ECLI:NL:RBMID:2011:BO9994

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
6 januari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
76635 / KG ZA 10-234
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake CAO onderhandelingen tussen FNV en NV Zeeland Seaports met betrekking tot stakingen

In deze zaak vorderde de FNV, een vakbond die de belangen van werknemers in de havens behartigt, dat NV Zeeland Seaports zich zou onthouden van het inschakelen van andere arbeidskrachten tijdens een staking die door de FNV was uitgeroepen. De staking begon op 16 december 2010 en betrof werknemers van de Vlissingse Bootliedenwacht B.V. (VLB). De FNV stelde dat NV Zeeland Seaports onrechtmatig handelde door andere bedrijven te benaderen om arbeidskrachten in te zetten voor werkzaamheden die normaal door de stakers werden verricht. NV Zeeland Seaports betwistte de claims en stelde dat de dagvaarding nietig was, omdat deze niet voldeed aan de wettelijke eisen en dat de verkeerde rechtspersoon was gedagvaard.

De voorzieningenrechter oordeelde dat de dagvaarding nietig was, maar dat NV Zeeland Seaports door haar verschijning in de procedure de nietigheid had gedekt. De rechter concludeerde dat de FNV niet-ontvankelijk was in haar vorderingen, omdat de NV pas recentelijk was opgericht en geen operationele activiteiten had ontplooid. De rechter oordeelde dat de handelingen van de havenmeester, die door de FNV als onrechtmatig werden bestempeld, niet aan NV Zeeland Seaports konden worden toegerekend. De vorderingen van de FNV werden afgewezen, en de FNV werd veroordeeld in de proceskosten.

Dit vonnis benadrukt de juridische complexiteit rondom stakingen en de rol van vakbonden in het beschermen van de rechten van werknemers. Het bevestigt ook dat de juiste juridische entiteit gedagvaard moet worden om ontvankelijkheid te waarborgen. De uitspraak heeft implicaties voor de manier waarop vakbonden hun acties en rechtsvorderingen structureren, vooral in situaties waarin nieuwe rechtspersonen worden opgericht.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK MIDDELBURG
Sector civiel recht, voorzieningenrechter
zaaknummer / rolnummer: 76635 / KG ZA 10-234
Vonnis van 6 januari 2011
in de zaak van
de rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
FNV BONDGENOTEN,
statutair gevestigd te Amsterdam, kantoorhoudende te Utrecht,
eiseres,
advocaat mr. F.A.A.C. Traa te Utrecht,
tegen
de naamloze vennootschap
N.V. ZEELAND SEAPORTS,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Terneuzen,
gedaagde,
advocaat mr. C.W.L. van de Merbel te Middelburg.
Partijen zullen hierna FNV en NV Zeeland Seaports worden genoemd.
1. De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties
- de faxbrief van mr. Traa van 29 december 2010 met producties
- de faxbrief van mr. Van de Merbel van 30 december 2010 9.35 uur met productie
- de faxbrief van mr. Van de Merbel van 30 december 2010 11.15 uur met productie
- de pleitnotitie van mr. Traa
- de pleitnotitie van mr. Van de Merbel.
De zaak is behandeld ter terechtzitting van 30 december 2010, waarvan proces-verbaal is opgemaakt.
Na sluiting van de behandeling, bij faxbrief van 3 januari 2011, heeft mr. Traa met instemming van mr. Van de Merbel nadere producties overgelegd, met het verzoek deze bij de oordeelsvorming te betrekken.
2. De feiten
2.1. FNV stelt zich krachtens haar statuten ten doel de belangen te behartigen van de werknemers in onder meer de havens. Zij is bevoegd om collectieve arbeidsovereenkomsten af te sluiten met werkgevers of verenigingen van werkgevers in deze bedrijfstak. FNV is partij bij de Collectieve Arbeidsovereenkomst voor werknemers in dienst van de Vlissingse Bootliedenwacht B.V. te Oost-Souburg (VLB).
2.2. VLB exploiteert een onderneming die zich bezig houdt met het aan- en ontmeren van schepen. Het bedrijf biedt 24 uur per dag, 7 dagen per week diensten aan in en buiten de haven van Vlissingen, waaronder het meren en ontmeren van zeeschepen, het aanleveren van proviand en technische materialen, communicatie varen met mensen (watertaxi), het verslepen van pontons of casco’s, de verhuur van pontons of boten, het leveren van bemanningen voor in- en uitgaande sleeptransporten, het leveren van bemanningen voor proefvaarten, assisteren bij ankerwisselingen, het verlenen van assistentie bij in- of uitdokken van schepen etc. Bij VLB zijn 29 mensen werkzaam.
2.3. FNV heeft met VLB een CAO afgesloten voor werknemers in dienst van VLB voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2009. De onderhandelingen over een nieuwe CAO zijn stuk gelopen.
2.4. Vanaf donderdag 16 december 2010, vanaf 7.00 uur, wordt er binnen de onderneming van VLB gestaakt. FNV heeft acties, waaronder werkonderbrekingen en stakingen uitgeroepen en georganiseerd. Het werk bij VLB werd vóór de staking feitelijk uitgevoerd door 24 man. Thans staken 18 van die 24 werknemers.
2.5. De heer [havenmeester] is werkzaam als Havenmeester/Port Security Officer bij Zeeland Seaports.
2.6. Bij brief van 24 december 2010 heeft de heer Stam, bestuurder bij FNV, Sector Havens, Zeeland Seaports onder meer gesommeerd het verzoek van Zeeland Seaports aan de Nederlandse Bootlieden Vereniging nog dezelfde dag in te trekken en per direct de Nederlandse Bootlieden Vereniging op te roepen om hun ter beschikking staande werknemers terug te roepen, alsmede vóór 24 december 2010 vóór 20.00 uur schriftelijk aan Stam te bevestigen dat Zeeland Seaports zich voortaan onthoudt van het (oproepen tot het) inschakelen van andere personen om werkzaamheden van de stakers over te nemen en op die manier besmet werk te laten uitvoeren.
2.7. NV Zeeland Seaports is opgericht bij notariële akte van 22 december 2010 en voor het eerst ingeschreven in de registers van de Kamer van Koophandel op 24 december 2010. De onderneming wordt sinds 22 december 2010 gedreven.
3. Het geschil
3.1. FNV vordert - kort gezegd - NV Zeeland Seaports te gebieden zich te onthouden van het oproepen tot het inschakelen van andere personen om de werkzaamheden van de stakers over te nemen, voor de duur van de door FNV opgeroepen en georganiseerde collectieve acties, op straffe van verbeurte van een dwangsom. Daarnaast vordert zij een voorschot op schadevergoeding, alles met veroordeling van NV Zeeland Seaports in de proceskosten.
FNV stelt dat het niet is toegestaan om arbeidskrachten ter beschikking te stellen aan bedrijven, ondernemingen of onderdelen daarvan, waar op dat moment een werkstaking of bedrijfsbezetting heerst. Volgens FNV heeft NV Zeeland Seaports, in de persoon van de heer [havenmeester], bij de Nederlandse Bootlieden Vereniging en bij Roeiersbedrijf A.J. van Kuijk B.V. en/of de Coöperatieve Vereniging van Vletterlieden CVV U.A. meerdere keren een oproep gedaan om arbeidskrachten ter beschikking te stellen voor de werkzaamheden die normaal worden verricht door de bestaakte onderneming van VLB. Door andere bootsliedenbedrijven uit te lokken werknemers in te zetten voor het verrichten van
- zogenaamd - besmet werk handelt NV Zeeland Seaports onrechtmatig. Een dergelijke uitlokking frustreert het recht van FNV op collectief onderhandelen en frustreert tevens het recht van FNV op collectief actievoeren (artikel 6 lid 4 van het Europees Sociaal Handvest). NV Zeeland Seaports ondermijnt met haar oproepen de door FNV georganiseerde collectieve staking. FNV lijdt daardoor schade.
3.2. NV Zeeland Seaports stelt zich primair op het standpunt dat de dagvaarding nietig is, omdat op enkele punten niet aan de daaraan in het wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering gestelde eisen is voldaan. Voorts stemmen de in de dagvaarding genoemde producties niet overeen met de daadwerkelijk aan de dagvaarding gehechte producties. NV Zeeland Seaports stelt door de tekortkomingen in de dagvaarding onredelijk in haar belangen te zijn geschaad, zodat verwerping van het beroep op nietigheid (art. 122 Rv) of herstel (art. 123 Rv) niet aan de orde kan zijn.
Subsidiair voert NV Zeeland Seaports aan dat FNV niet-ontvankelijk is in haar vorderingen. NV Zeeland Seaports stelt dat FNV de verkeerde rechtspersoon heeft gedagvaard. De NV Zeeland Seaports is pas onlangs opgericht, namelijk bij akte van 22 december 2010. Zij heeft sinds haar oprichting nog geen operationele activiteiten ontplooid. Het is de gemeenschappelijke regeling Zeeland Seaports, een publiekrechtelijke rechtspersoon, ook wel Havenschap genoemd, die bevoegd is vergunningen te verlenen en verordeningen vast te stellen, onder meer ten aanzien van de werkzaamheden van bootlieden. De gemeenschappelijke regeling is bevoegd om één of meerdere bedrijven een publiekrechtelijke erkenning te verlenen om die werkzaamheden door natuurlijke personen te laten uitvoeren, alsmede om aan die natuurlijke personen een vergunning te verlenen om feitelijk werkzaamheden te verrichten. In de loop van 2011 zullen de door de gemeenschappelijke regeling geëxploiteerde ondernemingen worden overgedragen aan NV Zeeland Seaports, zulks met uitzondering van een aantal publiekrechtelijke bevoegdheden, waaronder die met betrekking tot de werkzaamheden van de bootlieden. FNV maakt in de dagvaarding allerlei verwijten aan het verkeerde adres. De in de dagvaarding genoemde correspondentie heeft NV Zeeland Seaports nooit ontvangen. De dagvaarding is dan ook rauwelijks uitgebracht, hetgeen tot niet-ontvankelijkheid van FNV dient te leiden.
NV Zeeland Seaports voert verder aan dat eventuele uitlatingen van de heer [havenmeester] niet aan NV Zeeland Seaports kunnen worden toegerekend. Tussen NV Zeeland Seaports en [havenmeester] bestaat thans nog geen enkele (juridische) verbintenis. [havenmeester] is als Interim-Havenmeester werkzaam ten behoeve van de gemeenschappelijke regeling Zeeland Seaports. Overigens betwist [havenmeester] het door FNV opgeworpen verwijt dat hij zou hebben opgeroepen tot het beschikbaar stellen van arbeidskrachten aan VLB.
Nu NV Zeeland Seaports niet onrechtmatig heeft gehandeld en zij evenmin gehouden is tot het vergoeden van enige schade - waarvan overigens wordt betwist dat FNV deze heeft geleden, alsmede dat er causaal verband bestaat tussen de gestelde schade en de gedragingen van NV Zeeland Seaports - dienen de vorderingen van FNV te worden afgewezen.
4. De beoordeling
4.1. Ten aanzien van het verweer van nietigheid van de dagvaarding heeft de voorzieningenrechter ter terechtzitting reeds beslist dat door het verschijnen van NV Zeeland Seaports de nietigheid is gedekt, nu NV Zeeland Seaports geacht moet worden door de gestelde gebreken niet in haar processuele belangen te zijn geschaad.
Het verweer dat de in de dagvaarding genoemde producties niet overeenstemmen met de daadwerkelijk aan de dagvaarding gehechte producties leidt niet tot nietigheid van de dagvaarding, maar eventueel tot de conclusie dat de vordering als onvoldoende onderbouwd dient te worden afgewezen.
4.2. Vervolgens heeft de voorzieningenrechter ter terechtzitting als volgt beslist op het verweer van NV Zeeland Seaports dat de verkeerde rechtspersoon is gedagvaard, voor zover dat zou moeten leiden tot niet-ontvankelijkheid van FNV. Zij beantwoordt de vraag of het dagvaarden van de verkeerde rechtspersoon in dit geval leidt tot niet-ontvankelijkheid ontkennend. Het verwijt dat FNV NV Zeeland Seaports maakt, betreft namelijk handelen na 22 december 2010. Vanaf die datum was de NV werkzaam, zoals blijkt uit het overgelegde uittreksel uit het register van de Kamer van Koophandel. Het betreft derhalve een kenbare datum. Nu er geen sprake is van een niet bestaande rechtspersoon, leidt het dagvaarden van een - vermeend - verkeerde rechtspersoon niet tot niet-ontvankelijkheid maar hooguit tot afwijzing van de vorderingen.
Het verweer dat sprake is van rauwelijks dagvaarden, hetgeen volgens NV Zeeland Seaports zou moeten leiden tot niet-ontvankelijkheid van FNV slaagt evenmin. Zo al geoordeeld zou worden dat sprake is van rauwelijks dagvaarden, dan leidt dit niet tot niet-ontvankelijkheid van FNV in haar vorderingen, maar zou dit bijvoorbeeld - in geval van toewijzing van de vorderingen - een rol kunnen spelen bij de beslissing omtrent de proceskosten.
4.3. FNV verwijt NV Zeeland Seaports dat zij in de persoon van de heer [havenmeester] bij de Nederlandse Bootlieden Vereniging en bij Roeiersbedrijf A.J. van Kuijk B.V. en/of de Coöperatieve Vereniging van Vletterlieden CVV U.A. heeft opgeroepen arbeidskrachten ter beschikking te stellen voor het verrichten van zogenaamd “besmet werk” bij VLB. Ter nadere onderbouwing van haar standpunt heeft zij na de mondelinge behandeling door de voorzieningenrechter op 30 december 2010 een fax van 31 december 2010 overgelegd, afkomstig van de heer J.M. Brussé, voorzitter van de Nederlandse Bootlieden Vereniging, gericht aan de heer N. Stam van FNV, alsmede een afschrift van een email van [havenmeester], d.d. 20 december 2010 aan Brussé. In de email vraagt [havenmeester] in zijn functie van Havenmeester/Port Security Officer, aan Brussé in diens hoedanigheid van voorzitter van de Nederlandse Bootlieden Vereniging om assistentie te verlenen aan VLB om een veilige afhandeling van het scheepvaartverkeer in zijn havengebied te garanderen in verband met het arbeidsconflict waarin VLB is verwikkeld. In zijn fax van 31 december 2010 schrijft Brussé dat de leden van de Nederlandse Bootlieden Vereniging aan de vraag van havenautoriteit Zeeland Seaport om erkende vakgenoten te sturen in het belang van de veiligheid van de haven van Vlissingen hebben voldaan. Aldus staat vooralsnog voldoende vast dat [havenmeester] arbeidskrachten naar de haven van Vlissingen heeft gehaald om het werk dat ten gevolge van het arbeidsconflict tussen FNV en VLB niet door VLB werd verricht, uit te voeren.
Aan beantwoording van de vraag of en in hoeverre dit handelen van [havenmeester] jegens FNV onrechtmatig is, komt de voorzieningenrechter echter niet toe. Immers: zelfs als daarvan wordt uitgegaan kan NV Zeeland Seaports, de gedaagde in onderhavig geding, hierop slechts worden aangesproken als het handelen van [havenmeester] aan haar, de NV, kan worden toegerekend. Dit is niet het geval. NV Zeeland Seaports heeft voldoende gemotiveerd gesteld dat de werkzaamheden die de bootlieden in het havengebied van Vlissingen verrichten vallen onder de bevoegdheid die de gemeenschappelijke regeling Zeeland Seaports uitoefent en dat dit ook zo blijft als de NV Zeeland Seaports volledig operationeel is. FNV heeft dit niet weersproken. De voorzieningenrechter houdt het er dan ook voor dat [havenmeester] heeft gehandeld vanuit zijn functie als Havenmeester/Port Security Officer binnen de gemeenschappelijke regeling Zeeland Seaports. Hieruit volgt dat zijn handelingen niet aan de NV kunnen worden toegerekend, zodat de vorderingen gericht tegen NV Zeeland Seaports zullen worden afgewezen.
4.4. FNV zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van het geding worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Zeeland Seaports NV worden begroot op:
- vast recht 560,00
- salaris advocaat 452,00 (1,0 punt × tarief EUR 452,00)
Totaal EUR 1.012,00
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. wijst de vorderingen van FNV af,
5.2. veroordeelt FNV in de proceskosten, aan de zijde van Zeeland Seaports NV tot op heden begroot op EUR 1.012,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.K. van der Lende-Mulder Smit en in het openbaar uitgesproken op 6 januari 2011.?