ECLI:NL:RBMID:2011:BU9769

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
17 augustus 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
75246 / HA ZA 10-474
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid bij aanvaring tussen binnenvaartschepen in Vlissingen

In deze zaak, die zich afspeelt in de haven van Vlissingen, vond op 2 februari 2010 een aanvaring plaats tussen twee binnenvaartschepen, het mts 'Illusion' en het mts 'Somtrans XIX'. De eiser, de Verenigte Schiffers-Versicherung V.A.G., stelt dat de gedaagde, eigenaar van de Somtrans, ten onrechte is vertrokken op een moment dat het niet veilig was, gezien de sterke wind en de positie van de Illusion. De Illusion, die op dat moment een manoeuvre aan het uitvoeren was, werd door de harde wind naar bakboord gedrukt, wat leidde tot de aanvaring. De rechtbank heeft de feiten en het verloop van de procedure zorgvuldig onderzocht, inclusief eerdere tussenvonnissen en pleitaantekeningen van beide partijen.

De rechtbank oordeelt dat de Somtrans niet onterecht is vertrokken, aangezien de Illusion zich niet tijdig heeft gemeld en een moeilijke manoeuvre heeft ingezet. De rechtbank concludeert dat de Illusion ten onrechte de Somtrans verwijt dat deze niet veilig kon vertrekken. De rechtbank wijst de vorderingen van de eiser af en veroordeelt de eiser in de proceskosten van de gedaagde. Dit vonnis is uitgesproken door mr. H.A. Witsiers op 17 augustus 2011.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK MIDDELBURG
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 75246 / HA ZA 10-474
Vonnis van 17 augustus 2011
in de zaak van
de rechtspersoon naar het recht van de plaats van haar vestiging
VEREINIGTE SCHIFFERS-VERSICHERUNG V.A.G.,
gevestigd te Wörth a. Main,
eiseres,
advocaat mr. J.C. van Zuethem,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid naar het recht van haar vestiging
[naam gedaagde] BVBA,
gevestigd te Schilde, België,
gedaagde,
advocaat mr. K.M. Moeliker.
Partijen zullen hierna VSV en [gedaagde] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 6 april 2011
- het proces-verbaal van comparitie van 7 juli 2001.
- akte overlegging producties van VSV van 6 oktober 2010 en van 7 juli 2011;
- pleitaantekeningen van [gedaagde] ter gelegenheid van de comparitie.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald. Vervolgens heeft de rechtbank nog twee brieven ontvangen, één van iedere partij. Deze stukken zijn na het sluiten van de zitting binnengekomen en blijven buiten de stukken waar de rechtbank haar oordeel op baseert.
2. De feiten
2.1. VSV is de verzekeraar van het mts “Illusion”. De Illusion heeft de afmetingen 110 x 10,47 m., een maximale diepgang van 3,56 m en een tonnage van 2926,725. De voortstuwingsmotor levert 1500 pk. Het schip beschikt over een boegschroef met een vermogen van 350 pk. Ten tijde van de aanvaring was deze tanker leeg en niet ontgast.
[gedaagde] is eigenaar van het mts “Somtrans XIX”. Dit schip heeft de afmetingen 109,70 x 9,57 met een maximale diepgang van 3,21 m. Het schip heeft een tonnage van 2492,983.
2.2. Beide schepen zijn op 2 februari 2010 om ongeveer 18.00 uur met elkaar in aanvaring gekomen voor de afmeersteigers van de Bijleveldhaven in Vlissingen-Oost.
Het was op dat moment donker, het zicht was helder. Er stond een zuid-westen wind van ongeveer 7 Bft, dat is bijna dwars op de drie steigers.
De Somtrans was leeg en lag oorspronkelijk met haar bakboordzijde met de kop naar het water toe, afgemeerd aan de middelste van de drie wachtsteigers van de Bijleveldhaven. De Somtrans is om 17.50 uur opgeroepen om te vertrekken naar de Total steiger. Om 18.10 heeft de Somtrans gemeld dat zij gereed was om te vertrekken en is zij ook vertrokken.
De Illusion is bij de middelste van de drie steigers aangekomen en was van plan achteruit langs het mts Maintal dat met haar stuurboordzijde tegen de middelste steiger lag, af te meren met haar stuurboordzijde. Toen zij met die manoeuvre bezig was werd zij door de harde westen wind naar bakboord gedrukt en heeft zij de afmeermanoeuvre afgebroken. Vervolgens is weer vooruit gevaren en heeft de Illusion geprobeerd de kop weer op de wind te krijgen.
Toen de Illusion nog bezig was met die manoeuvre ter hoogte van de middelste steiger, is de Somtrans van die steiger vertrokken. De Illusion heeft de Somtrans opgeroepen en kreeg van de schipper als antwoord dat hij zich gemeld had.
Uiteindelijk heeft voor de steigers een aanvaring plaatsgevonden waarbij de bakboordzijde van de Somtrans tegen de stuurboordzijde van de Illusion is gekomen. De Illusion werd daarbij ongeveer midscheeps geraakt.
2.3. De cascoschade aan de schepen is door experts van beide partijen vastgesteld en bedraagt voor de Illusion € 9.918,00.
3. Het geschil
