zaaknummer / rolnummer: 74921 / KG ZA 10-156
Vonnis van 12 oktober 2010
1. de vennootschap onder firma
gevestigd te Sint Annaland,
2. [eiseres in conventie sub 2, verweerder in reconventie sub 2],
wonende te Sint-Annaland,
3. [eiser in conventie sub 3, verweerder in reconventie sub 3],
wonende te Sint-Annaland,
verweerders in reconventie,
advocaat mr. A.S. van Duijvenvoorde te Middelharnis,
VERENIGING VAN EIGENAREN CHALETPARC KRABBENDIJKE,
advocaat mr. W.Th. van Dijk te Spijkenisse.
Partijen zullen hierna [eisers in conventie, verweerders in reconventie] en de VVE genoemd worden.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van (deels voorwaardelijke) eis in reconventie
- de brief met producties d.d. 23 september 2010 zijdens de VVE
- de brief met producties d.d. 27 september 2010 zijdens [eisers in conventie, verweerders in reconventie]
- de fax met producties d.d. 29 september 2010 zijdens [eisers in conventie, verweerders in reconventie]
- de ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 30 september 2010 zijdens [eisers in conventie, verweerders in reconventie] overgelegde pleitnota.
Op 9 augustus 2008 is een beheerovereenkomst gesloten tussen de VVE enerzijds en gedaagden sub 2 en 3 als vennoten van de vennootschap onder firma Café-Restaurant de Lagune, hierna: De Lagune, anderzijds. De VVE heeft daarbij het beheer van het Chaletpark aan voornoemde vennootschap opgedragen. Tevens is op die datum een verhuurovereenkomst gesloten tussen voornoemde partijen, waarbij door de VVE aan De Lagune het exclusieve recht is verleend om als verhuurbemiddelingsorganisatie te fungeren op het Chaletpark.
Artikel 1.8.2. van de beheerovereenkomst bepaalt dat deze overeenkomst door de VVE op twee gronden beëindigd kan worden, namelijk:
1. wanneer er sprake is van een duidelijke tekortkoming en nalatigheid van [eisers in conventie, verweerders in reconventie], en
2. in geval [eisers in conventie, verweerders in reconventie] en/of haar vennoten in staat van faillissement worden verklaard, surséance van betaling of wettelijke schuldsanering aanvragen, onder curatele worden gesteld of het vermogen onder bewind wordt gesteld.
Artikel 2.4. van de verhuurovereenkomst luidt, voor zover van belang, als volgt:
“Beëindiging van deze overeenkomst door de vereniging is alleen mogelijk onder de navolgende omstandigheden:
- ingeval verhuurder niet meer het beheer voert op Chaletparc Krabbenkreek, dit alles met inachtneming van de regels van redelijkheid en billijkheid. (…)”
Bij brief van 8 februari 2010 heeft mr. [A.] namens het bestuur de VVE de beheerovereenkomst en de verhuurovereenkomst opgezegd tegen 9 augustus 2010. Deze brief was gericht aan De Lagune en haar vennoten.
Partijen verschillen van mening over de vraag of de beheer- en verhuurovereenkomst rechtsgeldig zijn beëindigd per 9 augustus 2010. [eisers in conventie, verweerders in reconventie] heeft op 8 september jl. bij deze rechtbank een bodemprocedure aanhangig gemaakt in deze kwestie.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] heeft de beheer- en verhuurwerkzaamheden na 9 augustus 2010 voortgezet. De VVE betaalt haar daarvoor vanaf die datum geen vergoeding meer.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] vordert de VVE te veroordelen om, samengevat, te gedogen dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] de gebruikelijke werkzaamheden blijft verrichten voortvloeiende uit de beheer- en verhuurovereenkomst, zich te onthouden van activiteiten die inbreuk maken op deze gebruikelijke werkzaamheden, de door haar in gebruik genomen receptie te sluiten en gesloten te houden, alles op straffe van een dwangsom, alsmede de maandelijkse vergoeding van € 3.501,54 aan [eisers in conventie, verweerders in reconventie] te voldoen. Zij stelt daartoe dat de VVE de beheerovereenkomst niet rechtsgeldig heeft opgezegd, nu is opgezegd aan een niet bestaande vennootschap, er geen sprake is van een opzeggingsgrond zoals vermeld in de beheerovereenkomst, het besluit tot opzegging niet op evenwichtige wijze tot stand is gekomen en de termijn waartegen is opgezegd onredelijk kort is.
