ECLI:NL:RBMID:2011:BP8819
Rechtbank Middelburg
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening wegens gebrek aan spoedeisend belang in bestuursrechtelijke zaak
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Middelburg op 2 maart 2011 uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening, ingediend door verzoeker, die bezwaar had gemaakt tegen de vergunningverlening aan vergunninghouders voor het uitoefenen van een horecabedrijf en het inrichten van een terras op openbare grond. De vergunning was verleend door de burgemeester van de gemeente Middelburg op 30 december 2010. Verzoeker stelde dat de vergunning zou leiden tot een waardedaling van zijn woning en dat hij en zijn vrouw te maken hadden met gezondheidsproblemen, wat volgens hem een spoedeisend belang zou rechtvaardigen voor het treffen van een voorlopige voorziening.
Tijdens de zitting op 24 februari 2011 heeft verzoeker zijn standpunt toegelicht, waarbij hij zijn zorgen over de waardedaling van zijn woning en zijn gezondheid naar voren bracht. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat er geen spoedeisend belang aanwezig was. De voorzieningenrechter merkte op dat de woning van verzoeker op dat moment niet te koop was en dat de gestelde waardedaling niet voldoende onderbouwd was. Ook de gezondheidsklachten van verzoeker en zijn vrouw werden niet als voldoende spoedeisend belang beschouwd.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat er geen sprake was van een spoedeisend belang zoals bedoeld in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht. De uitspraak werd gedaan door mr. W.M.P. van Alphen, in tegenwoordigheid van griffier mr. M.H.Y. Snoeren-Bos, en werd op 2 maart 2011 openbaar uitgesproken.