ECLI:NL:RBMID:2011:BU9779

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
7 september 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
70411 / HA ZA 09-610
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadevergoeding mosselhandelaar door verontreiniging van mosselen op verwaterperceel

In deze zaak vorderde de mosselhandelaar Prins Oesterweek B.V. schadevergoeding van de gedaagde, die verantwoordelijk werd gehouden voor de verontreiniging van mosselen op een verwaterperceel nabij de Beatrixhaven te Yerseke. De gedaagde, eigenaar van het bunkerschip de Jacomien, zou verantwoordelijk zijn voor de lekkage van gasolie in het water, wat geleid zou hebben tot smaakafwijkingen van de mosselen. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de mosselen van Prins daadwerkelijk waren aangetast door de olie. De rechtbank stelde vast dat de mosselen niet meer beschikbaar waren voor onderzoek, waardoor bewijslevering door Prins niet mogelijk was. Bovendien had er geen gezamenlijke expertise plaatsgevonden, wat de gedaagde in de gelegenheid had gesteld om tegenbewijs te leveren. De vordering van Prins werd afgewezen, en de rechtbank oordeelde dat de gedaagde niet aansprakelijk kon worden gesteld voor de schade. De kosten van de procedure werden toegewezen aan Prins, die in het ongelijk werd gesteld.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK MIDDELBURG
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 70411 / HA ZA 09-610
Vonnis van 7 september 2011
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PRINS OESTERKWEEK B.V.,
gevestigd te Yerseke,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PRINS & DINGEMANSE MOSSELHANDEL B.V.,
gevestigd te Yerseke,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PRINS & DINGEMANSE B.V.,
gevestigd te Yerseke,
eiseressen in conventie, verweersters in voorwaardelijke reconventie,
advocaat mr. L.J. van Langevelde te Bergen op Zoom,
tegen
1. [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie],
wonende te Yerseke,
gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie,
advocaat mr. R.C.A. van 't Zelfde te Rotterdam,
Partijen zullen hierna Prins en [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 2 februari 2011
- het proces-verbaal van comparitie van 16 maart 2011
- akte overlegging producties van [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie]
- antwoordakte Prins
- akte overlegging producties [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie]
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Prins bezit en/of exploiteert ten behoeve van de handel in mosselen zogenaamde mosselverwaterpercelen nabij de Beatrixhaven te Yerseke. Het betreft de percelen 365, 366, 367 en 268 en 219.
2.2. Op 5 november 207 omstreeks 19.00 uur is een baggerschip genaamd “Tertio” vastgelopen in de nabijheid van de verwaterpercelen van Prins, dicht bij de Beatrixhaven. Dat schip is op eigen kracht losgekomen.
2.3. In de nacht van 5 op 6 november 2007 is in de Beatrixhaven van Yerseke het aan [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] toebehorende bunkerschip de “Jacomien” gezonken. Ten gevolge daarvan is een grote hoeveelheid gasolie in het water van de haven en daarbuiten terecht gekomen.
2.4. Het Productschap Vis heeft op 6 november 2007 om 14.000 uur een visverbod uitgevaardigd. Dit verbod is met ingang van 8 november 2007 te 16.30 uur ingetrokken. In de toelichting op dit besluit wordt vermeld:” Uit de resultaten van de bemonstering van de Yerseke Bank is op 8 november 2007 gebleken dat de daar aanwezige mosselen niet besmeurd waren met gasolie enz..”. In de brief van het Productschap Vis van 8 november 2007 staat: “Het intrekken van het besluit is voor het sluiten van de verwaterpercelen in de Oosterschelde en de oesterputten is mogelijk, omdat na bemonstering door het Ministerie van LNV en analyse bij SGS is gebleken, dat er geen sprake is van een merkbare olievervuiling van oesters en mosselen. De voorzorgsmaatregelen zijn derhalve niet langer noodzakelijk.”
2.5. Met ingang van 9 november 2007 om 16.00 uur is het perceel YB 308, (Rb.: het perceel van Murre), weer gesloten. In de toelichting wordt vermeld: “Hoewel de onderzochte monsters geen sporen van minerale olie vertoonden en het op 6 november 2007 genomen besluit tot sluiting van alle gebieden kon worden ingetrokken, is bij later opvissen van mosselen van een verwaterperceel dat zich in de nabijheid van de havens bevindt, gebleken dat deze toch een lichte oliegeur hadden. Door het betrokken handelsbedrijf zijn deze mosselen nadat dit gebleken was, direct weer teruggelost op het betrokken perceel.
Voorkomen moet worden dat deze mosselen, voordat is aangetoond dat geur en smaak weer normaal zijn en ook chemisch geen sporen van olie meer kunnen worden aangetoond, toch voor menselijke consumptie in de handel worden gebracht.”
