Sector civiel recht, voorzieningenrechter
zaaknummer / rolnummer: 77061 / KG ZA 11-18
[eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie],
verweerster in (voorwaardelijke) reconventie,
advocaat: mr. I.M. van den Heuvel te Roosendaal,
gevestigd te Burgh-Haamstede,
eiseres in (voorwaardelijke) reconventie,
advocaat: mr. J.M. de Heer te Rotterdam.
Partijen worden hierna aangeduid als [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] en Duinrand.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding d.d. 1 februari 2011;
- de akte tot wijziging van eis;
- de eis in (voorwaardelijke) reconventie;
- de mondelinge behandeling op 15 februari 2011;
- de pleitnota van [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie];
- de pleitnota van Duinrand;
- de door partijen overgelegde producties.
In het op 11 januari 2011 door de voorzieningenrechter van deze rechtbank tussen partijen gewezen vonnis is, voorzover relevant, als volgt beslist:
“5.2. beveelt Duinrand om vanaf de betekening van dit vonnis op eerste verzoek van [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] binnen twee werkdagen na dat verzoek en in aanwezigheid van [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] en/of een of meer door haar aan te wijzen gemachtigde(n) alle goederen die zijn vermeld op de bijlage bij het proces-verbaal van aangifte van 11 november 2010 in de stacaravan te hebben teruggebracht alsmede de bij de stacaravan behorende tuin te hebben hersteld in de staat waarin deze zich bevond voordat Duinrand de begroeiing en beplanting daaruit heeft verwijderd, zulks op straffe van een eenmalige dwangsom van € 2.500,--,”
Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
Het vonnis is op 12 januari 2011 aan Duinrand betekend, met gelijktijdig bevel,
“ 1. om BINNEN TWEE (WERK)DAGEN NA VANDAAG in aanwezigheid van [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] en/of een of meer door haar aan te wijzen gemachtigde(n) alle goederen die zijn vermeld op de bijlage bij het proces verbaal van aangifte van 11 november 2010 in de stacaravan te hebben teruggebracht alsmede de bij de stacaravan behorende tuin te hebben hersteld in de staat waarin deze zich bevond voordat Duinrand de begroeiing en beplanting daaruit heeft verwijderd, zulks op straffe van een eenmalige dwangsom van € 2.500,00;”
Bij brief van 14 januari 2011 heeft Duinrand (via haar raadsman) aan [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] laten weten uitvoering te zullen geven aan het kort geding vonnis van 11 januari 2011 en na een daartoe strekkend verzoek de weggehaalde en opgeslagen inventaris in de stacaravan van [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] terug te zullen plaatsen.
Bij brief van 17 januari 2011 heeft [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] (via haar raadsman) Duinrand bericht dat niet tijdig aan het vonnis van 11 januari 2011 is voldaan en Duinrand gesommeerd tot betaling van de inmiddels door Duinrand verbeurde dwangsom.
In reactie daarop heeft de raadsman van Duinrand bij brief van 24 januari 2011 aan [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] meegedeeld dat Duinrand in afwachting van een uitnodiging van [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] de opgeslagen goederen heeft laten overbrengen naar een loods op het recreatieterrein en dat deze op eerste verzoek van [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] in de stacaravan zullen worden teruggeplaatst. Tevens is aan [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] meegedeeld dat Duinrand afspraken wenst te maken over het herstel van de tuin.
Bij telefaxbericht van 6 februari 2011 is Duinrand nogmaals gesommeerd volledig uitvoering te geven aan het kort geding vonnis van 11 januari 2011.
Op 9 februari 2011 heeft Duinrand de door haar uit de stacaravan van [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] weggevoerde goederen onder toeziend oog van een gerechtsdeurwaarder teruggeplaatst.
[eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] vordert, na wijziging van eis, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
I Duinrand te veroordelen om aan [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] te voldoen een bedrag van
€ 7.250,00 voor vervanging en herstel van goederen;
II Duinrand te bevelen om vanaf de betekening van dit vonnis op eerste verzoek van [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] binnen twee werkdagen na dat verzoek en in aanwezigheid van [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] en/of een of meer door haar aan te wijzen gemachtigde(n) de bij de stacaravan behorende tuin te hebben hersteld in de staat waarin deze zich bevond voordat Duinrand de begroeiing en beplanting daaruit heeft verwijderd, zulks op straffe van een eenmalige dwangsom van € 10.000,00;
III Duinrand te veroordelen in de kosten van dit geding.
Ter onderbouwing van haar vordering voert [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] het navolgende aan. Op 9 februari 2011 heeft Duinrand de door haar uit de stacaravan van [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] weggevoerde goederen teruggebracht. [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] heeft moeten constateren dat niet alle goederen die op de door haar opgemaakte inventarislijst vermeld stonden zijn teruggebracht en dat de goederen die zijn teruggebracht in zodanig slechte staat verkeren dat een groot deel daarvan niet meer bruikbaar is. Bovendien heeft Duinrand bij het terugbrengen van de goederen de vloerbedekking van [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] zodanig bevuild dat deze vervangen moet worden. Ook zijn de vernielingen (een doorgesneden gasslang, opengebroken deuren) die Duinrand bij het wegvoeren van de goederen heeft aangericht nog niet hersteld. Omdat Duinrand hiervoor aansprakelijk moet worden gehouden, vordert [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] thans betaling van schadevergoeding voor vervanging en herstel van goederen. De totale kosten daarvan worden geraamd op een bedrag van € 7.250,00. Verder heeft [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] moeten constateren dat Duinrand niet (tijdig) heeft voldaan aan de veroordeling om de tuin te herstellen. Met het plaatsen van jonge coniferen, die veel lager zijn dan de bomen die Duinrand heeft laten verwijderen, en het inzaaien van gras is de tuin niet in de oude staat hersteld.
Duinrand voert verweer strekkende tot afwijzing van de vorderingen van [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie]. Daartoe voert Duinrand het navolgende aan. De vordering tot schadevergoeding, zoals geformuleerd door [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie], zal moeten worden afgewezen nu deze strekt tot vaststelling van een schadevergoedingsverplichting. Dat kan niet in kort geding. Daarnaast is de vordering van [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] niet voldoende aannemelijk. Behalve dat Duinrand heeft moeten constateren dat de inventarislijst die [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] aan haar vordering ten grondslag legt niet klopt (niet alle opgegeven goederen waren aanwezig, terwijl niet opgegeven goederen wel aanwezig waren), betwist Duinrand dat de goederen en de vloerbedekking zo vervuild en kapot zouden zijn als [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] beweert en dat zij vernielingen aan de stacaravan zou hebben aangebracht. Bovendien heeft [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] de door haar gevorderde geldsom op geen enkele wijze onderbouwd. Anders dan [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] is Duinrand van mening dat zij aan de veroordeling tot herstel van de tuin heeft voldaan. [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] heeft Duinrand nimmer uitgenodigd om in haar aanwezigheid de tuin te herstellen en evenmin is zij ingegaan op het verzoek van Duinrand om haar wensen voor de tuin aan Duinrand kenbaar te maken. Om die reden heeft Duinrand uit eigen beweging coniferen laten plaatsen en gras ingezaaid in het tuintje van [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie]. Onder die omstandigheden kan [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] niet volhouden dat Duinrand het vonnis niet naar behoren zou hebben uitgevoerd.
In (voorwaardelijke) reconventie
Voor het geval zal worden geoordeeld dat Duinrand voor wat betreft het herstel van de tuin niet aan het vonnis van 11 januari 2011 heeft voldaan, vordert Duinrand, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
de in het vonnis van 11 januari 2011 aan Duinrand opgelegde dwangsom met toepassing van artikel 611d Rv primair, op te heffen, subsidiair op te schorten tot door [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] aan Duinrand een redelijke termijn is gegeven voor het herstel van de tuin en Duinrand binnen die termijn niet aan het vonnis voldoet, meer subsidiair het bedrag van de dwangsom te verminderen.
De vordering van [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] strekt in de eerste plaats tot betaling van schadevergoeding voor vervanging en herstel van vervuilde of kapotte goederen en een vervuilde vloerbedekking. Met Duinrand is de voorzieningenrechter van oordeel dat deze vordering, zoals geformuleerd, zich niet verdraagt met het voorlopige karakter van een kort geding procedure. Hierin is geen plaats voor constitutieve beslissingen als de vaststelling van een schadevergoedingsverplichting, zodat de vordering reeds op die grond moet worden afgewezen.
Voor zover [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] bedoeld heeft een voorschot op de door haar geleden schade te vorderen, kan dit evenmin tot toewijzing leiden. In dat verband wordt het volgende overwogen. Voor toewijzing van een geldvordering in kort geding moet in ieder geval de voorwaarde zijn vervuld dat het bestaan en de omvang van de vordering in hoge mate aannemelijk zijn. Voorts moet uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening vereist zijn en mag het risico van onmogelijkheid van terugbetaling -bij afweging van de belangen van partijen- niet aan toewijzing in de weg staan.
Met Duinrand is de voorzieningenrechter van oordeel dat [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] de door haar gestelde schade onvoldoende heeft onderbouwd of aannemelijk heeft gemaakt. Nog daargelaten dat de inventarislijst door Duinrand wordt betwist, laat de staat van de goederen ten tijde van de ontruiming zich aan de hand daarvan niet vaststellen. Dit brengt met zich mee dat op dit moment niet kan worden vastgesteld of de goederen, zoals [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] stelt en door Duinrand wordt betwist, daadwerkelijk in een slechtere staat verkeren dan voordat deze uit de stacaravan werden verwijderd. Om dat vast te stellen is bewijslevering nodig en dat gaat het bestek van dit geding te buiten. Daarnaast heeft [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] de door haar gevorderde schadevergoeding op geen enkele wijze onderbouwd. [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] volstaat met een schatting van kosten voor reiniging van goederen en vervanging van vloerbedekking, maar laat na dit op enigerlei wijze te motiveren door bijvoorbeeld het overleggen van een offerte van een reinigingsbedrijf. Uit het vorenstaande volgt naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter dat het bestaan en de omvang van de door [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] gestelde schade niet is komen vast te staan of in hoge mate aannemelijk is geworden. Dit betekent dat niet is voldaan aan een van de vereisten voor toewijzing van een geldvordering in kort geding, zodat een vordering tot het betalen van een voorschot reeds daarop afstuit.
