zaaknummer / rolnummer: 71751 / HA ZA 10-60
Vonnis in incident van 28 juli 2010
de rechtspersoon naar Duits recht
SAINT-GOBAIN PERFORMANCE PLASTICS PAMPUS GMBH,
gevestigd te Willich, Duitsland,
verweerster in het incident,
advocaat: mr. G.P. Lobé te Rotterdam,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
gedaagde in de hoofdzaak,
advocaat: mr. H.C. Struijk te Middelburg.
Partijen zullen hierna Saint-Gobain en Jomo genoemd worden.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de incidentele conclusie tot onbevoegdverklaring;
- de conclusie van antwoord in het bevoegdheidsincident.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.
De feiten in het incident
Tussen Saint-Gobain als leverancier en Jomo als afnemer zijn overeenkomsten tot stand gekomen krachtens welke Saint-Gobain aan Jomo heeft verkocht en geleverd een door Saint-Gobain ontwikkeld en vervaardigd laminaatproduct, dat door Jomo werd en wordt aangebracht in bakvormen.
Saint-Gobain hanteert algemene voorwaarden in het kader van haar leveranties, zogenaamde “General Conditions of Sale and Delivery”.
In de algemene voorwaarden van Saint-Gobain is een forumkeuze vervat. Condition 10 (Place of Jurisdiction) van de “General Conditions of Sale and Delivery” luidt als volgt:
“ If the Buyer is a fully qualified merchant, the Seller’s principal place of business is the place of jurisdiction for all disputes in connection with deliveries of goods. The contractual relations between the Parties shall be solely governed by the law of the Federal Republic of Germany excluding the UN law on sales”.
Ter zake van de onder 2.1. genoemde leveranties is Jomo aan Saint-Gobain een bedrag van in totaal € 71.432,00 verschuldigd geworden.
Tussen partijen is een geschil ontstaan ter zake van de leveranties van het laminaatproduct aan Jomo. Betaling van de door Saint-Gobain ten laste van Jomo gefactureerde leveranties is uitgebleven. Vervolgens zijn partijen met elkaar in overleg getreden.
Dit overleg heeft geresulteerd in een overeenkomst d.d. 1 juni 2009 (getiteld: Agreement open invoices), krachtens welke overeenkomst Jomo in twee termijnen, te weten per 31 augustus 2009 en per 31 december 2009 respectievelijk € 25.000,00 en € 10.000,00 (in totaal derhalve € 35.000,00) aan Saint-Gobain zou voldoen en Saint-Gobain in dat geval een bedrag van € 36.432,00, zijnde het restant van de door haar gezonden facturen, aan Jomo zou crediteren.
Saint-Gobain vordert in de hoofdzaak betaling van het bedrag dat Jomo krachtens de overeenkomst van 1 juni 2009 verschuldigd is, derhalve € 35.000,00, vermeerderd met rente en kosten.
Het geschil in het incident.
Jomo vordert dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart om kennis te nemen van de vordering van Saint-Gobain.
Aan deze vordering heeft Jomo ten grondslag gelegd dat de Duitse rechter bij uitsluiting bevoegd is vanwege de in artikel (condition) 10 van de toepasselijke algemene voorwaarden van Saint-Gobain neergelegde forumkeuze. Jomo stelt dat de algemene voorwaarden onverkort deel uit maken van de overeenkomst van 1 juni 2009, nu deze overeenkomst voortbouwt op de (koop)overeenkomsten tussen partijen, op welke overeenkomsten de algemene voorwaarden van Saint-Gobain van toepassing zijn verklaard.
Overigens voert Jomo aan dat niet zij, maar Everbake als contractspartij van Saint-Gobain heeft te gelden.
Het verweer van Saint-Gobain strekt tot afwijzing van de vordering, met veroordeling van Jomo in de kosten van deze procedure. Saint-Gobain betwist dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn op de tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst van 1 juni 2009. Het handelt hier om een vaststellingsovereenkomst, waarin tussen partijen afspraken zijn gemaakt over de afdoening van een tussen hen bestaand geschil. Van een voortgezette overeenkomst zoals Jomo stelt, is geen sprake. Daarnaast, zo stelt Saint-Gobain, staat het haar, als stipulant, vrij van haar algemene voorwaarden af te wijken.
De beoordeling in het incident
De vraag of deze rechtbank bevoegd is om kennis te nemen van de vordering van Saint-Gobain dient te worden beoordeeld aan de hand van de verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (hierna: EEX-Vo).
Ingevolge de hoofdregel van artikel 2 EEX-Vo is, nu Jomo in Nederland is gevestigd, in beginsel deze rechtbank bevoegd om van de vordering van Saint-Gobain kennis te nemen. Een uitzondering op de hoofdregel van artikel 2 EEX-Vo vormt de forumkeuzeregeling van artikel 23 EEX-Vo, lid 1, tweede volzin, waarin is bepaald dat het door partijen aangewezen gerecht bij uitsluiting bevoegd is.
Jomo baseert de onbevoegdheid van deze rechtbank op de forumkeuze die partijen volgens haar hebben gemaakt. De forumkeuze is vervat in artikel 10 van de algemene voorwaarden - de “General Conditions of Sale and Delivery” - van Saint-Gobain, die, daarover verschillen partijen niet van mening, deel uitmaken van de eerder tussen partijen gesloten koopovereenkomsten. Het standpunt van Jomo dat ook de overeenkomst d.d. 1 juni 2009 door deze algemene voorwaarden wordt beheerst, deelt de rechtbank echter niet. Daar waar de eerdere overeenkomsten tussen partijen zien op de verkoop en levering van producten, behelst de overeenkomst van 1 juni 2009 afspraken die tussen partijen zijn gemaakt ter beslechting van een tussen hen bestaand geschil. Van een voortgezette overeenkomst is derhalve geen sprake. Integendeel, zoals uit de overeenkomst van 1 juni 2009 valt op te maken, zullen de toekomstige leveranties aan Jomo nog onderwerp van bespreking dienen te zijn tussen partijen (“subject to advance payment and an agreement on the further terms and conditions”).
Nu overigens niets is gesteld of gebleken op grond waarvan de forumkeuze geldig zou zijn, concludeert de rechtbank dat geen sprake is van een rechtsgeldige forumkeuze in de zin van 23 EEX-Vo. Voorts is niet gebleken dat op grond van andere bepalingen van de EEX-Vo deze rechtbank niet bevoegd zou zijn van het geschil tussen partijen kennis te nemen. De rechtbank zal de vordering van Jomo dan ook afwijzen.
Voor zover Jomo met de door haar aangevoerde argumenten heeft bedoeld te stellen dat Saint-Gobain de verkeerde partij heeft gedagvaard (niet de rechtspersoon Jomo B.V., maar Everbake is contractspartij van Saint-Gobain), kan dit betoog niet slagen, nu onderhavig bevoegdheidsincident daarvoor niet is bedoeld.
Als de in het ongelijk gestelde partij dient Jomo de proceskosten in het incident te dragen.
De beoordeling in de hoofdzaak
Nu Jomo in de hoofdzaak nog geen conclusie van antwoord heeft genomen, zal de zaak worden verwezen naar de rol om haar tot het nemen van die conclusie in de gelegenheid te stellen.
wijst de vordering tot onbevoegdverklaring af,
veroordeelt Jomo in de kosten van het incident, aan de zijde van Saint-Gobain tot op heden begroot op € 452,00,
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 8 september 2010 voor het nemen van een conclusie van antwoord aan de zijde van Jomo.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.K. van der Lende-Mulder Smit en in het openbaar uitgesproken op 28 juli 2010.