2.6. Het informatiebulletin van het Productschap Vis van 9 november 2007 vermeldt: “Nadat de percelen op de Yerseke Bank weer zijn vrijgegeven voor de visserij op schelpdieren voor directe consumptie, is gebleken dat zich op enkele percelen voor de havenmond van Yerseke toch nog sporen van olievervuiling bevindt. Deze is waarschijnlijk te relateren aan baggerwerkzaamheden in de haven van Yerseke. Mosselen die van de percelen voor de havenmonding zijn opgevist of bemonsterd zijn voor geur en smaakproeven bleken een oliesmaak en andere smaakafwijkingen te vertonen. Deze mosselen zijn, nadat dit gebleken was door de betrokken ondernemers op de percelen teruggestort (Rb.: Murre) Die percelen zijn daarna gesloten voor bevissing. Andere partijen zijn ter destructie afgevoerd.”
2.7. Het informatiebulletin van het Productschap Vis van 16 november 2007 vermeldt: “Hoewel na het incident met het bunkerschip de genomen mosselmonsters van de Yerseke bank bij analytisch onderzoek geen sporen van olieverontreiniging vertoonden, is een paar dagen later toch gebleken dat mosselen op percelen voor de haven van Yerseke sporen van verontreiniging vertoonden. De verontreinigingen zijn waargenomen door het constateren van geur- en smaakafwijkingen. Het betreft hierbij met name het percelen blok nabij de haven – monding van Yerseke.”
3. Het geschil in conventie en voorwaardelijke reconventie
3.1. Prins vordert samengevat - veroordeling van [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] tot betaling van EUR 333.243,95 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2008 en de kosten.
Prins stelt dat de smaakafwijkingen kunnen zijn veroorzaakt door bagger uit de Tertio. Dat schip is in de avond van 5 november 2007 vastgelopen nabij de mosselpercelen en heeft daarbij bagger verloren. De andere mogelijkheid is dat de smaakafwijking een gevolg is van het over de mosselpercelen uitstromen van gasolie uit de Jacomien, eigendom van [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie].
[gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] is daarom aansprakelijk voor de schade.
3.2. Als gevolg van de ontstane smaakafwijking van de mosselen heeft Prins schade geleden. Deze schade is ontstaan omdat de mosselen zijn gedeclassseerd van A naar C kwaliteit waardoor de opbrengst veel lager is. Deze achteruitgang in kwaliteit is veroorzaakt doordat de mosselen langer op de verwaterpercelen hebben gelegen dan de bedoeling was. Daardoor is het visgewicht afgenomen. De mosselen zijn steeds bemonsterd en steeds werd er een smaakafwijking geconstateerd.
Op het mosselkantoor zijn op 12 en 14 december 2007 smaaktesten gehouden van mosselen van perceel YB 307. Het bleek dat deze mosselen niet geschikt waren voor menselijke consumptie. In de loop van december 2007 is de branche weer met vissen begonnen.
Prins heeft verwezen naar een door haar in het geding gebracht rapport van 5 augustus 2008 van P. Hagel die als waarschijnlijke oorzaak noemt de gasolie die is vrijgekomen uit de Jacomien.
Voor wat betreft het bewijs stelt Prins dat in Nederland het Productschap Vis de bevoegde autoriteit op het gebied van officiele controles oplevende tweekleppige dieren is. Dit Productschap heeft alle betrokkenen steeds op de hoogte gehouden. [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] beschikte dus over dezelfde informatie als Prins. Prins heeft ook verwezen naar de smaaktesten die zijn gehouden in aanwezigheid van de expert die door [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] was ingeschakeld.
Prins stelt dat de gedaagden [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie], de gemeente Reimerswaal en Van den Herik Personeel Waterbouw B.V. hoofdelijk aansprakelijk zijn. Er zijn verschillende gebeurtenissen die de schade veroorzaakt kunnen hebben. Prins beroept zich op art. 6:99 BW.
Verder stelt Prins ten aanzien van de aansprakelijkheid van [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] dat niet duidelijk is of er een fout is gemaakt bij het repareren van de geleidepaal van de steiger van de haven van Yerseke of dat sprake is van slecht zeemanschap en nonchalance bij het afmeren van de Jacomien. Prins leidt dat af uit een mededeling van [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] dat het hem wel was opgevallen dat de kabel was vernieuwd.
3.3. [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] voert verweer. Hij heeft direct nadat hij aansprakelijk was gesteld een schade-expert aangewezen. Tot een gezamenlijke expertise is het niet gekomen omdat Prins daar niet aan heeft meegewerkt. De eigen smaaktesten van Prins kunnen niet als onafhankelijk onderzoek gekwalificeerd worden. Op verzoek van [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] zijn door de rechtbank deskundigen benoemd. Deze beslissing kwam op een moment dat de mosselen al opgevist waren.
[gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] zal door deze gang van zaken nooit tegenbewijs kunnen leveren.
3.4. [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] heeft betwist dat hij schuld heeft aan het incident met de Jacomien. Het zinken van de Jacomien is te wijten aan de gemeente of de aannemer die de steiger heeft vernieuwd. Voor een schip geldt geen risicoaansprakelijkheid en Prins heeft niet gesteld waarom hij schuld heeft aan het zinken van het schip.
3.5. Prins kan volgens [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] geen beroep doen op art. 6:99 BW, omdat de aanvaringsbepalingen exclusief van toepassing zijn.
3.6. [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] heeft de omvang van de gevorderde schade betwist.
37. Van zijn kant heeft [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] in voorwaardelijke reconventie gevorderd voor recht te verklaren dat [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] niet in staat is geweest tegenbewijs te leveren, dat dit onrechtmatig is en dat Prins aansprakelijk is voor de daaruit voortvloeiende schade.
4. De beoordeling van het geschil in conventie en voorwaardelijke reconventie
4.1. Uit de conclusies en akten blijkt dat een belangrijk geschil tussen partijen de bewijslevering betreft.
Het is gelet op de betwisting door [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie], aan Prins haar stelling te bewijzen dat de smaakverandering van haar mosselen een gevolg is van de gasolie uit de Jacomien
4.2. Het verbod van het Productschap Vis om mosselen te vissen was algemeen en is na twee dagen opgeheven. Daarna was het aan de mosselhandelaren zelf de kwaliteit te controleren. Prins stelt dat zij dit ook gedaan heeft.
Gesteld noch gebleken is dat daarnaast het Productschap Vis of anderen, de mosselen van Prins hebben gekeurd.
4.3. [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] is door Prins aansprakelijk gesteld voor de door Prins te lijden schade. Vervolgens zijn in een vroeg stadium experts benoemd, één namens de mosselhandelaren en één namens [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie]. Gesteld noch gebleken is dat deze experts deskundigheid hadden op het gebied van de smaak en kwaliteit van mosselen.
4.4. Uit de door partijen overgelegde correspondentie blijkt dat [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] aangedrongen heeft op een onafhankelijk onderzoek naar de oorzaak van de smaakverandering van de mosselen. Het lag in de macht van Prins daaraan al dan niet mee te werken. [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] kon niet eigenhandig mosselen van de percelen halen en die laten keuren en onderzoeken, hij had Prins daarvoor nodig. Bovendien zouden alleen de resultaten van een gezamenlijke expertise bewijstechnisch zin hebben.
Toen deze gezamenlijke expertise niet van de grond kwam heeft [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] via een verzoek aan de rechtbank een voorlopig deskundigenbericht te gelasten, getracht een onafhankelijk onderzoek in gang te zetten. Dat is om diverse redenen die buiten de schuld van [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] liggen, niet gelukt.
4.5. Van Prins had verwacht mogen worden dat zij mee zou werken aan een onafhankelijk onderzoek naar de smaak van de mosselen en, in geval van smaakverandering, naar de oorzaak daarvan. Zij kon er niet vanuit gaan dat de onderzoeken van het Productschap Vis op andere percelen maatgevend waren voor haar perceel. Dat perceel is op een andere plaats gelegen dan de percelen waarvan de mosselen getest zijn. Bovendien waren de testen van het Productschap Vis niet gericht op de oorzaak van een mogelijke smaakverandering, maar op het voorkomen van het in de handel brengen van producten die klachten kunnen geven bij de consument.
4.5. Met betrekking tot de mosselen van Prins is er geen bewijs beschikbaar van de oorzaak van de gestelde smaakverandering. De mosselen zijn niet meer beschikbaar. Bewijs door Prins is niet meer mogelijk. Zelfs Indien Prins haar stelling zou bewijzen, heeft [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] geen mogelijkheid meer tegenbewijs te leveren. Dit is een gevolg van de opstelling van Prins. De consequentie is dat de vordering moet worden afgewezen.
4.6. Gelet op bovenstaand oordeel is de voorwaarde van de vordering in reconventie niet vervuld. Deze vordering behoeft dus geen beoordeling.
4.7. Prins zal worden veroordeeld in de kosten van [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie]. Deze kosten zijn:
5. De beslissing
De rechtbank
wijst de vorderingen af
veroordeelt Prins in de kosten van de procedure tot op deze uitspraak aan de zijde van [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] gevallen zijnde € 6.185,-.
verklaart dit vonnis voor wat betreft de veroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Witsiers en in het openbaar uitgesproken op 7 september 2011.(