De vordering van [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] strekt in de tweede plaats tot herstel van de tuin op straffe van verbeurte van een hogere dwangsom. Deze vordering zal worden toegewezen. Daartoe wordt het navolgende overwogen. Met [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] is de voorzieningenrechter van oordeel dat Duinrand (nog) niet heeft voldaan aan de veroordeling om de tuin te herstellen. Bij de betekening van het vonnis is aan Duinrand bevel gedaan tot herstel van de tuin binnen twee dagen na 12 januari 2011. Uit de ter zitting afgelegde en door Duinrand onweersproken gebleven verklaring van [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] blijkt dat Duinrand op 14 februari 2011, derhalve één dag voor de behandeling van onderhavig kort geding, met het herstel van de tuin is aangevangen. Dat is een maand te laat. Verder volgt uit de eigen stellingen van Duinrand dat het herstel beperkt is gebleven tot het plaatsen van coniferen en het inzaaien van gras, terwijl in de oude situatie, dit volgt uit de door partijen in het geding gebrachte foto’s, zich tevens een pergola, een tuinhekje, een vijver en gaas (om te voorkomen dat de hond wegloopt) in de tuin bevonden. Deze zijn niet in de tuin teruggekeerd. Van een herstel in de oude staat, dus in de staat waarin de tuin zich bevond voordat Duinrand deze leeghaalde, is derhalve geen sprake. Duinrand heeft daartegen nog aangevoerd, zo begrijpt de voorzieningenrechter haar verweer, dat zij alles heeft gedaan wat mogelijk was om uitvoering te geven aan het vonnis van 11 januari 2011, maar daarin is belemmerd door [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie]. Niet valt echter in te zien waarom Duinrand nog een uitnodiging behoefde van [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] om tot herstel van de tuin over te gaan. Op dat punt laat het ter gelegenheid van de betekening van het vonnis aan Duinrand gedane bevel immers niets aan duidelijkheid te wensen over. Evenmin valt in te zien waarom [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] haar wensen voor de tuin aan Duinrand kenbaar zou hebben moeten maken. Het vonnis van 11 januari 2011 is op dat punt duidelijk, namelijk een herstel in de oude toestand, waarbij wordt overwogen dat het voor rekening van Duinrand moet blijven dat zij van de oude situatie van de tuin kennelijk niet op de hoogte is. Daar had zij zich eerder rekenschap van moeten geven, namelijk op het moment dat zij de tuin leeghaalde.
In de opstelling van Duinrand ziet de voorzieningenrechter aanleiding de mede gevorderde hogere dwangsom toe te wijzen, met dien verstande dat deze zal worden beperkt tot een bedrag van € 5.000,00.
Aangezien elk van partijen als op enig punt in het ongelijk gesteld is te beschouwen, zullen de proceskosten in conventie worden gecompenseerd op de hierna te vermelden wijze.
Nu het gevorderde in conventie wordt toegewezen geldt de reconventionele vordering als onvoorwaardelijk. Deze vordering zal worden afgewezen. Anders dan Duinrand betoogt, is de voorzieningenrechter van oordeel dat Duinrand de in het vonnis van 11 januari 2011 aan haar opgelegde dwangsom heeft verbeurd nu, zoals hiervoor onder 4.4. is overwogen, voldoende aannemelijk is geworden dat zij niet (tijdig) aan de veroordeling tot herstel van de tuin heeft voldaan, terwijl de stellingen van Duinrand onvoldoende zijn om de conclusie te rechtvaardigen dat nakoming onmogelijk was. Het beroep van Duinrand op artikel 611d Rv slaagt derhalve niet.
Duinrand zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten.
beveelt Duinrand om vanaf de betekening van dit vonnis op eerste verzoek van [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] binnen twee werkdagen na dat verzoek en in aanwezigheid van [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] en/of een of meer door haar aan te wijzen gemachtigde(n) de bij de stacaravan behorende tuin te hebben hersteld in de staat waarin deze zich bevond voordat Duinrand de begroeiing en beplanting daaruit heeft verwijderd, zulks op straffe van verbeurte van een eenmalige dwangsom van € 5.000,00,
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
compenseert de kosten tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
wijst het meer of anders gevorderde af,
wijst de vordering van Duinrand af,
veroordeelt Duinrand in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] tot op heden begroot op € 527,00 aan salaris advocaat,
verklaart dit vonnis voor wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.K. van der Lende-Mulder Smit en in het openbaar uitgesproken op 1 maart 2011