ECLI:NL:RBMID:2010:BN2357
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.W. Ente
- Rechtspraak.nl
Last onder dwangsom voor verwijdering van een reclamebord in strijd met het evenredigheidsbeginsel
In deze zaak heeft de Rechtbank Middelburg op 22 juli 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, de eigenaar van een hotel/restaurant in Zoutelande, en het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Veere. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een besluit van verweerder, waarin hem een last onder dwangsom werd opgelegd voor het zonder vergunning plaatsen van een reclamebord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de last onder dwangsom in strijd is met het evenredigheidsbeginsel, gezien de bijzondere omstandigheden van het geval.
De achtergrond van de zaak betreft een brief van 8 september 2008 van verweerder aan de rechtsvoorganger van eiser, waarin verweerder aankondigde een dwangsom op te leggen voor het plaatsen van een reclamebord zonder vergunning. Na een zienswijze van eiser, werd bij besluit van 27 november 2008 de dwangsom opgelegd. Verweerder stelde dat de plaatsing van het bord in strijd was met de beleidsregels en dat handhaving noodzakelijk was om recht te doen aan het gelijkheidsbeginsel.
Eiser voerde aan dat er onvoldoende rekening was gehouden met zijn commerciële belangen en dat de beleidsregels in zijn specifieke situatie te rigide waren. De rechtbank oordeelde dat de strikte toepassing van de beleidsregel in dit geval niet gerechtvaardigd was, gezien de unieke omstandigheden van Zoutelande en het belang van eiser bij het plaatsen van het bord. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en verklaarde het beroep gegrond, met de opdracht aan verweerder om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen in overeenstemming met deze uitspraak.
De rechtbank concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van de beleidsregel rechtvaardigden, maar dat de specifieke situatie van eiser en de toeristenstroom in Zoutelande een andere benadering vereisten. De uitspraak benadrukt het belang van het evenredigheidsbeginsel in bestuursrechtelijke handhaving.