De VVE voert verweer. Zij stelt dat eiseres sub 1 niet-ontvankelijk dient te worden verklaard nu zij geen partij is bij de overeenkomst en betwist de stelling van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] dat slechts sprake is van een naamswijziging. De VVE betwist voorts dat sprake is van een spoedeisend belang. Voorts stelt zij dat gelet op het gedrag van de heer [eiser in conventie sub 2, verweerder in reconventie sub 2] ruimschoots is voldaan aan de contractuele opzeggingsgrond en verwijst daarbij naar de door haar overgelegde producties.
in (deels voorwaardelijke) reconventie
De VVE vordert, samengevat, eisers te veroordelen om geen enkele andere activiteit op het chaletpark te ontplooien dan voor zover het activiteiten ten behoeve van de horecaonderneming en bijbehorende woning betreft, de vennoten te veroordelen tot afgifte van de in de conclusie van antwoord in conventie, eis in reconventie onder b genoemde zaken, alles op straffe van een dwangsom. Zij stelt daartoe dat er sprake is van onrechtmatig handelen van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] en haar vennoten jegens haar omdat zij zich zonder recht of titel blijven gedragen als uitvoerenden van de beëindigde beheerovereenkomst en verhuurovereenkomst.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] voert verweer. Primair verwijst zij naar haar stellingen in conventie. Subsidiair stelt zij dat de verhuurovereenkomst doorloopt tot 1 december 2010 en dat haar niet verboden mag worden op verzoek van parkbewoners werkzaamheden te verrichten die niet onder het takenpakket van de beheerder vallen. Ten aanzien van de vorderingen tot afgifte van sleutels, centrale, kabels, sofware en pasjes heeft [eisers in conventie, verweerders in reconventie] gemotiveerd verweer gevoerd.
Ten aanzien van de ontvankelijkheid van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] als procespartij overweegt de voorzieningenrechter het volgende. Vast staat dat de VVE voor wat betreft de beheerovereenkomst heeft gecontracteerd met en heeft opgezegd aan De Lagune en dat deze vennootschap dezelfde vennoten heeft als [eisers in conventie, verweerders in reconventie]. Niet duidelijk is geworden of er, zoals eisers stellen, sprake is van een naamswijziging of van een geheel nieuwe vennootschap. De voorzieningenrechter gaat er in het navolgende veronderstellenderwijs van uit dat er inderdaad slechts sprake is geweest van een naamswijziging.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] heeft, gelet op haar ter zitting naar voren gebrachte stellingen, een spoedeisend belang bij het gevorderde.
De vorderingen van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] zijn gebaseerd op feitelijke voortzetting van de beheerovereenkomst, die door de VVE bij brief d.d. 8 februari 2010 tegen 9 augustus 2010 is opgezegd. Primair dient beoordeeld te worden of de VVE de beheerovereenkomst mocht opzeggen zoals zij heeft gedaan, namelijk aan De Lagune.
De voorzieningenrechter is vooralsnog van oordeel dat de VVE de beheerovereenkomst mocht opzeggen aan de vennootschap waarmee zij destijds had gecontracteerd. Indien er op het moment van de opzegging al sprake was van een gewijzigde naam, dan had het op de weg van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] gelegen de VVE daarvan op de hoogte te stellen. Het vermelden van de nieuwe naam op briefpapier en in e-mails maakt dit niet anders. Nu gesteld noch gebleken is dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] de VVE heeft geïnformeerd omtrent haar gewijzigde naam, kan zij de VVE thans niet tegenwerpen dat de opzegging was gericht tegen een niet bestaande vennootschap.
De vordering strekt deels tot betaling van een geldsom. Voor toewijzing van een dergelijke vordering in kort geding dient aan een aantal voorwaarden te zijn voldaan. Zo dient het bestaan van de vordering van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] op de VVE voldoende aannemelijk te zijn, in die zin dat het in een bodemprocedure hoogstwaarschijnlijk is dat de vordering wordt toegewezen.
In dit kader dient een voorlopig oordeel te worden gegeven omtrent de vraag of de beheerovereenkomst rechtsgeldig is opgezegd.
