ECLI:NL:RBMID:2010:BM8742

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
3 maart 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
194267
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verjaring van rechtsvordering tot betaling van koopprijs bij levering van gas en elektriciteit

In deze zaak vorderden eiseressen, bestaande uit meerdere besloten vennootschappen, betaling van een bedrag van € 2.012,32 van gedaagde, een natuurlijk persoon, wegens onbetaalde leveringen van energie en water aan een perceel. De vordering was gebaseerd op nota's die dateren van 19 december 2003 tot 22 juli 2005. Eiseressen stelden dat de rechtsvordering tot betaling van de koopprijs verjaart na twee jaar, terwijl gedaagde zich op verjaring beriep. De kantonrechter diende te beoordelen of de vordering inderdaad was verjaard.

De kantonrechter overwoog dat de overeenkomst tot levering van elektriciteit en gas als consumentenkoop moet worden aangemerkt, wat betekent dat de rechtsvordering tot betaling van de koopprijs verjaart na twee jaar, conform artikel 7:28 BW. De rechter stelde vast dat de oudste nota's dateren van voor de inwerkingtreding van de relevante wetgeving die de consumentenkoop definieert. De rechter concludeerde dat de rechtsvordering tot betaling van de koopprijs van elektriciteit en gas was verjaard, terwijl de vordering tot betaling van water en de kosten van kabelaansluiting niet was verjaard.

