ECLI:NL:RBMID:2011:BO9994
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake CAO onderhandelingen tussen FNV en NV Zeeland Seaports met betrekking tot stakingen
In deze zaak vorderde de FNV, een vakbond die de belangen van werknemers in de havens behartigt, dat NV Zeeland Seaports zich zou onthouden van het inschakelen van andere arbeidskrachten tijdens een staking die door de FNV was uitgeroepen. De staking begon op 16 december 2010 en betrof werknemers van de Vlissingse Bootliedenwacht B.V. (VLB). De FNV stelde dat NV Zeeland Seaports onrechtmatig handelde door andere bedrijven te benaderen om arbeidskrachten in te zetten voor werkzaamheden die normaal door de stakers werden verricht. NV Zeeland Seaports betwistte de claims en stelde dat de dagvaarding nietig was, omdat deze niet voldeed aan de wettelijke eisen en dat de verkeerde rechtspersoon was gedagvaard.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de dagvaarding nietig was, maar dat NV Zeeland Seaports door haar verschijning in de procedure de nietigheid had gedekt. De rechter concludeerde dat de FNV niet-ontvankelijk was in haar vorderingen, omdat de NV pas recentelijk was opgericht en geen operationele activiteiten had ontplooid. De rechter oordeelde dat de handelingen van de havenmeester, die door de FNV als onrechtmatig werden bestempeld, niet aan NV Zeeland Seaports konden worden toegerekend. De vorderingen van de FNV werden afgewezen, en de FNV werd veroordeeld in de proceskosten.
Dit vonnis benadrukt de juridische complexiteit rondom stakingen en de rol van vakbonden in het beschermen van de rechten van werknemers. Het bevestigt ook dat de juiste juridische entiteit gedagvaard moet worden om ontvankelijkheid te waarborgen. De uitspraak heeft implicaties voor de manier waarop vakbonden hun acties en rechtsvorderingen structureren, vooral in situaties waarin nieuwe rechtspersonen worden opgericht.