ECLI:NL:RBMID:2010:BO9419

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
29 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
69000 / HA ZA 09-411
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot erkenning van concurrente vordering door failliete vennootschap E.S. Supply Nederland B.V.

In deze zaak heeft de Rechtbank Middelburg op 29 september 2010 uitspraak gedaan in een vordering van E.S. Supply Nederland B.V. tegen meerdere gedaagden, waaronder mr. M.J.F. Zoeteweij q.q. en andere gedaagden. E.S. Supply, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. F.J. Koningsveld, vorderde erkenning van haar vordering als concurrente vordering in het faillissement van de vennootschap. De rechtbank heeft vastgesteld dat E.S. Supply op 4 maart 2008 in staat van faillissement is verklaard en dat rechtsvorderingen die de rechten of verplichtingen van de boedel betreffen, door de curator moeten worden ingesteld. De rechtbank oordeelde dat E.S. Supply ten onrechte zelf de vordering had ingesteld, aangezien dit in strijd is met de Faillissementswet. De rechtbank heeft de vordering van E.S. Supply niet-ontvankelijk verklaard, omdat zij niet rechtsgeldig was verschenen in de procedure. De rechtbank heeft ook de proceskosten aan de zijde van de gedaagden toegewezen, waarbij de kosten voor de advocaat van E.S. Supply zijn begroot op € 1.166,00. De beslissing van de rechtbank benadrukt het belang van de rol van de curator in faillissementprocedures en de noodzaak voor gefailleerde partijen om zich aan de wettelijke vereisten te houden.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK MIDDELBURG
" \* MERGEFORMAT
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 69000 / HA ZA 09-411
Vonnis van 29 september 2010
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
E.S. SUPPLY NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Zevenbergen,
eiseres,
advocaat mr. F.J. Koningsveld te Breda,
tegen
1. MR. M.J.F. ZOETEWEIJ Q.Q.,
kantoorhoudende te Vlissingen,
gedaagde,
advocaat mr. M.J.F. Zoeteweij te Vlissingen,
2. [gedaagde sub 2],
wonende te Vlissingen,
gedaagde,
advocaat mr. M.R. Minekus te Middelburg,
3. [gedaagde sub 3],
wonende te Vlissingen,
gedaagde,
advocaat mr. M.R. Minekus te Middelburg.
Partijen zullen hierna E.S. Supply, mr. Zoeteweij, [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 3] genoemd worden.
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- procesverbaal van de verificatievergadering van 3 augustus 2009
- de conclusie van eis in renvooiprocedure ex artikel 122 Faillissementswet
- akte rectificatie zijdens [enig directeur en aandeelhouder van E.S. Supply Nederland B.V.]
- de conclusie van antwoord zijdens [gedaagde sub 2 en 3]
- de conclusie van antwoord zijdens mr. Zoeteweij
- de conclusie van repliek zijdens [enig directeur en aandeelhouder van E.S. Supply Nederland B.V.]
- de conclusie van dupliek zijdens [gedaagde sub 2 en 3]
- de conclusie van dupliek zijdens mr. Zoeteweij.
Ten slotte is vonnis bepaald.
De feiten
Bij vonnis van 26 april 2006 is de definitieve schuldsaneringsregeling uitgesproken ten aanzien van [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 3] met benoeming van mr. Zoeteweij (voorheen mr. Sul) tot bewindvoerder. Op 3 augustus 2009 is in deze schuldsaneringsregeling de verificatievergadering gehouden. Blijkens het proces-verbaal van deze verificatievergadering is de vordering van E.S. Supply Nederland/de heer [enig directeur en aandeelhouder van E.S. Supply International B.V.] door de rechtercommissaris verwezen naar de terechtzitting van woensdag 16 september 2009 voor renvooi. De heer W. [enig directeur en aandeelhouder van E.S. Supply International B.V.] is enig directeur en aandeelhouder van E.S. Supply. E.S. Supply is op 4 maart 2008 in staat van faillissement verklaard.
Het geschil
E.S. Supply vordert bij conclusie van eis in de renvooiprocedure ex artikel 122 FW dat haar vordering door de rechtbank wordt erkend als concurrente vordering voor een bedrag van € 16.895,00, met veroordeling van Sul c.s., thans Zoeteweij, in de kosten.
E.S. Supply stelt daartoe dat op 21 februari 2005 door de heer W. [enig directeur en aandeelhouder van E.S. Supply International B.V.] enerzijds
– verder [enig directeur en aandeelhouder van E.S. Supply International B.V.] – en [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 3] anderzijds een schriftelijke overeenkomst van geldlening is aangegaan uit hoofde waarvan E.S. Supply onder de voorwaarden als geformuleerd in de overeenkomst een geldbedrag van € 19.620,-- heeft betaald door middel van (contante) maandelijkse betalingen van € 545,00 in de periode van 1 februari 2005 tot 31 januari 2008. E.S. Supply stelt voorts dat [enig directeur en aandeelhouder van E.S. Supply International B.V.] zijn rechten uit hoofde van de overeenkomst van geldlening overgedragen heeft aan E.S. Supply. Volgens E.S. Supply heeft mr. Zoeteweij de vordering ten onrechte betwist. E.S. Supply wijst ter nadere onderbouwing van haar vordering op diverse door haar in het geding gebrachte producties.
[gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 3] betwisten dat nadat aanvankelijk E.S. Supply in de procedure is verschenen [enig directeur en aandeelhouder van E.S. Supply International B.V.] bij akte tot rectificatie, genomen door [enig directeur en aandeelhouder van E.S. Supply International B.V.], E.S. Supply als procespartij kan vervangen. Volgens [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 3] kent het burgelijke procesrecht een dergelijke mogelijkheid niet. Daaraan doet niet af dat E.S. Supply in het proces-verbaal van de verificatievergadering ten onrechte als eisende partij zou zijn genoteerd. E.S. Supply had indien zij van mening was dat niet zij maar [enig directeur en aandeelhouder van E.S. Supply International B.V.] als eisende partij moest worden aangemerkt, niet in de procedure moeten verschijnen. Overigens is in de conclusie van eis uitdrukkelijk vermeld dat de vordering door [enig directeur en aandeelhouder van E.S. Supply International B.V.] aan E.S. Supply is gecedeerd. Gelet hierop kan niet worden aangenomen dat sprake is van een fout ontstaan door vermelding van E.S. Supply in het proces-verbaal van de verificatievergadering. E.S. Supply is volgens [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 3] dan ook procespartij in deze procedure. Nu E.S. Supply slechts door haar curator in rechte kan worden vertegenwoordigd en er bovendien slechts rechtsgeldig op naam van de curator kan worden geprocedeerd moet E.S. Supply niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering en dient haar raadsman, althans de heer W. [enig directeur en aandeelhouder van E.S. Supply International B.V.], op de voet van het bepaalde in artikel 245 Rv te worden veroordeeld in de kosten van de procedure te worden veroordeeld.
[gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 3] betwisten voorts gemotiveerd dat een overeenkomst tot geldlening tussen hen en [enig directeur en aandeelhouder van E.S. Supply International B.V.] tot stand is gekomen en subsidiair dat deze tussen [gedaagde sub 3] en [enig directeur en aandeelhouder van E.S. Supply International B.V.] tot stand is gekomen.
Mr. Zoeteweij q.q. maakt het standpunt van [gedaagde sub 2 en 3] tot het zijne. Mr. Zoeteweij concludeert op grond daarvan tot niet-ontvankelijk verklaring van E.S. Supply in haar vordering, althans haar die te ontzeggen, met veroordeling van E.S. Supply in de kosten.
De beoordeling
E.S. Supply heeft, nadat mr. F.J. Koningsveld zich voor haar ter rolle van 16 september 2009 heeft gesteld, ter rolle van 8 december 2009 geconcludeerd van eis. E.S. Supply is in deze procedure dus verschenen als eisende partij. Het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering voorziet niet in vervanging, gedurende het geding, van een procespartij in een geval als het onderhavige. Nog afgezien daarvan voorziet het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering ook niet in vervanging van een procespartij door het nemen van een akte tot rectificatie. E.S. Supply moet dus als eisende partij in dit geding worden aangemerkt.
E.S. Supply heeft niet bestreden dat zij op 4 maart 2008 in staat van faillissement is verklaard. Ingevolge artikel 25 Faillissementswet dienen rechtsvorderingen die rechten of verplichtingen van de boedel tot onderwerp hebben gedurende het faillissement door de curator ingesteld te worden. Indien de gefailleerde zelf een rechtsvordering ter zake van rechten of verplichtingen die tot de failliete boedel behoren instelt, dan behoeft de gedaagde zich niet in de procedure te laten betrekken. E.S. Supply zal, nu [gedaagde sub 1], [gedaagde sub 3] en mr. Zoetewewij q.q. dit hebben verzocht, dan ook niet-ontvankelijk verklaard worden in haar vordering.
Met betrekking tot de door [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 3] gevorderde veroordeling in de proceskosten van de advocaat van E.S. Supply, althans [enig directeur en aandeelhouder van E.S. Supply International B.V.], overweegt de rechtbank als volgt.
Artikel 245 Rv onderscheid drie gevallen waarin een proceskostenveroordeling kan worden uitgesproken ten laste van een ander dan de in het ongelijk gestelde partij:
- die partij blijkt niet te bestaan,
- die partij is in het geding niet rechtsgeldig verschenen doordat een daartoe onbevoegde
namens haar is opgetreden of,
- doordat een daartoe onbevoegde namens die partij tot het voeren van het geding opdracht
heeft gegeven.
In het onderhavige geval is van geen van deze omstandigheden sprake. Nu artikel 245 Rv. niet voorziet in een omstandigheid als de onderhavige zal de rechtbank E.S. Supply,
nu zij in haar vordering niet ontvankelijk verklaard wordt, in de proceskosten veroordelen.
De kosten aan de zijde van [gedaagde sub 2 en 3] worden begroot op:
- vast recht € 262,00
- salaris procureur € 904,00 (2 punten x tarief € 452,00)
Totaal € 1.166,00
De kosten aan de zijde van mr. Zoeteweij worden begroot op:
- vast recht € 262,00
- salaris procureur € 904,00 (2 punten x tarief € 452,00 )
Totaal € 1.166,00.
De beslissing
De rechtbank
- verklaart E.S. Supply niet-ontvankelijk in haar vordering;
- veroordeelt E.S. Supply in de proceskosten aan de zijde van [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 3] tot op heden begroot op € 1.166,00;
- bepaalt, nu [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 3] met een toevoeging procederen, dat die kostenbetaling dient te geschieden door voldoening
A. Aan de griffier van deze rechtbank:
- wegens het in debet gestelde deel griffierecht € 196,50
- wegens procureurssalaris € 904,00
Totaal € 1.100,50
B. Aan [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 3]:
- wegens het voor rekening van die partij gekomen deel
van het griffierecht € 65,50;
- veroordeelt E.S. Supply in de proceskosten aan de zijde van mr. Zoeteweij q.q. tot op heden begroot op € 1.166,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Witsiers en in het openbaar uitgesproken op 29 september 2010.