Eiseressen kregen de gelegenheid om te reageren op de voorlopige oordelen van de kantonrechter. De rechter hield verdere beslissingen aan en gaf gedaagde de mogelijkheid om bewijs van betaling te overleggen. Dit vonnis werd uitgesproken op 3 maart 2010 door kantonrechter C. Kool in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Uitspraak
zaak/rolnr.: 194267 / 09-2555 blad 2
RECHTBANK MIDDELBURG
Sector kanton
194267 09-2555
Locatie Terneuzen
zaak/rolnr.: 194267 / 09-2555
vonnis van de kantonrechter d.d. 3 maart 2010
in de zaak van
1. de besloten vennootschap
[eiseres sub 1],
gevestigd te [adres],
2. de naamloze vennootschap
[eiseres sub 2],
gevestigd te [adres],
3. de besloten vennootschap
[eiseres sub 3],
gevestigd te [adres],
4. de besloten vennootschap
[eiseres sub 4],
gevestigd te [adres],
5. de besloten vennootschap
[eiseres sub 5],
gevestigd te [adres],
eisende partij,
verder te noemen: eiseressen,
gemachtigde: GGN Zeeland,
t e g e n :
[gedaagde],
wonende te [adres],
gedaagde partij,
verder te noemen: [gedaagde],
in persoon.
het verloop van de procedure
De procedure is als volgt verlopen:
- dagvaarding van 20 oktober 2009,
- mondeling antwoord,
- conclusie van repliek,
- mondelinge toelichting.
de beoordeling van de zaak
1. Eiseressen stellen dat zij van [gedaagde] € 1.391,91 te vorderen hebben wegens levering van energie aan het perceel [adres]. Zij vorderen de veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 2.012,32 met wettelijke rente vanaf 28 januari 2009 en de proceskosten. Het bedrag van € 2.012,32 is de som van de bedragen van de onbetaalde nota's, € 320,41 aan rente daarover tot 28 januari 2009 en € 300,-- als vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Naar blijkt uit de pas bij repliek overgelegde specificatie dateert de oudste nota van 19 december 2003 en de jongste van 22 juli 2005. De nota's betreffen de levering van water, elektriciteit en gas en aansluiting op de kabel in de periode van 1 december 2003 tot 11 maart 2005.
2. [Gedaagde] bestrijdt de vordering onder meer met een beroep op verjaring. In reactie daarop stellen eiseressen dat:
- zij op 14 juli 2006 een betalingsherinnering zonden aan [gedaagde],
- hun gemachtigde hem bij brief van 11 december 2008 aanschreef, welke brief als onbestelbaar retour kwam,
- hun gemachtigde hem aanschreef op 2 februari 2009 waarna [gedaagde] vroeg om toezending van kopieën van de nota's,
- [gedaagde] op 8 april 2009 aan hun gemachtigde vroeg om een betalingsregeling omdat hij niet onder de betaling uitkon.
Volgens eiseressen is de verjaring van hun rechtsvordering tot betaling van de nota's tijdig gestuit zodat de verjaring niet is ingetreden.
3. In hun betwisting van het verweer gaan eiseressen er kennelijk van uit dat hun rechtsvordering verjaart door verloop van vijf jaar na aanvang van de dag volgend op die waarop de vordering opeisbaar is geworden. De vraag is of dit uitgangspunt juist is. In verband daarmee geeft de kantonrechter de volgende voorlopige oordelen, zodat de eiseressen daarop kunnen reageren.
4. De consumentenkoop is de koop met betrekking tot een roerende zaak die wordt gesloten door een verkoper die handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf en een koper, natuurlijk persoon, die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf (artikel 7: 5 lid 1 BW). Eiseressen handelen in de uitoefening van een beroep of bedrijf en van [gedaagde], een natuurlijk persoon, is hetzelfde niet gesteld of gebleken. Daarom moet het ervoor worden gehouden dat hij niet handelde in de uitoefening van een beroep of bedrijf.
5. Van de consumentenkoop was van 1 januari 1992 tot 14 juli 2004 uitgezonderd de overeenkomst betreffende water of gas, aangevoerd naar de verbruiker door leidingen (artikel 7: 5 lid 3 BW). Op 14 juli 2004 trad in werking de Wet van 1 juli 2004 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet in verband met implementatie en aanscherping toezicht netbeheer (Stb. 2004, 328). Volgens artikel VA van deze wet van 1 juli 2004 werden uit artikel 7: 5 lid 3 BW de woorden " of gas" geschrapt. Daardoor is sinds de inwerkingtreding van deze wet de overeenkomst betreffende gas, door leidingen aangevoerd naar de verbruiker, niet meer uitgezonderd van de consumentenkoop. De datum van de inwerkingtreding is bepaald in artikel X lid 1 van deze wet in verband met artikel 1 van het Besluit van 2 juli 2004 (Stb. 2004, 330).
6. Uit de vorige overwegingen volgt dat de overeenkomst tot levering van elektriciteit en gas is te beschouwen als een consumentenkoop zodat de rechtsvordering tot betaling van de koopprijs verjaart door verloop van twee jaar (artikel 7: 28 BW). Voor zover de verjaring tijdig werd gestuit doordat [gedaagde] de betalingsherinnering van 14 juli 2006 ontving, blijkt niet van tijdige stuiting van de toen aangevangen nieuwe verjaringstermijn van twee jaar. De rechtsvordering tot betaling van de koopprijs van elektriciteit en gas is daarom verjaard, die tot betaling van de koopprijs van water en de kosten van kabelaansluiting niet. Hierbij is van belang dat de overeenkomst tot aansluiting op een kabel niet is aan te merken als een koopovereenkomst en dus ook niet als een consumentenkoop.
7. Eiseressen krijgen de gelegenheid bij akte te reageren op de voorlopige oordelen, weergegeven in de overwegingen 4, 5 en 6. Zij dienen daarbij voldoende gespecificeerd op te geven wie van hen welke bedragen te vorderen heeft wegens respectievelijk levering van water, levering van elektriciteit, levering van gas en aansluiting op de kabel en wanneer deze bedragen elk afzonderlijk opeisbaar werden. Als eiseressen een akte nemen, mag [gedaagde] reageren bij antwoordakte.
8. [Gedaagde] voert ook het verweer dat niet meer dan drie maanden niet zijn betaald. Van de betalingen kan hij bankafschriften overleggen als bewijs. [Gedaagde] dient die bankafschriften in het geding te brengen bij akte.
de beslissing
De kantonrechter:
verwijst deze zaak naar de rolzitting van 31 maart 2010 te 10.30 uur:
- opdat eiseressen bij akte inlichtingen zullen geven als in dit vonnis onder 7 overwogen,
- opdat [gedaagde] bij akte in het geding zal brengen de bankafschriften waaruit blijkt van betaling van de nota’s van eiseressen;
heeft het voornemen om dan geen verder uitstel toe te staan;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. Kool, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 3 maart 2010 in tegenwoordigheid van de griffier.