Tussen partijen is niet in geschil dat uit de beheerovereenkomst voortvloeit dat deze door de VVE mag worden beëindigd als er sprake is van een duidelijke tekortkoming en nalatigheid van [eisers in conventie, verweerders in reconventie]. Daarnaast volgt uit de beheerovereenkomst dat de beheerwerkzaamheden die door de VVE aan [eisers in conventie, verweerders in reconventie] zijn opgedragen onder meer omvat het zijn van aanspreekpunt en gastheer voor eigenaren, gebruikers en bezoekers van het park. Gelet op de inhoud van de door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] overgelegde stukken lijkt er met name op dit punt sprake te zijn van een tekortkoming en nalatigheid van [eisers in conventie, verweerders in reconventie]. De betreffende tekortkoming c.q. nalatigheid is vrijwel geheel terug te voeren op het gedrag van de heer [eiser in conventie sub 2, verweerder in reconventie sub 2], vennoot en belast met de feitelijke werkzaamheden. Voldoende aannemelijk is dat er diverse incidenten zijn geweest waarbij de heer [eiser in conventie sub 2, verweerder in reconventie sub 2] zich op schofferende en bedreigende wijze heeft uitgelaten jegens parkbewoners, met als dieptepunt de strafrechtelijke veroordeling van de heer [eiser in conventie sub 2, verweerder in reconventie sub 2] betreffende bedreiging van een van de parkbewoners. Dergelijk gedrag strookt niet met het gedrag dat van een gastheer van een vakantiepark in redelijkheid verwacht mag worden. Gelet hierop kan vooralsnog niet worden geconcludeerd dat er geen grond was voor beëindiging van de beheerovereenkomst en is derhalve niet hoogstwaarschijnlijk dat de vordering van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] in een bodemprocedure wordt toegewezen.
De voorzieningenrechter overweegt dat gelet op de wijze van besluitvorming omtrent de opzegging naar voorlopig oordeel niet kan worden geconcludeerd dat sprake is geweest van een onregelmatige opzegging door de VVE. Het merendeel van de algemene ledenvergadering heeft voor opzegging van de beheerovereenkomst gestemd.
Ook de bij opzegging door de VVE gehanteerde termijn van 6 maanden acht de voorzieningenrechter, mede gelet op het feit dat de beheerder ingevolgde de beheerovereenkomst een zelfde termijn in acht dien te nemen indien hij degene is die opzegt, vooralsnog niet onredelijk kort.
Nu er gelet op het vorenstaande geen grond is voor toewijzing van de geldvordering in kort geding en voorshands niet is komen vast te staan dat de overeenkomst niet mocht worden opgezegd per 9 augustus jl., dienen alle vorderingen van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] te worden afgewezen.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van de VVE worden begroot op:
- salaris advocaat € 1.054,--
Uit het vorenstaande volgt dat vooralsnog niet kan worden geconcludeerd dat de beheerovereenkomst doorloopt. Er wordt in het kader van de onderhavige beoordeling dan ook uitgegaan van een beëindigde beheerovereenkomst.
Ten aanzien van de vordering tot veroordeling van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] en haar vennoten om geen enkele andere activiteit op het chaletpark te ontplooien dan voor zover het activiteiten ten behoeve van de horecaonderneming en bijbehorende woning betreft overweegt de voorzieningenrechter het volgende. Gelet op hetgeen is bepaald onder het laatste gedachtenstreepje bij artikel 2.4. van de verhuurovereenkomst wordt er voorshands van uitgegaan dat nu de beheerovereenkomst is beëindigd, de verhuurovereenkomst eveneens is beëindigd. Namens de VVE is in haar opzeggingsbrief d.d. 8 februari 2010 ook expliciet verwezen naar voornoemd artikel. Dit betekent dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] geen activiteiten mag ontplooien voor zover deze voortvloeien uit de verhuurovereenkomst of de beheerovereenkomst. Vooralsnog bestaat geen grond om haar een verbod op te leggen andere activiteiten op het chaletpark te ontplooien. De vordering zal dan ook worden toegewezen op na te melden wijze.
Ten aanzien van de vordering tot afgifte van diverse zaken overweegt de voorzieningenrechter het volgende. Nu zowel de beheerovereenkomst als de verhuurovereenkomst zijn geëindigd, dient [eisers in conventie, verweerders in reconventie], althans dienen haar vennoten, de zaken die zij in hun bezit hebben en die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het beheer en de verhuur ter beschikking te stellen van de VVE.
