ECLI:NL:RBMID:2010:BQ5827

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
20 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
61831 / HA ZA 08-110
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek om tussentijds hoger beroep in aansprakelijkheidskwestie

In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Middelburg, heeft de coöperatie Coöperatieve Rabobank Oosterschelde U.A. een verzoek ingediend om tussentijds hoger beroep toe te staan tegen een eerder vonnis van 14 april 2010. Dit verzoek werd toegewezen door de rechtbank op 20 oktober 2010. De rechtbank oordeelde dat de aansprakelijkheid van de gedaagden, waaronder een particulier en de besloten vennootschap Schuitema Makelaars B.V., in hoger beroep kon worden getoetst voordat er nieuw feitenonderzoek plaatsvond. Dit besluit was gebaseerd op de overweging dat de proceseconomie gediend was met een snelle duidelijkheid over de aansprakelijkheid, gezien de discussie tussen partijen over de houdbaarheid van het eerdere oordeel.

De rechtbank had eerder in een tussenvonnis van 28 juli 2010 de Rabobank in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over het verzoek van de gedaagden om tussentijds hoger beroep in te stellen. De Rabobank had hiertegen verzet aangetekend, met de stelling dat dit zou leiden tot tijdverlies en een gefragmenteerde behandeling van de zaak. De rechtbank oordeelde echter dat de omstandigheden in deze zaak een doorbreking van het uitgangspunt dat er geen hoger beroep kan worden ingesteld tegen tussen vonnissen rechtvaardigden.

De rechtbank heeft de zaak vervolgens verwezen naar de parkeerrol voor uitlaten van de gedaagden inzake het hoger beroep en hield iedere verdere beslissing aan in afwachting van de uitkomst van het hoger beroep. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. S.M.J. van Dijk op 20 oktober 2010.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK MIDDELBURG
" \* MERGEFORMAT
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 61831 / HA ZA 08-110
Vonnis van 20 oktober 2010
in de zaak van
de coöperatie COÖPERATIEVE RABOBANK OOSTERSCHELDE U.A., als rechtsopvolger van de coöperatie Coöperatieve Rabobank Beveland U.A.,
gevestigd te Goes,
eiseres,
advocaat mr. K.P.T.G. Flos te Middelburg,
tegen
1. [gedaagde sub 1],
wonende te Vlissingen,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SCHUITEMA MAKELAARS B.V.,
gevestigd te Vlissingen,
gedaagden,
advocaat mr. R.A.D. Blaauw te Rotterdam.
De procedure
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 28 juli 2010
- de antwoordakte van Rabobank
Ten slotte is vonnis bepaald.
De verdere beoordeling
Bij tussenvonnis van 28 juli 2010 heeft de rechtbank Rabobank – nu dat nog niet was gebeurd – in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over het door [gedaagden] c.s. gedane verzoek om hem toe te staan tegen het (tussen-)vonnis van 14 april 2010 (tussentijds) hoger beroep in te stellen. Rabobank heeft bij akte daartegen verzet; tussentijds hoger beroep zal tijdverlies en een gefragmenteerde behandeling van de zaak met zich brengen
2.2. In het tussenvonnis van 14 april 2010 heeft de rechtbank – voortbouwend op haar tussenvonnis van 12 augustus 2009 – beslissingen genomen ten aanzien van de (juridische) vraag of er aan de zijde van [gedaagden] c.s. aansprakelijkheid kan bestaan voor het geheel van oninbare vorderingen dat Rabobank op Janssen en de vennootschap heeft. Thans is nog aan de orde de (feitelijke) vaststelling of de situatie zo is geweest, dat van een dergelijke aansprakelijkheid daadwerkelijk sprake is. Daarvoor dient nog nader (feitelijk) onderzoek te worden gedaan, in ieder geval bestaande uit het (opnieuw) taxeren van het object.
2.3. Naar het oordeel van de rechtbank rechtvaardigen de onder 2.2 weergegeven omstandigheden doorbreking van het in art. 337 Rv vastgelegde uitgangspunt, dat van tussen vonnissen geen hoger beroep kan worden ingesteld. Zij zal [gedaagden] c.s. toestaan het (oordeel over de aansprakelijkheid in) tussenvonnis van 14 april 2010, voordat het nadere feitelijke onderzoek wordt gedaan, aan een hogere rechter ter beoordeling voor te leggen. De proceseconomie is ermee gediend dat, nu over de houdbaarheid van bedoeld oordeel tussen partijen discussie is, eerst daarover duidelijk komt.
2.4. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
De beslissing
De rechtbank
bepaalt dat hoger beroep is toegelaten tegen het in het geschil tussen partijen door deze rechtbank op 14 april 2010 gewezen vonnis met het bovenvermelde rolnummer;
verwijst de zaak naar de parkeerrol van 5 oktober 2012 voor uitlaten zijdens [gedaagden] c.s. inzake het hoger beroep;
houdt iedere verdere beslissing aan in afwachting van de uitkomst van het hoger beroep.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.M.J. van Dijk en in het openbaar uitgesproken op 20 oktober 2010.