ECLI:NL:RBMID:2010:BR4096

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
28 juli 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
71751 / HA ZA 10-60
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid van de rechtbank in geschil tussen Saint-Gobain en Jomo over forumkeuze in algemene voorwaarden

In deze zaak, die voor de Rechtbank Middelburg werd behandeld, ging het om een bevoegdheidsincident tussen de rechtspersoon naar Duits recht, Saint-Gobain Performance Plastics Pampus GmbH, en de besloten vennootschap Jomo B.V. Het geschil ontstond naar aanleiding van leveranties van een laminaatproduct door Saint-Gobain aan Jomo, waarbij Jomo een bedrag van € 71.432,00 aan Saint-Gobain verschuldigd was. De partijen hadden een overeenkomst gesloten op 1 juni 2009, waarin Jomo zich verplichtte om in twee termijnen een totaalbedrag van € 35.000,00 aan Saint-Gobain te betalen. Jomo vorderde in het incident dat de rechtbank zich onbevoegd verklaarde, onder verwijzing naar een forumkeuze in de algemene voorwaarden van Saint-Gobain, die volgens Jomo van toepassing zouden zijn op de overeenkomst van 1 juni 2009.

De rechtbank oordeelde dat de forumkeuze, zoals vervat in de algemene voorwaarden van Saint-Gobain, niet van toepassing was op de overeenkomst van 1 juni 2009. De rechtbank stelde vast dat deze overeenkomst een vaststellingsovereenkomst betrof, die niet onder de eerdere koopovereenkomsten viel. De hoofdregel van de EEX-Vo, die bepaalt dat de rechtbank bevoegd is omdat Jomo in Nederland is gevestigd, bleef van kracht. De rechtbank concludeerde dat er geen rechtsgeldige forumkeuze was en wees de vordering van Jomo tot onbevoegdverklaring af. Jomo werd veroordeeld in de proceskosten van het incident.

