ECLI:NL:RBMID:2011:BR3325

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
20 juli 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
74900 / HA ZA 2010-430
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over vertegenwoordigingsbevoegdheid van een werknemer in het kader van een overeenkomst tot het vervaardigen van plattegronden

In deze zaak, die voor de Rechtbank Middelburg is behandeld, gaat het om een geschil tussen de besloten vennootschap Fire & Safety Management B.V. (FSM) en een andere besloten vennootschap, [gedaagde] B.V. Het geschil betreft de vertegenwoordigingsbevoegdheid van een werknemer van [gedaagde], [S.], die volgens FSM de opdracht heeft gegeven voor het inmeten en vervaardigen van plattegronden van het bedrijfspand van [gedaagde]. FSM heeft in februari en maart 2009 offertes gestuurd naar [gedaagde], waarbij [A.] als ondertekenaar werd genoemd. Tijdens de comparitie werd echter duidelijk dat [S.] de persoon was die contact had met FSM en dat zij de werkzaamheden heeft geïnitieerd.

De rechtbank heeft vastgesteld dat FSM op basis van de offertes en het contact met [S.] de werkzaamheden heeft uitgevoerd en plattegronden heeft vervaardigd. [gedaagde] heeft echter betwist dat er een overeenkomst tot stand is gekomen, stellende dat [S.] niet bevoegd was om namens haar op te treden. De rechtbank oordeelt dat, hoewel [B.], de directeur van [gedaagde], alleen bevoegd is om de vennootschap te vertegenwoordigen, de schijn is gewekt dat [S.] deze bevoegdheid had. FSM heeft in redelijkheid kunnen aannemen dat [S.] de opdracht mocht geven, gezien haar rol binnen het bedrijf en het feit dat zij de communicatie met FSM heeft onderhouden.

