vonnis
RECHTBANK MIDDELBURG
64506 / HA ZA 08-43222 april 2009
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 64931 / HA ZA 08-497
Vonnis van 27 januari 2010
de besloten vennootschap
[eiseres in conventie, verweerste[eiseres in conventie, verweerster in reconventie],
gevestigd te Goes,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. K. van Overloop te Goes,
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie],
wonende te Ellewoutsdijk, gemeente Borsele,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. P.E. van Zon te Goes.
Partijen zullen hierna [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] genoemd worden.
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
het tussenvonnis van 7 januari 2009;
de processen-verbaal van comparitie van 10 maart 2009 en 3 juni 2009.
De comparitie is vervolgens aangehouden in verband met overleg tussen partijen over een minnelijke regeling. Omdat partijen geen overeenstemming hadden bereikt, is verzocht om vonnis te wijzen.
Bij brief van 23 juni 2009 zijn door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] beslagstukken overgelegd.
De feiten
in conventie en in reconventie
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft voor [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] verschillende werkzaamheden uitgevoerd. Bij brief van 28 augustus 2007 heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] een opdrachtbevestiging gezonden aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie]. Hierin is onder meer opgenomen:
“De betalingstermijn is stipt 14 dagen na factuurdatum (…). Voor de goede orde wijzen wij u er op dat bij niet tijdige betaling wij ons het recht voorbehouden de rechtsbijstand op te schorten c.q. te beëindigen en dat wij in spoedeisende situaties een kortere betalingstermijn kunnen hanteren.”
2.2. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft een nota gezonden aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voor werkzaamheden verricht in het kader van een kort geding. Er is vervolgens in maart 2008 tussen [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een betalingsregeling getroffen voor het op dat moment openstaande bedrag. Na aflossing van € 200,--, resteerde een bedrag van
€ 3.702,36, op welk bedrag door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] verder niet is afgelost.
2.3. Bij brief van 13 maart 2008 heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een opdrachtbevestiging gestuurd voor het verrichten van werkzaamheden in de bodemprocedure, welke brief voor akkoord en voor ontvangst van de algemene voorwaarden is ondertekend door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en [betrokkene]. Ter zake deze werkzaamheden heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een factuur d.d. 8 september 2008 gestuurd voor een bedrag van € 8.704,47. Dit bedrag is onbetaald gebleven.
2.4. Bij brief van 8 september 2008 heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] onder meer medegedeeld dat voor de werkzaamheden in kort geding en in de bodemprocedure nog een bedrag moet worden betaald van € 12.406,83 in totaal. Voorts is in deze brief vermeld:
“Helaas moeten wij – voor zover nog nodig – u dringend doch voor een laatste keer sommeren de vorderingen te voldoen. Hierbij sommeer ik u dan ook binnen 5 dagen na heden een bedrag ad
€ 12.406,83 te betalen (…), bij gebreke waarvan wij ons vrij achten.”
Het geschil
in conventie
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te voldoen:
een bedrag van € 12.406,83, te vermeerderen met de wettelijke rente;
een bedrag van € 1.861,02 aan buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente;
de kosten van de procedure, waaronder de beslagkosten van € 398,15 inclusief BTW, vermeerderd met de wettelijke rente en de nakosten, begroot op € 131,--.
3.2. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] stelt hiertoe dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] het bedrag van € 12.406,83 verschuldigd is uit hoofde van de overeenkomsten gesloten ter zake het kort geding en de bodemprocedure. Ondanks diverse telefonische en schriftelijke sommaties is het verschuldigde bedrag niet betaald. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is coulant geweest omdat zij wist dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in zwaar weer verkeerde. Op 8 september 2008 is een gesprek geweest tussen [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en mr. Van Overloop en toen bleek dat anderen wel hun geld kregen en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet. De vorderingen heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] nimmer betwist. Pas bij brief van 8 december 2008 heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] kenbaar gemaakt dat de declaratie van
€ 8.704,77 te hoog zou zijn. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is rechtens in verzuim. Conform de toepasselijke algemene voorwaarden zijn buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft zich genoodzaakt gezien om op 2 oktober 2008 conservatoir beslag te leggen op de in (mede)eigendom zijnde onroerende zaak en roerende zaken van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie]. De klachtenprocedure is neergelegd in de algemene voorwaarden van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie], maar deze procedure is in de overeenkomsten met [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet van toepassing verklaard. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft de overeenkomst met [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zorgvuldig beëindigd. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is niet bevoegd tot opschorting nu er sprake is van verzuim zijdens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie].
3.3. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voert verweer. Voor wat betreft de nota ter zake de werkzaamheden verricht in kort geding, voert hij aan dat hij geen partij was in deze zaak. Weliswaar heeft hij zijn handtekening gezet op de opdrachtbevestiging van 12 maart 2007, maar hij heeft zich toen niet direct afgevraagd waarom zijn handtekening noodzakelijk was voor een opdracht die zijn echtgenote had gegeven. Hij is onder huwelijkse voorwaarden gehuwd en derhalve niet hoofdelijk aansprakelijk voor de kosten verbonden aan deze opdracht.
Ten aanzien van de nota ter zake de werkzaamheden verricht in de bodemprocedure, stelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dat hij de hoogte van deze nota betwist. Voor wat betreft deze kosten wordt de voorgeschreven klachtenprocedure van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gevolgd. Afhankelijk van het resultaat van die procedure zal een begrotingsprocedure geëntameerd worden. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft nooit (eerder) de nota betwist omdat hij eerst op 8 september 2008 is geconfronteerd met de kosten van de bodemprocedure, ongeveer een half jaar nadat de werkzaamheden gestart zijn. Nu de werkzaamheden in kort geding en in de bodemprocedure twee aparte opdrachten betreft, had een aparte ingebrekestelling dienen te worden gestuurd voor de factuur ten aanzien van de bodemprocedure. Dit is nagelaten. Bovendien is in de algemene voorwaarden een betalingstermijn van veertien dagen opgenomen, terwijl [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] slechts een periode van vijf dagen was gegund om te betalen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] kan derhalve niet worden gehouden aan deze betalingstermijn. In de sommatie is ook niet aangegeven wat de consequenties zouden zijn van niet-betaling. Kort na 13 september 2008 vernam [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] eerst van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dat zij hem niet langer bij zou staan in zijn procedure. Op 17 september 2008, toen [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de opdracht beëindigde, was [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet in verzuim omdat een onjuiste betalingstermijn was gehanteerd. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft zijn prestatie, betaling van de factuur, opgeschort, enerzijds omdat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ten onrechte de overeenkomst heeft ontbonden, anderzijds omdat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de factuur ten aanzien van de bodemprocedure betwist.
3.4 [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt dat er met betrekking tot de nota voor de werkzaamheden in de bodemprocedure geen ingebrekestelling is verstuurd en dat rauwelijks is overgegaan tot het doen leggen van beslag op de levende handelsvoorraad van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en het onroerend goed dat hem gedeeltelijk in eigendom toebehoort. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vordert opheffing van het beslag. Zoals in conventie is aangegeven, is de vordering die [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] meent te hebben, illusoir. Voorts vordert [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] veroordeling van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] tot betaling van de schade ad € 5.677,50 die [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft geleden als gevolg van het ten onrechte gelegde beslag. Deze kosten betreffen onder meer de kosten van het verzorgen van de vogels die als gevolg van het beslag niet konden worden verkocht, inkomstenderving en waardevermindering van de vogels. De omvang van de schade is voor het overige nog niet geheel duidelijk, zodat hiervoor de schadestaat procedure dient te worden gevoerd.
3.5 [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] betwist dat er sprake is van rauwelijkse beslaglegging. Er is diverse malen gesommeerd. De deken heeft per brief van 15 september 2008 toestemming verleend om over te gaan tot conservatoire maatregelen. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] betwist voorts dat er een aparte ingebrekestelling diende te worden gestuurd omdat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ook voor wat betreft de nota van 8 september 2008 van € 8.704,77 in gebreke werd gesteld. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] wist al geruime tijd dat er veel noodzakelijke uren waren geschreven. De stelling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dat pas op 8 september 2008 voor het eerst een schatting zou zijn gegeven van de kosten acht zij onbegrijpelijk. Dat er een kortere betalingstermijn is vergund, kan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet baten omdat hij reeds geruime tijd in verzuim was en omdat in de opdrachtbevestiging is opgenomen dat in spoedeisende situaties een kortere betalingstermijn gehanteerd kan worden. Er is sprake van spoed omdat opeens bleek dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] anderen wel had betaald en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet. Ook had hij een forse voorraad vogels aangeschaft, bestemd voor de verkoop, en daarin zag [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] een voor beslag vatbare verhaalsmogelijkheid. Indien er een termijn van veertien dagen zou gelden, dan biedt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dat ook geen soelaas, nu hij nog steeds niet heeft betaald. Ook een termijn van veertien dagen had dan niet uitgemaakt, nu de beslagen pas op 2 oktober 2008 werden gelegd. De beslagen zijn voldoende zorgvuldig tot stand gekomen. Opheffing van het beslag is niet aan de orde. Er is geen reden voor toewijzing van een vergoeding voor schade die [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zou hebben geleden als gevolg van het beslag. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] betwist voorts de schade. De schade is niet voldoende onderbouwd.
