ECLI:NL:RBMID:2010:BL5612
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Geschil over verkeerde levering van kledingstukken tussen Gorilli en [gedaagde in conventie]
In deze zaak, die voor de Rechtbank Middelburg is behandeld, draait het om een geschil tussen de vennootschap onder firma Gorilli en een gedaagde in conventie, die tevens eiser is in een deels voorwaardelijke reconventie. Het geschil betreft de verkeerde levering van kledingstukken en de vraag of de gedaagde het recht had om niet verkochte kledingstukken retour te zenden. De rechtbank heeft op 17 februari 2010 uitspraak gedaan in deze zaak, die is geregistreerd onder rolnummer 61946 / HA ZA 08-122.
De procedure begon met een tussenvonnis op 15 juli 2009, gevolgd door een comparitie van partijen op 18 november 2009. Tijdens deze comparitie werd geen regeling bereikt, waarna de rechtbank het geschil verder heeft beoordeeld. De gedaagde in conventie stelde dat hij recht had op retourzending van kledingstukken op basis van een e-mail van Gorilli van 10 mei 2007, waarin een afspraak werd gemaakt over de retourzending van niet verkochte items. Gorilli betwistte echter dat er een dergelijke afspraak was gemaakt en stelde dat de gedaagde de e-mail onjuist interpreteerde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de uitleg van de e-mail van 10 mei 2007 in lijn is met de uitleg die de gedaagde eraan gaf. De rechtbank oordeelde dat Gorilli ten onrechte de retourzending van de zomerkleding had geweigerd en dat de gedaagde recht had op creditering van een factuur. Daarnaast werd het beroep op verrekening van een bedrag van € 117,81 door de gedaagde afgewezen, omdat hij niet kon bewijzen dat hij de spijkerbroeken had geretourneerd.
De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de kwaliteit van de geleverde kleding ter discussie staat en dat de gedaagde moet bewijzen dat de kleding gebreken vertoont die non-betaling van de factuur rechtvaardigen. De zaak is aangehouden voor verdere bewijslevering en de benoeming van een deskundige om de kwaliteit van de kleding te beoordelen. De rechtbank heeft partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de wenselijkheid van een deskundigenbericht en de persoon van de voorgestelde deskundige.