ECLI:NL:RBMID:2011:BQ3114

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
27 april 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
70411 / HA ZA 09-610
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor schade door het schip 'Tertio' na kapseizen

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Middelburg, hebben eiseressen, drie besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, een vordering ingesteld tegen de gedaagde, Van den Herik Personeel Waterbouw B.V., wegens schade die zou zijn veroorzaakt door het motorschip 'Tertio'. De eiseressen vorderen een schadevergoeding van EUR 333.243,95, vermeerderd met rente en kosten, als gevolg van een incident waarbij de 'Tertio' op 5 november 2007 in de Beatrixhaven te Yerseke is gekapseisd en gezonken. Dit incident leidde tot de verontreiniging van het water met gasolie, wat schadelijk was voor de mosselen die de eiseressen exploiteren.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde niet de eigenaar was van de 'Tertio' op het moment van het incident, aangezien het schip op dat moment eigendom was van Van den Herik Holding B.V., dat later zijn naam wijzigde in Van den Herik Materieel B.V. De rechtbank oordeelt dat de eiseressen niet ontvankelijk zijn in hun vordering, omdat de aansprakelijkheid enkel kan rusten op de eigenaar van het schip, en gedaagde niet de eigenaar was. De rechtbank wijst ook op het feit dat de eigendom van de 'Tertio' geregistreerd was bij het kadaster, wat voor iedereen toegankelijk was.

De rechtbank heeft de vordering van eiseressen afgewezen en hen veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op EUR 8.938,00, vermeerderd met wettelijke rente. Dit vonnis is uitgesproken op 27 april 2011 door mr. H.A. Witsiers. De eiseressen hebben erkend dat zij de verkeerde partij hebben gedagvaard, maar stelden dat het voor gedaagde duidelijk had moeten zijn dat zij de eigenaar van de 'Tertio' wilden aanspreken. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er geen misverstand kon bestaan over de eigendomssituatie, en dat de procedure niet kon worden voortgezet tegen een andere vennootschap door middel van een naamswijziging.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK MIDDELBURG
" \* MERGEFORMAT
Sector civiel recht
in de zaak met zaaknummer / rolnummer: 70411 / HA ZA 09-610
Vonnis van 27 april 2011
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PRINS OESTERKWEEK B.V.,
gevestigd te Yerseke,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PRINS & DINGEMANSE MOSSELHANDEL B.V.,
gevestigd te Yerseke,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PRINS & DINGEMANSE B.V.,
gevestigd te Yerseke,
eiseressen,
advocaat mr. L.J. van Langevelde te Bergen op Zoom,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VAN DEN HERIK PERSONEEL WATERBOUW B.V.,
gevestigd te Sliedrecht,
gedaagde,
advocaat mr. K.M. Moeliker te Middelburg,
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 2 februari 2011
- het proces-verbaal van comparitie van 16 maart 2011.
De feiten
Eiseressen bezitten en/of exploiteren ten behoeve van de handel in mosselen, mosselverwaterpercelen nabij de Beatrixhaven te Yerseke.
Op 5 november 2007 omstreeks 19.00 uur liep de baggercombinatie van het ms. “Tertio” vast bij de Schaar van Yerseke, in de nabijheid van de verwaterpercelen van eisers. De “Tertio” is zelf weer losgekomen, samen met de bak B37 die aan bakboord gekoppeld was.
De “Tertio” was op 5 november 2007 eigendom van Van den Herik Holding B.V. . De naam van deze vennootschap is gewijzigd in Van den Herik Materieel B.V.
In de nacht van 5 op 6 november 2007 is in de Beatrixhaven te Yerseke een bunkerschip gekapseisd en gezonken. Dat schip behoorde toe aan Meijaard. Als gevolg van dit incident is gasolie in het water terecht gekomen, niet alleen in de haven maar ook daarbuiten.
Het geschil
Eiseressen vorderen - samengevat - veroordeling van gedaagde tot betaling van EUR 333.243,95, vermeerderd met rente en kosten.
Omdat zij naast gedaagde ook andere partijen verantwoordelijk houdt voor haar schade heeft zij hoofdelijke veroordeling gevorderd.
Eiseressen onderbouwen hun vordering als volgt. Gedaagde was belast met de uitvoering van baggerwerkzaamheden in de haven van Yerseke. In de avond van 5 november 2007 is een koppelverband uit de Koningin Julliana haven weggevaren. Dit koppelverband is vast komen te zitten in de geul voor de haven ter plaatse van de Schaar van Yerseke. Doordat het schip op de zandbank behoorlijk scheef lag, is er een hoeveelheid baggerslib, wat zeer vloeibaar was, verloren. In de poging los te komen is er bagger uit de geul losgewoeld. Kort na dit voorval zijn smaakverschillen aan de mosselen geconstateerd waardoor zij op dat moment niet meer geschikt waren voor de verkoop. Eiseressen stellen dat de oorzaak ligt in de baggerspecie die over haar perceel is gevloeid en/of de olie die uit het bunkerschip is gestroomd. Het gevolg is dat de mosselen veel langer op de verwaterpercelen hebben gelegen om weer op smaak tekomen. Daardoor is kwaliteitsverlies opgetreden met als gevolg een verminderde opbrengst en dus schade.
Gedaagde stelt dat eiseressen de verkeerde partij hebben gedagvaard door Van den Herik Personeel Waterbouw B.V. te dagvaarden. Het motorschip “Tertio” was op 5 november 2007 eigendom van Van den Herik Holding B.V. Die eigendomssituatie is niet veranderd, alleen de naam van die vennootschap is gewijzigd in Van den Herik Materieel B.V.. Zij heeft verwezen naar de door haar overgelegde uittreksels uit het kadaster en uit het handelsregister. De vennootschappen moeten van elkaar onderscheiden worden.
De vordering tot vergoeding van schade is door eiseressen gebaseerd op de bepalingen van boek 8 BW, de eigenaar van een binnenschip moet de schade vergoeden. Aangezien gedaagde niet de eigenaar van de “Tertio” was moet de vordering worden afgewezen. Een andere grondslag voor de vordering hebben eiseressen niet gesteld.
Eiseressen hebben op dit verweer gereageerd. Zij stellen bedoeld te hebben de eigenaar van de “Tertio” aansprakelijk te stellen. Zij hebben erkend dat Van den Herik Personeel B.V. niet de eigenaar is van de “Tertio”. Zij stellen dat het voor gedaagde duidelijk moet zijn geweest dat eiseressen de eigenaar van de “Tertio” wilden aanspreken. Er kan dus geen misverstand over bestaan welke partij bedoeld is. Zij stellen ook dat Van den Herik Personeel Waterbouw B.V. de schijn heeft gewekt de aan te spreken rechtspersoon te zijn door in de afwijzing van haar aansprakelijkheidstelling door eiseressen alleen aan te geven dat de schade niet veroorzaakt is door de “Tertio”. Verder stellen eiseressen dat de verkeerde tenaamstelling gerectificeerd kan worden.
Gedaagde heeft volhard in haar verweer.
De beoordeling
In deze procedure is op 16 maart 2011 een comparitie van partijen gehouden. De zaak tegen gedaagde is gevoegd met de procedure onder rolnummer 2009/621 (Vette & Verhaart tegen Meijaard) en 2010/247 (Meijaard tegen de gemeente Reimerswaal).
Tijdens de comparitie is met partijen afgesproken dat in het geschil tussen eisers en gedaagde afzonderlijk vonnis zou worden gewezen. De rechtbank splitst daarom de zaak tegen gedaagde af van de andere zaken en wijst afzonderlijk vonnis. De procesefficiency is hiermee gediend.
Het verweer van gedaagde slaagt. Het staat vast dat de “Tertio” op 5 november 2007 en ook ten tijde van de dagvaarding geen eigendom was van gedaagde. Niet betwist is dat de vordering van eiseressen is gebaseerd op de aansprakelijkheid van de eigenaar van het binnenschip de “Tertio”. Omdat gedaagde niet de eigenaar was en is, kan zij ook niet aansprakelijk zijn.
Het beroep dat eiseressen doen op de schijn die Van den Herik heeft gewekt door na de aansprakelijkstelling door eiseressen alleen te stellen dat de schade niet is veroorzaakt door het vastlopen van de “Tertio”, slaagt niet. De eigendom van de “Tertio” is bij het kadaster geregistreerd en voor iedereen te raadplegen. Verder is niet gesteld of gebleken dat gedaagde verwarring heeft gesticht over de eigendomskwestie. De afwijzing van de aansprakelijkheid zoals die door gedaagde is gedaan, is tegen de achtergrond van de beschikbare gegevens over de eigendom, onvoldoende voor de conclusie dat gedaagde de schijn heeft opgewekt aansprakelijk te zijn.
De procedure is gestart tegen Van den Herik Personeel Waterbouw B.V. Het is niet mogelijk een eenmaal begonnen procedure voort te zetten tegen een andere vennootschap door middel van naamswijziging. Het verzoek van eiseressen om met dat doel nog een akte te mogen nemen wordt dan ook afgewezen.
Gedaagde heeft geconcludeerd tot afwijzing althans niet ontvankelijk verklaring met veroordeling van eiseressen de kosten. Zij heeft bij de kosten ook vermeld de kosten van een deskundigenbericht en advocaatkosten die vóór het proces zijn gemaakt. Deze extra kosten vallen niet onder de proceskostenveroordeling en moeten dus apart gevorderd worden. Dat is niet gebeurd zodat de kosten reeds op die grond niet kunnen worden toegewezen.
Eiseressen zullen als de in het ongelijk gestelde partijen in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van gedaagde worden begroot op:
- griffierecht 4.938,00
- salaris advocaat 4.000,00 (2,0 punten × tarief EUR 2.000,00)
Totaal EUR 8.938,00
De beslissing
De rechtbank
verklaart eiseressen niet-ontvankelijk in hun vordering,
veroordeelt eiseressen in de proceskosten, aan de zijde van gedaagde tot op deze uitspraak gevallen, begroot op EUR 8.938,00 vermeerderd met de wettelijke rente hierover vanaf 14 dagen na betekening van dit vonnis,
verklaart dit vonnis in deze zaak wat betreft de kostenveroordeling
uitvoerbaar bij voorraad
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Witsiers en in het openbaar uitgesproken op 27 april 2011.