De rechtbank heeft de vordering van FSM, die onder andere een bedrag van € 5.479,36 en wettelijke rente vorderde, toegewezen. Tevens is [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 1.155,89. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat [gedaagde] direct aan de betalingsverplichting moet voldoen, ongeacht een eventuele hoger beroep.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK MIDDELBURG
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 74900 / HA ZA 10-430
Vonnis van 20 juli 2011
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FIRE & SAFETY MANAGEMENT B.V.,
gevestigd te Oud-Beijerland,
eiseres,
advocaat mr. V.M.A. Saris te Dordrecht,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[naam] B.V. LISIDINA,
gevestigd te Burgh-Haamstede,
gedaagde,
advocaat mr. R.A.A. Maat te Middelburg.
Partijen zullen hierna FSM en [gedaagde] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 8 december 2010;
- een brief met productie d.d. 17 januari 2011 van mr. Maat;
- het proces-verbaal van comparitie van 23 mei 2011.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. FSM heeft terzake het “inmeten en opzetten van plattegronden” van het bedrijfspand van [gedaagde] (locatie Hogeweg 59) in februari 2009 een initiële en op 9 maart 2009 een aanvullende offerte aan [gedaagde] gezonden. In beide offertes is [A.] vermeld als de persoon die namens [gedaagde] voor akkoord zou ondertekenen. In de aanvullende offerte is daarbij een handtekening geplaatst.
2.2. FSM heeft op basis van de offertes in maart 2009 bij [gedaagde] ingemeten en plattegronden vervaardigd en deze rond 18 juni 2009 (digitaal) aan [gedaagde] verzonden.
2.3. Op 3 april 2009 heeft FSM [gedaagde] voor een bedrag van € 5.479,36 gefactureerd.
3. Het geschil
3.1. FSM vordert dat de rechtbank bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad [gedaagde] veroordeelt tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan haar binnen veertien dagen na betekening van het vonnis te betalen een bedrag van € 6.829,59, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2010 tot aan de dag der algehele voldoening en [gedaagde] veroordeelt in de kosten van de procedure.
3.2. Zij voert daartoe -samengevat- het volgende aan. FSM heeft van [gedaagde] opdracht gekregen plattegronden van het bedrijfspand van [gedaagde] aan de Hogeweg 59 te vervaardigen. Zij heeft steeds contact gehad met een zekere [S.], waarvan FSM heeft aangenomen dat zij [gedaagde] heette. [S.] heeft FSM bij het eerste bezoek ontvangen, waarna FSM een initiele offerte heeft uitgebracht. Op 2 maart 2009 is [S.] daarmee telefonisch akkoord gegaan. Toen FSM in verband met het inmeten een bezoek bracht aan de Hogeweg 59, bleek de benedenetage van het pand sinds het vorige bezoek van FSM drastisch te zijn verbouwd, zodat het noodzakelijk was een aanvullende offerte uit te brengen. Deze aanvullende offerte is ondertekend door [S.] geretourneerd aan FSM. FSM heeft de overeengekomen werkzaamheden verricht en de plattegronden opgestuurd naar Fire Solutions Nederland en later ook naar [gedaagde]. Ondanks sommatie blijft [gedaagde] in gebreke met betaling van de factuur. Naast betaling van de hoofdsom van € 5.479,36 maakt FSM aanspraak op de wettelijke rente vanaf 3 mei 2009 en buitengerechtelijke incassokosten ad € 821,90.
3.3. [gedaagde] voert verweer. Zij betwist dat tussen partijen een overeenkomst is gesloten, waarbij zij aan FSM opdracht heeft gegeven voor het inmeten en vervaardigen van plattegronden. [S.] is de ex-partner van [B.], de directeur/eigenaar van [gedaagde]. Na beëindiging van de affectieve relatie is zij bij [gedaagde] blijven werken en hield zij als medewerker toezicht op de manege. [gedaagde] betwist dat [S.] de aanvullende offerte heeft ondertekend. Bovendien is zij niet bevoegd om [gedaagde] te binden. De e-mail van FSM met de plattegronden is nooit geopend. De plattegronden zijn niet gebruikt door het bedrijf dat [gedaagde] heeft ingeschakeld voor de diefstal- en brandbeveiliging.
4. De beoordeling
4.1. De kern van het geschil tussen partijen is of [gedaagde] opdracht aan FSM heeft gegeven om haar bedrijfspand in te meten en plattegronden te vervaardigen. FSM heeft ter comparitie verklaard dat zij steeds contact heeft gehad met een zekere [S.], waarvan verondersteld werd dat zij [gedaagde] heette. [gedaagde] heeft ter comparitie verklaard dat bij haar op de loonlijst [S.] stond, die belast was met het toezicht op de manege. Nu het tegendeel is gesteld noch gebleken, gaat de rechtbank ervan uit dat partijen dezelfde [S.] voor ogen hebben. FSM heeft onweersproken gesteld dat [S.] begin 2009 contact met FSM opnam in verband met het vervaardigen van plattegronden van het bedrijfspand en dat FSM vervolgens meerdere bezoeken aan -het bedrijfspand van- [gedaagde] heeft gebracht, aanvankelijk in verband met het uitbrengen van een offerte en nadien in verband met het inmeten van het bedrijfspand. Voorts is onweersproken dat FSM plattegronden heeft vervaardigd en deze digitaal aan -ondermeer- [gedaagde] heeft doen toekomen. Uit dat contact tussen FSM op initiatief van [S.], het feit dat FSM vervolgens -van [S.]- toegang tot het bedrijfspand kreeg om in te meten en het feit dat FSM op basis daarvan plattegronden heeft vervaardigd en deze aan [gedaagde] heeft geleverd, leidt de rechtbank af dat FSM daartoe van [S.] opdracht had gekregen. In het midden kan dan blijven of de (aanvullende) offerte door [S.] is ondertekend.
4.2. Vervolgens is de vraag of [gedaagde] aan die opdracht door [S.] gebonden is. Aan [gedaagde] kan worden toegegeven dat blijkens het door FSM in het geding gebrachte uittreksel uit het handelsregister (productie 11) [B.] alleen en zelfstandig bevoegd is. Dat neemt niet weg dat [gedaagde] de schijn kan hebben gewekt dat [S.] bevoegd was om namens haar opdracht te geven. Daar beroept FSM zich terecht op. [S.] was als medewerkster van [gedaagde] belast met het toezicht op de manege. In die functie nam zij het initiatief tot contact met FSM en handelde zij de opdracht aan FSM zelfstandig af. FSM heeft het bedrijfspand van [gedaagde] meerdere malen bezocht, waarbij zij steeds met [S.] te maken had. [S.] kreeg in haar functie van medewerker belast met toezicht op de manege van [gedaagde] kennelijk de vrijheid om zelfstandig contact te leggen en te onderhouden met FSM. FSM stuurde de offertes naar het bedrijfsadres van [gedaagde], waarna [S.] steeds weer het contact met haar onderhield. Onder die omstandigheden behoefde FSM niet te twijfelen aan de bevoegdheid van [S.] om namens [gedaagde] opdracht te geven voor het vervaardigen van de plattegronden. Dat [B.], volgens zijn verklaring te comparitie, aan Fire Solutions Nederland (FSN) zou hebben aangegeven dat zij alleen met hem zaken mocht doen, kan niet aan FSM worden tegengeworpen.
4.3. Een indicatie overigens, maar zulks ten overvloede, dat [S.] daadwerkelijk in opdracht van [gedaagde] heeft gehandeld, ziet de rechtbank in het feit dat [gedaagde], nadat zij in april 2009 door FSM voor de werkzaamheden werd gefactureerd, zich niet reeds toen heeft beroepen op de onbevoegdheid van [S.], hetgeen dan voor de hand had gelegen.
4.4. Het voorgaande leidt tot de slotsom dat de vordering van FSM, voor zover die betrekking heeft op de hoofdsom, toewijsbaar is. Tegen de wettelijke rente is geen verweer gevoerd, zodat die eveneens toegewezen kan worden. De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zullen worden afgewezen, nu FSM niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat vóór de aanvang van het geding andere of meer kosten zijn gemaakt dan die welke ter voorbereiding van een geding in het algemeen redelijk en noodzakelijk zijn, welke laatste kosten, nu een geding is gevolgd, moeten worden aangemerkt als betrekking hebbend op verrichtingen waarvoor de proceskosten een vergoeding plegen in te sluiten.
4.5. Als de in het ongelijk te stellen partij zal [gedaagde] de proceskosten moeten vergoeden. Die worden aan de zijde van FSM tot op heden begroot op:
- dagvaarding € 73,89
- vast recht € 314,--
- advocaatkosten ( 2 punten, tarief I) € 768,--
Totaal € 1.155,89
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. veroordeelt [gedaagde] om aan FSM tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 5.479,36, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 mei 2009 tot de dag van betaling;
5.2. veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van FSM tot op heden begroot op € 1.155,89;
5.3. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A. van Voorthuizen en in het openbaar uitgesproken op 20 juli 2011.?