De beoordeling
in conventie
Het verweer van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dat hij geen opdracht heeft gegeven voor de werkzaamheden in kort geding als bedoeld onder 2.1. omdat hij geen partij was bij dit kort geding, wordt verworpen. Uit het bij de conclusie van antwoord in reconventie gevoegde vonnis in kort geding van 2 oktober 2007 blijkt dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zelf partij was in dit kort geding. Uit de als productie 14 van deze conclusie overgelegde brief van 20 augustus 2008 van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] blijkt dat de onder 2.1. bedoelde nota op dit kort geding betrekking heeft. Bovendien staat als niet weersproken vast dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de eveneens onder 2.1. bedoelde betalingsregeling heeft ondertekend en ook deels is nagekomen. Nu [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de hoogte van de nota niet betwist, wordt de vordering tot het bedrag van € 3.702,36 toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente.
Ten aanzien van de nota voor de werkzaamheden in de bodemprocedure wordt het volgende overwogen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] kondigt aan dat hij de hoogte van de nota zal betwisten. Deze betwisting onderbouwt hij thans niet, maar hij zal hiervoor de klachtenprocedure van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] volgen en afhankelijk van de resultaten hiervan, een begrotingsprocedure starten. Wat ook zij van de toepasselijkheid van deze klachtenprocedure, de civiele rechter is niet bevoegd kennis te nemen van een vordering tot betaling van declaraties van een advocatenkantoor, indien de cliënt uitsluitend verweer voert tegen de hoogte van de declaratie. Dan dient de begrotingsprocedure op grond van artikel 32 Wet tarieven in burgerlijke zaken te worden gevolgd. De civiele rechter is alleen bevoegd indien de cliënt (ook) andere soorten verweer voert. In dat geval dient de civiele rechter - in ieder geval indien sprake is van verstrekkende weren die tot volledige afwijzing van de vordering zouden kunnen leiden - eerst op die andere weren te beslissen en vervolgens zijn beslissing aan te houden totdat een begrotingsprocedure bij de Raad van Toezicht is gevoerd. Indien alleen verweer wordt gevoerd tegen de hoogte van de declaratie dient de civiele rechter zich onbevoegd te verklaren.
4.3. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voert naast het verweer tegen de hoogte van de declaratie, het verweer dat geen juiste betalingstermijn door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in acht is genomen en dat hij niet op behoorlijke wijze in gebreke is gesteld ten aanzien van de kosten in de bodemprocedure. Vast staat dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] betalingstermijn heeft gehanteerd van vijf dagen. Uit de toepasselijke algemene voorwaarden volgt dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] een betalingstermijn van veertien dagen hanteert. Weliswaar is in de opdrachtbevestiging van 28 augustus 2007 opgenomen dat deze betalingstermijn ook korter kan zijn, maar deze uitzondering is niet opgenomen in de opdrachtbevestiging van 13 maart 2008 ter zake de werkzaamheden in de bodemprocedure. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft dus een te korte betalingstermijn gehanteerd. Dit maakt echter niet dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zelf in verzuim is. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft tot op heden niet betaald, dus ook niet na het verstrijken van een termijn van veertien dagen na de nota van 8 september 2008. Na die veertien dagen was [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in ieder geval – door het verstrijken van de (fatale) betalingstermijn op grond van de algemene voorwaarden – rechtens in verzuim. Een ingebrekestelling was derhalve niet noodzakelijk. Nu het beslag ook pas is gelegd op 2 oktober 2008, wordt het verweer dat ten onrechte een kortere betalingstermijn is gehanteerd, gepasseerd bij gebrek aan belang zijdens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie]. De zaak zal ten aanzien van de vordering tot betaling van de onder 2.2. bedoelde nota, worden verwezen naar na te noemen (parkeer)rolzitting, in afwachting van de uitkomst van de begrotingsprocedure. De vordering tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten wordt, gelet op de samenhang met de uitkomst van de begrotingsprocedure, eveneens aangehouden.
in reconventie
4.4. De vordering tot opheffing van het beslag wordt afgewezen. Uit het voorgaande blijkt dat geen sprake is van onrechtmatige beslaglegging. De gevorderde schadevergoeding wordt dan ook afgewezen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] wordt als de in het ongelijk gestelde partij, veroordeeld in de proceskosten. De kosten gevallen aan de zijde van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] worden begroot op € 576,-- (1/2 x 3 punten x tarief I € 384,--).
De beslissing
De rechtbank
in conventie
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te betalen het bedrag van € 3.702,36 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf vijftien oktober 2008 tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
houdt de beslissing voor het overige aan en verwijst de zaak naar de rolzitting van 6 oktober 2010 teneinde partijen in de gelegenheid te stellen zich uit te laten over de (uitkomst van de) begrotingsprocedure;
in reconventie
wijs de vorderingen af;
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de proceskosten gevallen aan de zijde van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie], tot op heden begroot op €576,--.
Dit vonnis is gewezen door mr. T. van de Poll en in het openbaar uitgesproken op 27 januari 2010.