Uitspraak
RECHTBANK MIDDELBURG
I.Procesverloop
II.Overwegingen
III.Uitspraak
zes wekenna de dag van verzending van deze uitspraak.
Rechtbank Middelburg
In deze zaak heeft eiseres, een bedrijf gevestigd te [Vestigingsplaats], beroep ingesteld tegen een besluit van het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Vlissingen, dat op 15 juni 2010 is genomen. Dit besluit houdt in dat de bouwaanvraag voor een hotelcomplex met zalen en recreatie-appartementen aan de [Adres] te [Plaats] buiten behandeling is gelaten. Eiseres heeft haar aanvraag op 13 oktober 2009 ingediend, maar verweerder heeft deze buiten behandeling gelaten omdat eiseres niet zou hebben aangetoond dat zij belanghebbende is. Eiseres heeft bezwaar aangetekend tegen dit besluit en het beroep is op 31 maart 2011 behandeld ter zitting. Tijdens de zitting zijn de gemachtigden van eiseres, mr. ing. L.J. Wildeboer en mr. A.J. Koppert, aanwezig, evenals ir. J.A.M.M. Geurts. Verweerder werd vertegenwoordigd door [naam vertegenwoordiger] en mr. U.T. Hoekstra, advocaat te Middelburg.
De rechtbank heeft overwogen dat eiseres als belanghebbende kan worden aangemerkt, ondanks het standpunt van verweerder dat de bouwaanvraag niet kan worden verwezenlijkt. De rechtbank oordeelt dat de verweerder ten onrechte heeft gesteld dat eiseres geen belanghebbende is, omdat het bouwplan niet kan worden gerealiseerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen aanknopingspunten zijn dat aan de voorwaarden voor het buiten behandeling laten van de aanvraag is voldaan. Het bestreden besluit is dan ook vernietigd, en verweerder is opgedragen om opnieuw op het bezwaar te beslissen. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 874,-, en dient het griffierecht van € 298,- aan eiseres te worden vergoed.