3.1. VSV vordert samengevat - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van EUR 28.524,00, vermeerderd met rente en kosten waaronder die van het gelegde beslag.
Zij stelt dat de aanvaring bij uitsluiting te wijten is aan de vaarwijze van de Somtrans. Zij heeft zich er niet van vergewist of zij veilig kon vertrekken. Gelet op de harde wind en de positie van de Illusion had de Somtrans niet mogen vertrekken.
De Illusion heeft getracht door hard bakboord te geven met schroef en boegschroef de aanvaring te voorkomen.
Zij heeft bewijs aangeboden van de gestelde toedracht van de aanvaring.
3.2. [gedaagde] voert verweer. Zij stelt dat de Illusion zich bij het binnenkomen van de haven niet gemeld heeft en ook niet heeft gemeld welke ligplaats zij wilde innemen. Vervolgens heeft zij een, gelet op de windkracht en richting, moeilijke manoeuvre ingezet. Terwijl zij daarmee bezig was diende de Somtrans te vertrekken. Toen zij klaar was om te vertrekken heeft zij zich gemeld om 18.10 uur. Als de manoeuvre van de Illusion direct zou zijn gelukt dan zou er geen enkel probleem zijn geweest. De Manoeuvre is mislukt en de Illusion heeft de andere schepen onkundig gelaten van haar verdere plannen. Toen de Somstrans haar ligplaats verliet, dreigde de Illusion haar koers te kruisen. De Illusion heeft toen de Somtrans opgroepen en gevraagd terug te varen, maar dat kon niet meer. Zij heeft vervolgens naar vermogen stuurboord gegeven maar de aanvaring was niet meer te voorkomen. Zij kon ook niet teveel stuurboord geven omdat dan haar achterschip door het uitzwaaien tegen de steiger zou worden gedrukt. Zij vertrok immers van lager wal.
[gedaagde] heeft de rechtbank gevraagd consequenties te verbinden aan het niet voldoen aan het verzoek van de rechtbank om een aantal gegevens over te leggen.
4. De beoordeling
4.1. De vordering van VSV is gebaseerd op het verwijt aan de Somtrans dat zij is vertrokken op een moment dat zij er niet zeker van kon zijn dat dit veilig kon.
De Somtrans is om 17.50 uur opgeroepen om te vertrekken naar de Total steiger. Vervolgens heeft zij, omdat zij aan lager wal lag bij een harde westen wind, de nodige moeite moeten doen om los van de steiger te komen. Toen zij daarmee klaar was, heeft zij zich gemeld om 18.10 uur en is zij in voorwaartse richting vertrokken.
Juist daarvoor had de Illusion haar manoeuvre waarbij zij achteruit wilde afmeren, zien mislukken en was zij bezig zich weer in positie te brengen. Dat was ongeveer voor de middelste steiger. Toen de Illusion zag dat de Somtrans ging vertrekken heeft zij de Somtrans opgeroepen.
De schipper van de Somtrans heeft om 18.10 uur gemeld dat hij ging vertrekken. De Illusion had er dus op bedacht kunnen zijn dat de Somtrans in voorwaartse richting zou bewegen. Zij heeft echter haar manoeuvre niet gewijzigd en zich kennelijk laten verrassen door een vertrekkende Somtrans.
De Somtrans van haar kant was al enige tijd bezig zich los te maken van de steiger. Omdat ook de Somtrans leeg was en door de westen wind naar lager wal werd gedrukt, kon van haar niet verwacht worden dat zij haar manoeuvre zo maar afbrak, temeer daar zij ook niet bedacht hoefde te zijn op de manoeuvre van de Illusion. Die manoeuvre van de Illusion was wellicht gezien het weer niet zonder risico, maar de Somtrans hoefde geen rekening te houden met het mislukken van de manoeuvre en de vervolgens door de Illusion gekozen oplossing.
De rechtbank oordeelt dan ook dat de Illusion ten onrechte het hierboven geformuleerde verwijt maakt.
4.2. Voor zover VSV de Somtrans verwijt onvoldoende gedaan te hebben de aanvaring te vermijden verwerpt de rechtbank die stelling. Het verwijt is dan met name dat de Somtrans eerder stuurboord uit had moeten gaan nadat zij de steiger had verlaten.
Dit verwijt is gezien de omstandigheden onterecht. Gezien de lengte van de Somtrans van meer dan 100 m, de reactie van een leeg schip op een dergelijke manoeuvre in het algemeen en gezien de harde westen wind, moest de achterkant van de Somtrans in verband met het uitzwaaien van het achterschip, eerst voldoende vrij van de steiger zijn om die manoeuvre veilig te kunnen maken.
Aan de andere kant had de Illusion haar manoeuvre eerder kunnen afbreken.
4.3. De rechtbank komt dus niet toe aan nadere bewijslevering door VSV zoals zij heeft aangeboden. Op grond van wat reeds nu vaststaat komt de rechtbank tot het oordeel dat VSV het hierboven geformuleerde verwijt ten onrechte maakt. De vorderingen van VSV zullen dan ook worden afgewezen met veroordeling van VSV in de volgende proceskosten:
5. De beslissing
De rechtbank
wijst de vorderingen af;
veroordeelt VSV in de proceskosten tot op deze uitspraak aan de zijde van [gedaagde] gevallen zijnde € 1.738,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Witsiers en in het openbaar uitgesproken op 17 augustus 2011.(