4 De beoordeling van het bewijs
4.1 De vaststaande feiten
De rechtbank heeft op basis van de bewijsmiddelen de navolgende feiten en omstandigheden vastgesteld :
- Op 5 februari 2010 tussen 20:00-21:00 zijn [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] in een zwarte Volkswagen Golf vanuit Rotterdam naar Sas van Gent vertrokken om daar verdachte te ontmoeten.
- [medeverdachten 1, 2 en 3] kwamen voor middernacht aan bij verdachte. Verdachte is ingestapt en ze zijn gezamenlijk nog wat gaan rijden.
- Om 22:00 uur waren de kentekenplaten [nummer], afgegeven voor een bedrijfsauto, merk Mercedes-Benz, type Vito 108 CDI op naam van [slachtoffer], wonende te [adres] , nog op deze auto bij de woning van [slachtoffer] bevestigd.
- Op 6 februari 2010 omstreeks 01:15 uur hoorde aangeefster [aangeefster] aan de [adres slachtoffer] twee keer een geluid alsof er iets brak. Ze hoorde een deur van een auto dichtslaan en zag dat er bij de buren een kleine donkere hatchback stond die vervolgens zonder verlichting wegreed.
- Omstreeks 04:30 uur bevond verdachte zich, op de achterbank achter de bijrijderstoel, tezamen met [medeverdachten 1, 2 en 3] in een zwarte Volkswagen Golf op de Westkade te Sas van Gent toen deze werd gecontroleerd door de politie.
- De Volkswagen Golf was voorzien van kentekenplaten met het nummer [nummer].
- De kentekenplaten [nummer] waren aan de Volkswagen Golf aan de voor- en achterzijde bevestigd met elastieken.
- Onder de kentekenplaten [nummer] bevonden zich aan de voor- en achterzijde kentekenplaten met het kenteken [kentekennummer 2], dat is afgegeven voor een Volkswagen Golf op naam van [vriendin medeverdachte 1]. Zij bevestigt telefonisch dat dit de Volkswagen is die ze aan [medeverdachte 1] had uitgeleend.
- Verdachte zegt op het moment dat de auto wordt gecontroleerd tegen de verbalisanten dat hij de kentekenplaten op de Golf heeft bevestigd.
- Ter hoogte van nummer [adres slachtoffer] is omstreeks 04:35 een witte Mercedes bestelbus aangetroffen waarop zowel aan de voor- als aan de achterzijde geen kentekenplaten bevestigd waren.
- Tijdens de veiligheidsfouillering van [medeverdachte 1] probeerde verdachte met zijn voeten iets weg te duwen onder de bijrijderstoel.
- Onder de bijrijderstoel lagen een zwart vuurwapen, merk VALTRO, en een hamer.
- verdachte had in zijn jaszak een steenbeitel en een schaar.
- [medeverdachte 2] had in zijn jaszak een houderveer met een bodemplaatje.
- Onder de bestuurdersstoel van de auto lag een plastic tas met daarin een zilverkleurig vuurwapen, merk ASTRA. In de auto lagen tevens drie paar handschoenen, drie bivakmutsen en zes patronen. ,
- Het pistool ASTRA is een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3 gelet op artikel 2, lid 1, categorie III onder 1 van de Wet Wapens en Munitie. De patroonhouderveer met patroonhouderplaat gevonden bij de insluitingsfouillering van verdachte [medeverdachte 2] vormde na onderzoek samen met de in het vuurwapen aangetroffen patroonhouderkast een geheel.
- Het pistool VALTRO is een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3 gelet op artikel 2, lid 1, categorie III onder 1 van de Wet Wapens en Munitie.
- De zes patronen, aangetroffen in het voertuig, is centraalvuurmunitie in de zin van artikel 1, onder 4 gelet op artikel 2, lid 2, categorie III van de Wet Wapens en Munitie.