ECLI:NL:RBMID:2010:BL7332

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
13 januari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
192951
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onredelijk bezwarend beding in algemene voorwaarden van energiebedrijf

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter C. Kool van de Rechtbank Middelburg, stond de vraag centraal of een boetebeding in de algemene voorwaarden van E.On Benelux Levering B.V. onredelijk bezwarend was. De zaak betreft een geschil tussen E.On en [partij Z], die een overeenkomst had gesloten voor de levering van gas en elektriciteit. Na voortijdige beëindiging van het contract door [partij Z] vorderde E.On een bedrag van € 440,91, inclusief een boete van € 200,00 voor de voortijdige beëindiging. De kantonrechter oordeelde dat de boete van € 50,00 per product onredelijk was, omdat dit in strijd was met de Richtlijn oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. De rechter stelde vast dat de boete niet op de zwarte of grijze lijst voorkwam, maar dat de toetsing moest plaatsvinden aan de hand van de open norm van artikel 6:233 BW. De kantonrechter concludeerde dat het boetebeding als onredelijk moest worden aangemerkt, omdat het de consument een onevenredig hoge schadevergoeding oplegde. De vordering van E.On tot betaling van de boete werd afgewezen, en [partij Z] werd enkel veroordeeld tot betaling van het openstaande bedrag van € 5,91, vermeerderd met wettelijke rente. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg.

