ECLI:NL:RBMID:2011:BR0732
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.J.R.P. Verhoeven
- Rechtspraak.nl
Omkering van de bewijslast in een civiele procedure betreffende medische behandeling en incassokosten
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Middelburg op 4 april 2011, staat de omkering van de bewijslast centraal. De eisende partij, Famed B.V., vordert betaling van een bedrag van € 89,60 van de gedaagde partij, die de kosten van een medische behandeling voor zijn minderjarige kind niet heeft voldaan. Famed stelt dat de zorgverlener Orthocenter B.V. op 6 januari 2010 een behandeling heeft uitgevoerd, maar de gedaagde betwist dit en stelt dat de beugel al was verwijderd en er geen vervolgafspraak was gemaakt. De gedaagde heeft ook de incassokosten betwist.
Famed heeft geprobeerd bewijs te leveren door middel van het patiëntendossier, maar de gedaagde weigert toestemming te geven voor het overleggen van dit dossier, wat Famed in een onredelijk bezwarende bewijspositie plaatst. De kantonrechter overweegt dat, gezien de weigering van de gedaagde om toestemming te geven, de bewijslast omgekeerd moet worden. Dit houdt in dat het voor de gedaagde is om te bewijzen dat de behandeling niet heeft plaatsgevonden.
De kantonrechter heeft de gedaagde in de gelegenheid gesteld om bewijs te leveren dat de behandeling niet heeft plaatsgevonden en heeft de zaak verwezen naar de rolzitting van 2 mei 2011 voor verdere procedurele stappen. De beslissing van de kantonrechter benadrukt het belang van de bewijslast in civiele procedures en de gevolgen van het niet meewerken aan bewijslevering.