzieningenrechter:
6.1. verklaart de Stichting niet ontvankelijk in haar vordering,
6.2. compenseert de proceskosten tussen partijen, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.K. van der Lende-Mulder Smit en in het openbaar uitgesproken op 23 december 2011.?