ECLI:NL:RBMID:2010:BO5144
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.F.I. Sinack
- I. Dijkman
- J.C.K.W. Bartel
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van bezwaar en de hoogte van gemeentelijke leges voor bouwvergunningen
In deze zaak heeft de Rechtbank Middelburg op 25 november 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen de minister van Infrastructuur en Milieu en de heffingsambtenaar van de gemeente Middelburg. De eiser had bezwaar gemaakt tegen verschillende beschikkingen met betrekking tot gemeentelijke leges voor bouwvergunningen. De rechtbank diende te beoordelen of het bezwaar tegen de beschikking met aanslagnummer [nummer 1] terecht ongegrond was verklaard, of het verzoek om ambtshalve vermindering van de beschikkingen met aanslagnummer [nummer 2] en [nummer 4] terecht was afgewezen, en of het bezwaar tegen de beschikking met aanslagnummer [nummer 3] terecht niet ontvankelijk was verklaard.
De eiser voerde aan dat hij pro forma bezwaar had gemaakt tegen de aanslagen en dat de legesbedragen te hoog waren. De rechtbank oordeelde dat de eiser niet had voldaan aan de verplichting om de gevraagde gegevens en inlichtingen te verstrekken, zoals vereist op grond van artikel 47 van de AWR. De rechtbank concludeerde dat de eiser niet overtuigend had aangetoond dat de door verweerder vastgestelde bouwkosten te hoog waren, en verklaarde het beroep ongegrond.
Met betrekking tot de afwijzing van het verzoek om ambtshalve vermindering, oordeelde de rechtbank dat dit geen voor beroep vatbaar besluit was, waardoor het beroep niet ontvankelijk werd verklaard. Ten aanzien van de aanslag met aanslagnummer [nummer 3] oordeelde de rechtbank dat de eiser niet had aangetoond dat het bezwaarschrift tijdig was ingediend. De rechtbank verklaarde het beroep voor zover het betreft de aanslagen [nummer 2] en [nummer 4] niet ontvankelijk en voor het overige ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de voorzitter en de andere rechters aanwezig waren. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.