ECLI:NL:RBMID:2011:BR3426

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
13 juli 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
76606 / HA ZA 2010-638
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over eigendomsverkrijging door verjaring van gemeentegrond

In deze zaak heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] een geschil met de gemeente Sluis over de eigendomsverkrijging van een strook gemeentegrond van 149 m2, gelegen achter zijn woning in Breskens. [Eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt dat hij de grond sinds 1983 in gebruik heeft en vordert primair een verklaring voor recht dat de grond aan hem in eigendom is gegaan door verjaring. Subsidiair vordert hij een verklaring voor recht dat hij het recht van gebruik van de grond heeft verkregen. De gemeente, gedaagde in conventie en eiseres in reconventie, betwist de eigendomsclaim en vordert ontruiming van de grond, stellende dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de grond met toestemming van de gemeente in gebruik heeft genomen en dus geen eigenaar kan zijn.

De rechtbank oordeelt dat voor verkrijging van eigendom door verjaring vereist is dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de grond voor zichzelf houdt. De rechtbank concludeert dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de grond niet als eigenaar heeft gebruikt, maar als houder voor de gemeente. De gemeente heeft nooit haar bezit prijsgegeven en [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft zich nooit als eigenaar gedragen. De rechtbank wijst de primaire vordering van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] af, maar erkent dat hij door verjaring wel het recht van gebruik heeft verkregen. De vordering van de gemeente tot ontruiming wordt afgewezen, en de gemeente wordt veroordeeld in de proceskosten van [eiser in conventie, verweerder in reconventie].

Het vonnis is uitgesproken op 13 juli 2011 door de Rechtbank Middelburg, waarbij de proceskosten aan de zijde van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zijn begroot op € 1.287,93 in conventie en € 452,00 in reconventie.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK MIDDELBURG
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 76606 / HA ZA 10-638
Vonnis van 13 juli 2011
in de zaak van
[eiser in conventie, verweerder in reconventie],
wonende te Breskens,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
advocaat mr. C.L. de Koeijer te Terneuzen,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon GEMEENTE SLUIS,
zetelend te Sluis, gevestigd te Oostburg,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. L.A. Broekhuysen te Terneuzen.
Partijen zullen hierna [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en de gemeente worden genoemd.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 23 februari 2011
- het proces-verbaal van comparitie van 18 april 2011.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft eind 1982 de woning aan [adres] te Breskens gekocht en geleverd gekregen. Achter de woning ligt een strook gemeentegrond van 149 m2 (verder: de grond). [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft deze grond in gebruik genomen.
2.2. Aan [adres] staan nog 80 woningen die grenzen aan een stuk gemeentegrond. De gemeente heeft deze stukken grond in 2009 aan alle eigenaren te koop aangeboden. Daarvan hebben 59 à 60 eigenaren de aan hun perceel grenzende stukken gronden gekocht.
3. Het geschil
in conventie
3.1. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] vordert – na wijziging van eis - bij vonnis voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad primair voor recht te verklaren dat de achter het woonhuis van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gelegen strook grond op het perceel kadastraal bekend bij de gemeente Sluis onder [nummer], zoals aangegeven op de tekening overgelegd als productie 9 bij de dagvaarding krachtens verjaring aan hem in eigendom is gaan toebehoren. Daarbij vordert hij de gemeente te veroordelen tot het verlenen van medewerking aan het doorvoeren van zodanige kadastrale aanpassingen en aanpassingen van de openbare registers voor registergoederen dat daaruit kan worden afgeleid dat hij eigenaar is van de strook grond. Subsidiair vordert hij voor recht te verklaren dat hij het recht van gebruik, al dan niet als erfpachter, van het stuk grond heeft gekregen. Ten slotte vordert hij veroordeling van de gemeente in de proceskosten.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt dat hij de grond sinds 1983, dus langer dan 20 jaar, in gebruik heeft. Hij heeft de grond bij zijn tuin getrokken, struiken en wortels van door de gemeente omgekapte bomen verwijderd en erfafscheidingen geplaatst. Hij heeft op de grond een waslijn geplaatst en verder gebruikt hij de grond voor de opslag van fietsen, die hij opkoopt en na reparatie verhuurt en/of verkoopt. De gemeente weet hiervan en heeft het gebruik door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] goedgekeurd. In 1995 heeft hij op verzoek van de gemeente een schutting geplaatst. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft zich gedragen als eigenaar van de grond. In 1998 is hij ingegaan op het aanbod van de gemeente de grond te kopen. Daaruit kan hooguit een erkenning in de zin van art. 3:118 BW worden afgeleid, waardoor de verjaring waarop de gemeente zich kan beroepen is gestuit. Vervolgens begint een nieuwe verjaringstermijn van 5 jaar te lopen. Dit is in 2003 voltooid. Als wordt uitgegaan van de termijn voor verkrijgende verjaring van 20 jaar, is die vanaf 1983 ook in 2003 voltooid. De aanspraak op eigendom van 7 juli 2009 doet daaraan niets af.