Voor wat betreft de toegangspasjes is door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] onweersproken gesteld dat deze pasjes er niet zijn omdat ze zijn uitgegeven. De vordering tot afgifte van de toegangspasjes kan alleen daarom al niet worden toegewezen. De vordering tot het afleggen van rekening en verantwoording ter zake van de pasjes en de afdracht van de borg van € 25,-- per pasje is wel toewijsbaar. De door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] in het geding gebrachte lijst met uitgegeven toegangspasjes volstaat niet als schriftelijke opgave nu deze te onduidelijk is.
Afgifte van de centrale, voeding, kabels en software acht de voorzieningenrechter wel mogelijk. Deze zijn noodzakelijk voor de uitoefening van beheerderswerkzaamheden en dienen derhalve aan de VVE ter beschikking te worden gesteld.
Ook de vordering tot afgifte van de sleutels van de chalets zal worden toegewezen, nu vanwege beëindiging van de beheerovereenkomst en verhuurovereenkomst voor [eisers in conventie, verweerders in reconventie] geen grond meer bestaat deze onder zich te houden.
Ten aanzien van de vordering tot afgifte van brandwerende archiefkast met sleutels en de EHBO tas is geen verweer gevoerd, zodat deze kan worden toegewezen.
Gelet op de onweersproken stelling van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] betreffende de locatie van het AED apparaat met toebehoren en de toegankelijkheid daarvan, alsmede het feit dat deze locatie is aangemeld bij de hulpdiensten, is de voorzieningenrechter voorshands van oordeel dat de VVE geen belang heeft bij afgifte daarvan, zodat de vordering op dit punt zal worden afgewezen.
Ten aanzien van de heksleutels zal de vordering worden toegewezen voor 8 stuks, nu door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] onweersproken is gesteld dat zij er 8 in haar bezit heeft.
Ten aanzien van de vordering tot afgifte van materialen, plattegrond, camera-aansluiting en toebehoren heeft [eisers in conventie, verweerders in reconventie] onweersproken gesteld dat de materialen zijn verwerkt zodat de vordering ten aanzien daarvan niet kan worden toegewezen. De betreffende vordering is dan ook toewijsbaar, behoudens voor zover het de materialen betreft.
De mede gevorderde dwangsom zal worden gematigd en aan een maximum worden gebonden.
Nu partijen over en weer deels in het (on)gelijk zijn gesteld zullen de proceskosten worden gecompenseerd zodat iedere partij de eigen kosten draagt.
veroordeelt [eisers in conventie, verweerders in reconventie] in de proceskosten, aan de zijde van de VVE tot op heden begroot op € 1.317,--,
veroordeelt [eisers in conventie, verweerders in reconventie] om geen activiteit op het chaletpark te ontplooien die voortvloeit uit de beheerovereenkomst of de verhuurovereenkomst;
veroordeelt gedaagden sub 2 en 3 binnen 3 werkdagen na betekening van dit vonnis over te gaan tot afgifte van:
- de centrale, de voeding, de kabels, de software voor de centrale waaronder de registratie- en toegangsbestanden waarin is vastgelegd welke pasjes toegang tot het park geven, de interface voor de computer en de USB seriële converter,
- de brandwerende archiefkast met sleutels,
- 8 heksleutels voor de mechanische sloten,
- de plattegrond en camera-aansluiting,
veroordeelt gedaagden sub 2 en 3 tot het afleggen van rekening en verantwoording aan de VVE van de uitgegeven toegangspasjes door het verschaffen van een schriftelijke opgave met daarop het nummer van het pasje eb de NAW gegevens van de persoon die daarvan in het bezit is gesteld, onder afgifte van het door die persoon ondertekende ontvangstbewijs en onder afdracht van de borg van € 25,-- per uitgegeven pasje;
bepaalt dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] een dwangsom verbeurt van € 100,-- voor iedere dag dat zij in gebreke blijft aan de veroordelingen zoals onder 5.3., 5.4. en 5.5. geformuleerd te voldoen, zulks tot een maximum van € 10.000,--;
compenseert de proceskosten zo dat iedere partij de eigen kosten draagt;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Witsiers en in het openbaar uitgesproken op 12 oktober 2010.