ECLI:NL:RBMID:2011:BP8230

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
23 februari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
75818 / HA ZA 10-534
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake onttrekking van de advocaat en rolverwijzing in civiele procedure

In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Middelburg, heeft eiseres, wonende te Goes, een vordering ingediend tegen gedaagde, wonende te Krabbendijke. De advocaat van gedaagde, mr. H. van Es, heeft zich per rolbericht van 19 januari 2011 aan de procedure onttrokken. Hij heeft daarbij aangegeven dat zijn cliënt hem niet in staat heeft gesteld om een conclusie van antwoord op te maken. Eiseres heeft vervolgens op de rol van 16 februari 2011 verzocht om vonnis te wijzen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het rolbericht van mr. Van Es geen bevestiging bevatte dat hij zijn cliënt had geïnformeerd over de gevolgen van zijn onttrekking, zoals vereist door het Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken. Hierdoor heeft de rechtbank besloten de zaak terug te verwijzen naar de rol, zodat mr. Van Es alsnog kan bevestigen dat hij aan zijn verplichtingen heeft voldaan.

De rechtbank heeft verder iedere beslissing aangehouden en de zaak naar de rolzitting van 9 maart 2011 verwezen. Dit vonnis is uitgesproken op 23 februari 2011 door mr. J.A.J. van den Boom. Eiseres vordert in deze procedure onder andere de wijze van verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap en een betaling van € 21.429,17 van gedaagde, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK MIDDELBURG
" \* MERGEFORMAT
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 75818 / HA ZA 10-534
Vonnis van 23 februari 2011
in de zaak van
[eiseres],
wonende te Goes,
eiseres,
advocaat: mr. W.E. de Wit-de Witte te Goes,
tegen
[gedaagde],
wonende te Krabbendijke,
gedaagde,
advocaat: H. van Es te Middelburg (gedesisteerd).
Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd worden.
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding,
- het rolbericht van mr. Van Es van 19 januari 2011.
De overwegingen
[eiseres] vordert bij vonnis, voor zover de wet dit toelaat, uitvoerbaar bij voorraad, de wijze van verdeling vast te stellen van de tot de huwelijksgoederengemeenschap behorende zaken overeenkomstig het gestelde onder punt 14 en 15 van de dagvaarding, dan wel de wijze van verdeling zelf vast te stellen. Voorts vordert [eiseres] [gedaagde] te veroordelen tot betaling aan haar van het nader in de dagvaarding gespecificeerde (restant)bedrag van
€ 21.429,17, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de dag der dagvaarding tot aan die der algehele voldoening, een en ander met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van deze procedure.
2.2. Bij rolbericht van 19 januari 2011 heeft mr. Van Es de rechtbank medegedeeld zich
als advocaat van [gedaagde] aan de zaak te willen onttrekken. Hij heeft daaraan toegevoegd dat zijn cliënt hem niet in staat heeft gesteld een conclusie van antwoord op te maken. Vervolgens heeft [eiseres] op de rol van 16 februari 2011 gevraagd vonnis te wijzen.
2.3. Op grond van artikel 7.1 van het Landelijk procesreglement voor civiele
dagvaardingszaken bij de rechtbanken geeft een advocaat die zich op een roldatum aan een zaak wil onttrekken daarvan bericht met een aan de rechtbank gericht (B-)formulier. Bij dat bericht bevestigt de advocaat dat hij zijn verplichting is nagekomen zijn opdrachtgever over de gevolgen van die onttrekking te informeren.
2.4. Het rolbericht van mr. Van Es bevat geen bevestiging als in overweging 2.3
bedoeld. De rechtbank zal de zaak daarom naar de rol verwijzen opdat mr. Van Es de rechtbank alsnog kan bevestigen dat hij zijn hiervoor omschreven verplichting is nagekomen.
2.5. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
De beslissing
De rechtbank
verwijst de zaak naar de rolzitting van woensdag 9 maart 2011 opdat mr. Van Es de rechtbank alsnog kan informeren als in de overwegingen 2.3 en 2.4 bedoeld;
houdt verder iedere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A.J. van den Boom en bij vervroeging in het openbaar uitgesproken op 23 februari 2011.