De zaak werd vervolgens verwezen naar de rol voor Jomo om een conclusie van antwoord te nemen in de hoofdzaak. Het vonnis werd uitgesproken op 28 juli 2010 door mr. E.K. van der Lende-Mulder Smit.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK MIDDELBURG
" \* MERGEFORMAT
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 71751 / HA ZA 10-60
Vonnis in incident van 28 juli 2010
in de zaak van
de rechtspersoon naar Duits recht
SAINT-GOBAIN PERFORMANCE PLASTICS PAMPUS GMBH,
gevestigd te Willich, Duitsland,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat: mr. G.P. Lobé te Rotterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
JOMO B.V.,
gevestigd te Goes,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat: mr. H.C. Struijk te Middelburg.
Partijen zullen hierna Saint-Gobain en Jomo genoemd worden.
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding;
- de incidentele conclusie tot onbevoegdverklaring;
- de conclusie van antwoord in het bevoegdheidsincident.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.
De feiten in het incident
Tussen Saint-Gobain als leverancier en Jomo als afnemer zijn overeenkomsten tot stand gekomen krachtens welke Saint-Gobain aan Jomo heeft verkocht en geleverd een door Saint-Gobain ontwikkeld en vervaardigd laminaatproduct, dat door Jomo werd en wordt aangebracht in bakvormen.
Saint-Gobain hanteert algemene voorwaarden in het kader van haar leveranties, zogenaamde “General Conditions of Sale and Delivery”.
In de algemene voorwaarden van Saint-Gobain is een forumkeuze vervat. Condition 10 (Place of Jurisdiction) van de “General Conditions of Sale and Delivery” luidt als volgt:
“ If the Buyer is a fully qualified merchant, the Seller’s principal place of business is the place of jurisdiction for all disputes in connection with deliveries of goods. The contractual relations between the Parties shall be solely governed by the law of the Federal Republic of Germany excluding the UN law on sales”.
Ter zake van de onder 2.1. genoemde leveranties is Jomo aan Saint-Gobain een bedrag van in totaal € 71.432,00 verschuldigd geworden.
Tussen partijen is een geschil ontstaan ter zake van de leveranties van het laminaatproduct aan Jomo. Betaling van de door Saint-Gobain ten laste van Jomo gefactureerde leveranties is uitgebleven. Vervolgens zijn partijen met elkaar in overleg getreden.
Dit overleg heeft geresulteerd in een overeenkomst d.d. 1 juni 2009 (getiteld: Agreement open invoices), krachtens welke overeenkomst Jomo in twee termijnen, te weten per 31 augustus 2009 en per 31 december 2009 respectievelijk € 25.000,00 en € 10.000,00 (in totaal derhalve € 35.000,00) aan Saint-Gobain zou voldoen en Saint-Gobain in dat geval een bedrag van € 36.432,00, zijnde het restant van de door haar gezonden facturen, aan Jomo zou crediteren.
Saint-Gobain vordert in de hoofdzaak betaling van het bedrag dat Jomo krachtens de overeenkomst van 1 juni 2009 verschuldigd is, derhalve € 35.000,00, vermeerderd met rente en kosten.
Het geschil in het incident.
Jomo vordert dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart om kennis te nemen van de vordering van Saint-Gobain.
Aan deze vordering heeft Jomo ten grondslag gelegd dat de Duitse rechter bij uitsluiting bevoegd is vanwege de in artikel (condition) 10 van de toepasselijke algemene voorwaarden van Saint-Gobain neergelegde forumkeuze. Jomo stelt dat de algemene voorwaarden onverkort deel uit maken van de overeenkomst van 1 juni 2009, nu deze overeenkomst voortbouwt op de (koop)overeenkomsten tussen partijen, op welke overeenkomsten de algemene voorwaarden van Saint-Gobain van toepassing zijn verklaard.
Overigens voert Jomo aan dat niet zij, maar Everbake als contractspartij van Saint-Gobain heeft te gelden.
Het verweer van Saint-Gobain strekt tot afwijzing van de vordering, met veroordeling van Jomo in de kosten van deze procedure. Saint-Gobain betwist dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn op de tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst van 1 juni 2009. Het handelt hier om een vaststellingsovereenkomst, waarin tussen partijen afspraken zijn gemaakt over de afdoening van een tussen hen bestaand geschil. Van een voortgezette overeenkomst zoals Jomo stelt, is geen sprake. Daarnaast, zo stelt Saint-Gobain, staat het haar, als stipulant, vrij van haar algemene voorwaarden af te wijken.
De beoordeling in het incident
De vraag of deze rechtbank bevoegd is om kennis te nemen van de vordering van Saint-Gobain dient te worden beoordeeld aan de hand van de verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (hierna: EEX-Vo).
Ingevolge de hoofdregel van artikel 2 EEX-Vo is, nu Jomo in Nederland is gevestigd, in beginsel deze rechtbank bevoegd om van de vordering van Saint-Gobain kennis te nemen. Een uitzondering op de hoofdregel van artikel 2 EEX-Vo vormt de forumkeuzeregeling van artikel 23 EEX-Vo, lid 1, tweede volzin, waarin is bepaald dat het door partijen aangewezen gerecht bij uitsluiting bevoegd is.
Jomo baseert de onbevoegdheid van deze rechtbank op de forumkeuze die partijen volgens haar hebben gemaakt. De forumkeuze is vervat in artikel 10 van de algemene voorwaarden - de “General Conditions of Sale and Delivery” - van Saint-Gobain, die, daarover verschillen partijen niet van mening, deel uitmaken van de eerder tussen partijen gesloten koopovereenkomsten. Het standpunt van Jomo dat ook de overeenkomst d.d. 1 juni 2009 door deze algemene voorwaarden wordt beheerst, deelt de rechtbank echter niet. Daar waar de eerdere overeenkomsten tussen partijen zien op de verkoop en levering van producten, behelst de overeenkomst van 1 juni 2009 afspraken die tussen partijen zijn gemaakt ter beslechting van een tussen hen bestaand geschil. Van een voortgezette overeenkomst is derhalve geen sprake. Integendeel, zoals uit de overeenkomst van 1 juni 2009 valt op te maken, zullen de toekomstige leveranties aan Jomo nog onderwerp van bespreking dienen te zijn tussen partijen (“subject to advance payment and an agreement on the further terms and conditions”).
Nu overigens niets is gesteld of gebleken op grond waarvan de forumkeuze geldig zou zijn, concludeert de rechtbank dat geen sprake is van een rechtsgeldige forumkeuze in de zin van 23 EEX-Vo. Voorts is niet gebleken dat op grond van andere bepalingen van de EEX-Vo deze rechtbank niet bevoegd zou zijn van het geschil tussen partijen kennis te nemen. De rechtbank zal de vordering van Jomo dan ook afwijzen.
Voor zover Jomo met de door haar aangevoerde argumenten heeft bedoeld te stellen dat Saint-Gobain de verkeerde partij heeft gedagvaard (niet de rechtspersoon Jomo B.V., maar Everbake is contractspartij van Saint-Gobain), kan dit betoog niet slagen, nu onderhavig bevoegdheidsincident daarvoor niet is bedoeld.
Als de in het ongelijk gestelde partij dient Jomo de proceskosten in het incident te dragen.
De beoordeling in de hoofdzaak
Nu Jomo in de hoofdzaak nog geen conclusie van antwoord heeft genomen, zal de zaak worden verwezen naar de rol om haar tot het nemen van die conclusie in de gelegenheid te stellen.
De beslissing
De rechtbank:
in het incident:
wijst de vordering tot onbevoegdverklaring af,
veroordeelt Jomo in de kosten van het incident, aan de zijde van Saint-Gobain tot op heden begroot op € 452,00,
in de hoofdzaak
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 8 september 2010 voor het nemen van een conclusie van antwoord aan de zijde van Jomo.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.K. van der Lende-Mulder Smit en in het openbaar uitgesproken op 28 juli 2010.