3.2. De gemeente concludeert tot afwijzing van de vordering. Zij stelt dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de grond met toestemming van de gemeente in gebruik heeft genomen en dus houder van de grond is; geen bezitter. Hij houdt de grond voor de gemeente, niet voor zichzelf. De gemeente heeft haar bezit niet prijsgegeven en [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft de grond niet in bezit genomen. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gebruikt de grond met toestemming van de gemeente. De schutting die hij heeft geplaatst, heeft hij geplaatst op verzoek van de gemeente, om de fietsen die hij repareert uit het zicht van de openbare weg te houden. In 1998 heeft hij de gemeente verzocht de grond te mogen kopen. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] erkende daarmee de grond voor de gemeente te houden. Op 24 juni 2009 heeft de gemeente een informatie-bijeenkomst gehouden voor de bewoners/eigenaren van de huizen aan [adres] over het – illegaal – grondgebruik. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] is daarbij aanwezig geweest. Bij brief van 7 juli 2009 maakte [eiser in conventie, verweerder in reconventie] aanspraak op eigendom van de grond. De bewoners/eigenaren is bij brief van 31 juli 2009 aangeboden de grond te kopen. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft het aanbod van de gemeente niet aanvaard. De gemeente stelt dat de verjaringstermijn voor verkrijgende verjaring pas vanaf die datum kan zijn gaan lopen, omdat pas toen [eiser in conventie, verweerder in reconventie] kenbaar heeft gemaakt eigendomspretenties te hebben. Zij kan niet worden verplicht met [eiser in conventie, verweerder in reconventie] een overeenkomst van erfpacht aan te gaan en betwist dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] een persoonlijk recht van gebruik op de grond heeft.
in reconventie
3.3. De gemeente vordert bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te veroordelen tot – zakelijk weergegeven – ontruiming van de strook grond op verbeurte van een dwangsom, alsmede betaling van de proceskosten. De gemeente staat het gebruik van de grond door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet langer toe. Zij heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] bij brief van 25 november 2008 gevraagd de grond te ontruimen. De gemeente stelt dat het gebruik dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] maakt van de grond in strijd is met het bestemmingsplan. Verder stelt zij [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet anders te kunnen en mogen behandelen dan de andere eigenaren van huizen aan [adres].
3.4. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] concludeert tot afwijzing van de vordering van de gemeente. Hij verwijst naar zijn in conventie ingenomen stelling dat hij rechthebbende is op de grond. Verder stelt hij dat de gemeente geen privaatrechtelijke actie toekomt. Partijen hebben een publiekrechtelijke dispuut over de activiteiten die [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ontplooit op de grond. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt verder dat de redelijkheid en de billijkheid, alsmede de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, aan toewijzing van de vordering in de weg staan. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft jarenlang in het onderhoud van de grond geïnvesteerd en de gemeente heeft geen enkel belang bij ontruiming. [eiser in conventie, verweerder in reconventie]’ psychische gesteldheid is gebaat bij voortzetting van zijn activiteiten op de grond. Ten slotte stelt hij dat de gemeente de bruikleen eerst moet opzeggen en hem een redelijke termijn, zes maanden, voor ontruiming moet gunnen.
4. De beoordeling
in conventie
4.1. Voor het verkrijgen van eigendom door middel van verjaring is in ieder geval vereist dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de grond bezit, dat wil zeggen houdt voor zichzelf. Als hij voor een ander houdt, kan hij geen eigenaar door middel van verjaring worden. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] wist, zoals ook uit zijn verklaring ter comparitie blijkt, dat het stuk grond toen hij het in gebruik nam in 1983 niet aan hem, maar aan een ander toebehoorde.
