ECLI:NL:RBMID:2010:BN5131
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verjaringstermijn en overgangsrecht bij nutsvoorzieningen
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter mr. C. Kool, gaat het om de verjaringstermijn van vorderingen met betrekking tot nutsvoorzieningen, specifiek gas en elektriciteit. De uitspraak is gedaan op 7 juni 2010 in de Rechtbank Middelburg, onder zaaknummer 193912. Eiseressen, bestaande uit drie naamloze en besloten vennootschappen, hebben hun vorderingen ingesteld tegen gedaagde, [X]. De procedure begon met een dagvaarding op 14 oktober 2009, gevolgd door conclusies van antwoord en repliek, en een tussenvonnis op 1 maart 2010.
De kantonrechter heeft in zijn uitspraak de eerdere overwegingen uit het tussenvonnis gehandhaafd en de inhoud daarvan als ingelast beschouwd. Eiseressen hebben hun standpunt over de verjaring van hun vorderingen nader toegelicht en gespecificeerd. De kantonrechter overweegt dat de koop van gas en elektriciteit van 1 januari 1992 tot 14 juli 2004 niet onder de consumentenkoop viel, en dat de rechtsvordering tot betaling van de prijs verjaart na vijf jaar. Eiseressen stellen dat hun vorderingen niet verjaard zijn, verwijzend naar de Overgangswet Nieuw BW.
De kantonrechter concludeert dat de overeenkomsten tot koop van elektriciteit en gas geen consumentenkoop waren tot de invoering van de wet van 1 juli 2004. De rechtsvordering tot betaling verjaart pas na vijf jaar na opeisbaarheid. De factuur waarop eiseressen zich baseren dateert van 7 maart 2005, en de eerste stuitingshandeling vond plaats op 20 februari 2009. Dit betekent dat de vorderingen betreffende gas en elektriciteit reeds verjaard waren. De vordering van eiseres sub 3 wordt afgewezen, terwijl de vordering van eiseres sub 1 gedeeltelijk wordt toegewezen.
De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van bedragen aan eiseressen, met wettelijke rente vanaf de vervaldatum van de factuur. De proceskosten worden verdeeld, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en wat meer of anders is gevorderd, wordt afgewezen.