Uitspraak

Uitspraak
zaak/rolnr.: 09-2216 blad 2
RECHTBANK MIDDELBURG
Sector kanton
Locatie Terneuzen
zaak/rolnr.: 192951/09-2216
vonnis van de kantonrechter d.d. 13 januari 2010
inzake
de besloten vennootschap
E.On Benelux Levering B.V.,
gevestigd te [adres],
eisende partij,
verder te noemen: E.On,
rolgemachtigde: Janssen & Janssen c.s. Gerechtsdeurwaarders,
t e g e n :
[Z],
wonende te [adres],
gedaagde partij,
verder te noemen: [partij Z],
in persoon.
het verloop van de procedure
De procedure is als volgt verlopen:
- dagvaarding van 23 september 2009,
- mondeling antwoord,
- conclusie van repliek,
- schriftelijke toelichting.
de beoordeling van de zaak
1. Tussen E.On en [partij Z] is op of omstreeks [april] 2009 een overeenkomst voor de duur van minimaal een jaar gesloten tot levering van gas en elektra door E.On aan [partij Z]. Deze laatste heeft niet ontkend dat op de overeenkomst de algemene leveringsvoorwaarden van E.On van toepassing zijn. Door [partij Z] is de overeenkomst opgezegd tegen [begin] mei 2009. Na wijziging van eis bij repliek vordert E.On thans de veroordeling tot betaling van een bedrag van € 36,99 wegens het geleverde over de periode [april] 2009 tot en met [begin] mei 2009. Ook vordert E.On de veroordeling van [partij Z] tot betaling van een bedrag van € 168,92, zijnde de boete c.q. vergoeding ad € 200,00 wegens de voortijdige ontbinding van het contract, verminderd met een betaald bedrag van € 31,08. Ook vordert E.On de veroordeling van [partij Z] tot betaling van een bedrag van in totaal € 35,00 wegens kosten. Het totale bedrag ad € 440,91 dat E.On vordert, moet nog worden vermeerderd met € 5,35 rente en € 75,00 incassokosten. Tevens dient [partij Z] in de proceskosten te worden veroordeeld.
2. [Partij Z] bestrijdt de vordering. Zij geeft aan dat zij hetgeen zij geleverd heeft gekregen betaald heeft en geeft verder aan niet te weten waarom zij een boete verschuldigd zou zijn. Als de boete gebaseerd is op de algemene voorwaarden is er sprake van een onredelijk bezwarend beding, waarvan zij de vernietigbaarheid inroept.
3. De kantonrechter overweegt dat uit de stukken voldoende blijkt dat de betaling van [partij Z] van het bedrag van € 31,08 doelt op de factuur wegens het geleverde tot en met [begin] mei 2009 en dat dat bedrag ten onrechte is afgeboekt op de boete die E.On vordert. De factuur sluit op een bedrag van € 31,08, maar [partij Z] heeft verzuimd de mede verschuldigde BTW ad € 5,91 te voldoen. Zij zal tot betaling van dat bedrag worden veroordeeld.
4. E.On stoelt de veroordeling tot betaling van een boete inderdaad op haar voorwaarden en wel in het bijzonder op art. 21.3. Volgens E.On is er geen sprake van een onredelijk bezwarend beding, waarbij zij verwijst naar art. 6:237 lid 1 en sub i BW. De gevorderde geldsom betreft niets anders dan een redelijke vergoeding voor geleden verlies c.q. gederfde winst.
5. De kantonrechter dient te beoordelen het (oneerlijk) karakter van het door E.On aan [partij Z] tegengeworpen boetebeding. De kantonrechter neemt daarbij in aanmerking dat de Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 terzake oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (verder: de Richtlijn oneerlijke bedingen) is geïmplementeerd in het Burgerlijk Wetboek, onder meer in de artikelen 233, 236 en 237 van boek 6. Anders dan E.On stelt bevat art. 21.3 van de voorwaarden geen beding als bedoeld in art. 6:237. lid 1 en sub i. Het artikel stelt namelijk dat de leverancier bij voortijdige beëindiging van het contract een boete in rekening mag brengen van € 50,00 per product. Deze bedragen zijn, zo gaat het artikel verder, een redelijke vergoeding voor de kosten die de leverancier in het geval van voortijdige beëindiging moet maken. In casu heeft E.On aan [partij Z] viermaal een boete in rekening gebracht van telkens € 50,00, namelijk voor de producten actie-premium elektriciteit, actie-premium gas en elektriciteit en gas. De kantonrechter stelt vervolgens vast dat het boetebeding als door E.On gehanteerd niet voorkomt op de zwarte of grijze lijst.
6. Toetsing van het onderhavige boetebeding dient dan ook plaats te vinden via de open norm van artikel 6:233 sub a BW. Bij de toetsing van het bovenstaande boetebeding via de open norm van artikel 6:233 sub a BW, waarbij de uitvoeringswetgeving richtlijnconform moet worden uitgelegd, is van belang artikel 3 en de bijlage van de Richtlijn oneerlijke bedingen, de zogenaamde “blauwe lijst”. Ingevolge genoemd artikel onder 1 en 3 en het bepaalde in de bijlage onder e zijn oneerlijk bedingen: “(…) bedingen die tot doel of tot gevolg hebben: (…) e. de consument die zijn verbintenissen niet nakomt, een onevenredig hoge schadevergoeding op te leggen; (…)”
7. Op zich acht de kantonrechter het opleggen van een boete wegens kosten die gemaakt moeten worden bij een voortijdige beëindiging van de overeenkomst niet in strijd met het voornoemde wettelijk kader en de door de Richtlijn oneerlijke bedingen aan de consument geboden bescherming. Wel acht de kantonrechter het onredelijk dat voor ieder product dat de consument binnen een en dezelfde overeenkomst heeft afgenomen telkens een boete van
€ 50,00 moet voldoen. Een eenmalige boete is naar het oordeel van de kantonrechter een redelijke vergoeding te achten, maar door voor ieder product een boete te verlangen, wordt het beding oneerlijk in de zin van de richtlijn. Het beding is daarom vernietigbaar en [partij Z] is geen boete verschuldigd.
8. De door E.On mede gevorderde kosten ad € 10,00 en € 25,00 zijn in het geheel niet onderbouwd, zodat die niet toewijsbaar zijn. De buitengerechtelijke incassokosten zullen ook worden afgewezen, nu de incassowerkzaamheden gericht zijn geweest op de inning van een te hoog bedrag. De rente, verschuldigd wegens de vertraagde betaling, zal op na te melden wijze worden toegewezen.
9. Nu partijen over en weer op enige punten in het ongelijk worden gesteld, zullen tussen hen de proceskosten worden verdeeld, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
DE BESLISSING
De kantonrechter:
veroordeelt [partij Z] om tegen bewijs van kwijting aan E.On te betalen een bedrag van € 5,91 vermeerderd met de wettelijke rente over € 36,99 vanaf 27 juni 2009 tot de dag der algehele voldoening;
bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt;
wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. Kool, kantonrechter, en uitge¬spro¬ken ter open¬bare terechtzitting van 13 januari 2010, in tegenwoordigheid van de grif¬fier.