Gesteld noch gebleken is dat de gemeente [eiser in conventie, verweerder in reconventie] daarna het bezit van de grond heeft verschaft. Vast moet derhalve komen te staan dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de grond zelf in bezit heeft genomen, dat wil zeggen dat hij zich de feitelijke macht over de grond heeft verschaft. Hij moet zich zodanig gedragen dat de gemeente, tegen wie de verjaring loopt, daaruit niet anders kan afleiden dan dat hij pretendeert eigenaar te zijn. Hiervan is geen sprake. Zowel [eiser in conventie, verweerder in reconventie] (en met hem de andere bewoners/eigenaren van huizen aan [adres]) als de gemeente zijn er al die jaren vanuit gegaan dat de gemeente eigenaresse was van de grond en dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de grond van haar mocht gebruiken. Uit het feit dat in 1998 tussen partijen is gecorrespondeerd over koop van de grond door [eiser in conventie, verweerder in reconventie], blijkt ook dat hij zich toen niet als eigenaar, maar als houder van de grond voor de gemeente zag. Dat de gemeente het initiatief tot het bieden van de mogelijkheid van koop van de stroken grond door de bewoners/eigenaars heeft genomen, maakt dit niet anders. De gemeente schrijft over de aanleiding voor dit initiatief in haar brief van 11 augustus 1998: “In verband met in de loop der jaren ontvangen verzoeken tot aankoop van grond in [adres] hebben wij ons nader beraden omtrent de mogelijkheden tot verkoop. Daar waar tot nog toe per geval werd bezien of verkoop tot de mogelijkheden behoort hebben wij thans na ampel beraad besloten dat gestreefd dient te worden naar verkoop van het in [adres] liggende gemeentelijke groen aan de aanliggende particuliere eigenaren.” Vervolgens heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] op deze brief gereageerd bij brief van 17 augustus 1998: “Wij zijn graag bereid het stukje grond achter onze woning van de gemeente oostburg te kopen.” Daarmee heeft hij te kennen gegeven geen eigenaar te zijn.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt verder ook zelf dat de gemeente het gebruik door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] van de grond in 1995 heeft goedgekeurd. Als [eiser in conventie, verweerder in reconventie] sinds 1983 pretendeert eigenaar te zijn, is goedkeuring door de gemeente niet aan de orde.
De conclusie is dan ook dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet door verjaring eigenaar van de grond is geworden. Zijn primaire vordering zal worden afgewezen.
4.2. Uit de gestelde feiten en omstandigheden volgt dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de grond sinds 1983 gebruikt. De gemeente heeft zich tegen dat gebruik tot november 2008 niet verzet, terwijl zij van het gebruik wel op de hoogte was. Aldus heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] door verjaring het persoonlijke recht van gebruik van de grond gekregen (art. 3:226 jo 3:202 BW). [eiser in conventie, verweerder in reconventie] subsidiaire vordering is dan ook als volgt toewijsbaar.
4.3. De gemeente zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] worden tot dusver begroot op:
- vast recht € 70,00
- kosten dagvaarding € 87,93
- salaris advocaat € 1.130,00 (2,5 punt tarief II)
totaal € 1.287,93
in reconventie
4.4. Uit de beslissing op de vordering in conventie vloeit voort dat de vordering in reconventie tot ontruiming van de grond moet worden afgewezen. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] komt het recht van gebruik op de grond toe.
4.5. De gemeente zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] worden tot dusver begroot op:
- salaris advocaat € 452,00 (1 punt tarief II).
5. De beslissing
De rechtbank
in conventie
verklaart voor recht dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] door verjaring het recht van gebruik heeft verkregen van de achter zijn woonhuis aan [adres] te Breskens gelegen strook grond op het perceel kadastraal bekend bij de gemeente Sluis onder [nummer], zoals aangegeven op de tekening overgelegd als productie 9 bij de dagvaarding;
veroordeelt de gemeente in de proceskosten, aan de zijde van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] tot op heden begroot op € 1.287,93;
in reconventie
wijst de vordering van de gemeente af;
veroordeelt de gemeente in de proceskosten, aan de zijde van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] tot op heden begroot op € 452,00;
in conventie en in reconventie
verklaart dit vonnis ten aanzien van de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.K. van der Lende-Mulder Smit en in het openbaar uitgesproken op 13 juli 2011.?