ECLI:NL:RBMID:2010:BN0928
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Planschadevergoeding voor de bouw van de Maastoren in Rotterdam
In deze zaak hebben eisers, wonende te Rotterdam, beroep ingesteld tegen een besluit van het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Rotterdam, dat hen geen planschadevergoeding toekende voor de bouw van de Maastoren. Het besluit, genomen op 14 april 2009, werd na bezwaar door verweerder gehandhaafd, waarbij verweerder zich baseerde op een planschaderapport van 10 maart 2009. Dit rapport concludeerde dat de vrijstelling voor de Maastoren geen planologische verslechtering met zich meebracht, ondanks de toename in hoogte van het gebouw.
Eisers voerden aan dat zij schade lijden door dwaling, overlast, luchtverontreiniging en windhinder. Zij stelden dat hen bij de aankoop van hun appartement in 2003 was verteld dat er geen bouwplannen in zicht van de Erasmusbrug zouden komen. De rechtbank oordeelde echter dat de conclusie van het planschaderapport gevolgd kon worden. De rechtbank wees erop dat bij maximale invulling van het oude regime een kantoorgebouw van 150 meter hoog gebouwd had kunnen worden, wat voor eisers een groter probleem zou hebben gevormd dan de Maastoren.
De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van een planologische verslechtering en dat de bezwaren van eisers niet opgingen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en gaf aan dat tegen deze uitspraak hoger beroep mogelijk is. De uitspraak werd gedaan door mr. I. Dijkman, met mr. M.D. Bezemer-Kralt als griffier, op 1 juli 2010.