ECLI:NL:RBMID:2010:BL5553
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering in vrijwaring met betrekking tot koopovereenkomst en niet-ontvankelijkheid
In deze zaak vordert eiser, wonende te Goes, dat gedaagde in vrijwaring wordt veroordeeld om aan eiseres in vrijwaring te betalen wat eiseres in de hoofdzaak zal worden veroordeeld. De vordering is gebaseerd op een eerdere koopovereenkomst van een woning die eiser niet is nagekomen. Eiser heeft de woning gekocht van [betrokkene] maar heeft niet meegewerkt aan de levering. Na een ingebrekestelling door [betrokkene] heeft deze de koopovereenkomst ontbonden en een boete van € 24.400,-- geëist. Eiser heeft vervolgens gedaagden in vrijwaring opgeroepen, maar gedaagden betwisten de ontvankelijkheid van eiser in zijn vordering. De rechtbank heeft de procedure beoordeeld en vastgesteld dat eiser niet-ontvankelijk is in zijn vordering jegens gedaagde sub 2, omdat hij deze niet overeenkomstig de wettelijke bepalingen in vrijwaring heeft opgeroepen. De rechtbank heeft ook het beroep van gedaagde sub 1 op de nietigheid van de dagvaarding beoordeeld. Hoewel de dagvaarding niet voldeed aan de eisen van artikel 111 lid 2 Rv, heeft de rechtbank geoordeeld dat gedaagde sub 1 voldoende op de hoogte was van de feiten en gronden van de vordering om verweer te kunnen voeren. De zaak is vervolgens verwezen naar de rolzitting voor het nemen van de conclusie van repliek door eiser, waarna gedaagde sub 1 de gelegenheid krijgt voor dupliek. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan.