ECLI:NL:RBMID:2011:BR0396

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
4 april 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
208500
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot vestiging van vruchtgebruik op goederen van de nalatenschap door echtgenote

In deze zaak vorderde de echtgenote van de overleden vader van de gedaagde, hierna te noemen [eiseres], dat de erfgenamen zouden meewerken aan de vestiging van een vruchtgebruik op goederen van de nalatenschap. De vader van [eiseres] overleed in 2008 en benoemde zijn kinderen als erfgenamen. [Eiseres] stelde dat zij behoefte had aan het vruchtgebruik omdat zij niet in haar eigen levensonderhoud kon voorzien, aangezien zij geen (weduwen)pensioen ontving. Tijdens het huwelijk leefden zij van het geld van de overleden vader.

De gedaagde, hierna te noemen [gedaagde], bestreed de vordering en stelde dat [eiseres] geen behoefte had aan het vruchtgebruik, onder verwijzing naar het feit dat de echtelijke woning op naam van [eiseres] stond en dat zij deze had verkocht. [Gedaagde] voerde aan dat de levensstandaard in Panama lager was dan in Nederland en dat [eiseres] in staat moest worden geacht om in haar eigen levensonderhoud te voorzien.

De kantonrechter oordeelde dat om te bepalen of [eiseres] behoefte had aan het vruchtgebruik, alle financiële omstandigheden van belang waren. [Eiseres] moest aannemelijk maken dat zij het vruchtgebruik nodig had voor haar verzorging. De kantonrechter vond de algemene stelling van [eiseres] dat zij moeilijk werk kon vinden onvoldoende. De duur van het huwelijk en de financiële situatie vóór het huwelijk waren ook van belang.

De kantonrechter besloot dat partijen moesten verschijnen om inlichtingen te verstrekken en om te proberen het geschil op te lossen door middel van een schikking. De datum voor deze verschijning zou later worden bepaald, en partijen werden verzocht om hun verhinderdata door te geven. De verdere beslissing werd aangehouden.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDELBURG
Sector kanton
Locatie Middelburg
zaak/rolnr.: 208500 / 10-3959
vonnis van de kantonrechter d.d. 4 april 2011
in de zaak van
[partij A],
wonende te [adres],
eisende partij,
verder te noemen: [eiseres],
gemachtigde: mr. K.P.T.G. Flos,
t e g e n :
[erfgenaam 1],
wonende te [adres],
[erfgenaam 2],
wonende te [adres],
gedaagde partij,
verder te noemen (in enkelvoud): [gedaagde],
gemachtigde: mr. E.C.M. van Waes.
het verdere verloop van de procedure
Na het tussenvonnis van 1 november 2010 is de procedure als volgt verlopen:
- conclusies van repliek en dupliek.
de beoordeling van de zaak
1. De mondelinge behandeling, die was bepaald bij vonnis van 1 november 2010 heeft geen doorgang gevonden omdat [eiseres] heeft laten weten dat zij niet in staat was naar Nederland te komen en [gedaagde] akkoord ging met het eerst re- en dupliceren door partijen.
2. [Eiseres] is [in] 2005 getrouwd met de vader van [gedaagde], de heer [erflater], hierna ook te noemen de vader. De vader is overleden te [woonplaats en datum overlijden in] 2008. De vader heeft zijn beide kinderen benoemd tot zijn enige erfgenamen, beide voor gelijke delen.
3. [Eiseres] heeft -kort samengevat- het volgende gevorderd. De verklaring voor recht dat de erfgenamen moeten meewerken aan het vestigen van een vruchtgebruik op goederen van de nalatenschap, de benoeming van notaris mr. R.C. van Dongen tot bewindvoerder, het benoemen van de notaris mr. E. Sturkenboom tot notaris voor het verlijden van de akte tot de vestiging van vruchtgebruik, het verschaffen van informatie door de erfgenamen aan de notaris op straffe van een dwangsom en de veroordeling in de proceskosten van gedaagden. Zij heeft daartoe het volgende gesteld. [Eiseres] heeft behoefte aan de vestiging van een vruchtgebruik omdat zij niet in haar eigen levensonderhoud kan voorzien. Zij heeft geen (weduwen)pensioen. Tijdens het huwelijk leefden de echtgenoten van het geld van de [erflater].
4. [Gedaagde] heeft de vordering bestreden. Volgens [gedaagde] heeft [eiseres] geen behoefte aan de vestiging van een vruchtgebruik op bestanddelen van de nalatenschap. [Gedaagde] wijst daarbij op de omstandigheid dat de echtelijke woning op naam stond van [eiseres]. [Eiseres] heeft die woning verkocht, maar niet bekend is voor welk bedrag. In Panama is de levensstandaard lager dan in Nederland, het maandelijkse minimumloon bedraagt ongeveer € 181,00. [Eiseres] moet in staat worden geacht in haar eigen levensonderhoud te voorzien, aldus [gedaagde].
5. De kantonrechter overweegt als volgt. Om te kunnen beoordelen of [eiseres] behoefte heeft aan de vestiging van een vruchtgebruik op andere goederen van de nalatenschap dan de woning die door de echtgenoten werd bewoond, zijn alle (financiële) omstandigheden van het geval van belang. [Eiseres] zal aannemelijk moeten maken dat zij aan het vruchtgebruik voor haar verzorging behoefte heeft. De algemene stelling dat zij gelet op haar leeftijd moeilijk werk zal kunnen vinden is daarvoor onvoldoende. Het huwelijk heeft drie jaar geduurd. Vóór het huwelijk heeft [eiseres] kennelijk ook in haar levensonderhoud kunnen voorzien. De kantonrechter heeft behoefte aan inlichtingen over de voorziening in het levensonderhoud door [eiseres] in de periode van vóór haar relatie met de [erflater] en over de opbrengst van de echtelijke woning.
6. Onder meer over de hierboven genoemde onderwerpen, maar ook over andere aspecten van de zaak, waaronder de waarde van de nalatenschap, acht de kantonrechter zich door hetgeen partijen hebben aangevoerd nog niet voldoende ingelicht. De kantonrechter zal daarom een verschijning van partijen gelasten tot het verstrekken van inlichtingen. Tevens kan dan van de gelegenheid gebruik gemaakt worden om te proberen om het geschil tussen partijen op te lossen door middel van een schikking. Indien [eiseres] niet in staat is naar Nederland te komen, kan zij zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde, die dan uiteraard goed door [eiseres] ingelicht dient te zijn en die bevoegd is namens haar een schikking aan te gaan.
7. Indien partijen zich tijdens de verschijning ter terechtzitting op nog niet in het dossier ingebrachte stukken willen beroepen, dienen zij die stukken uiterlijk twee weken vóór de verschijning ter terechtzitting aan de kantonrechter en in kopie aan de wederpartij te doen toekomen.
de beslissing
De kantonrechter:
gelast partijen voor de kantonrechter te verschijnen om inlichtingen te verstrekken en een schikking te beproeven, en wel in het gerechtsgebouw aan de Kousteensedijk 2 te Middelburg op een nader te bepalen dag en uur;
verzoekt partijen uiterlijk 18 april 2011 schriftelijk hun verhinderdata voor de maanden april, mei en juni 2011 op te geven; daarna zal de datum voor de persoonlijke verschijning worden bepaald;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.J.C. van Spronssen, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 4 april 2011 in tegenwoordigheid van de griffier.