ECLI:NL:RBMID:2009:BL0948

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
16 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
70140/FA RK 09-1325 en 61422 / FA RK 08-168
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Adoptieverzoek en gezag over minderjarigen na echtscheiding

In deze zaak hebben de man en de vrouw, die eerder met elkaar gehuwd waren, de rechtbank verzocht om de adoptie van hun minderjarige kinderen door de man uit te spreken. Daarnaast vroegen zij om de inschrijving van de geboorteakten van de kinderen in de registers van de burgerlijke stand en om te bevestigen dat de geslachtsnaam van de kinderen de achternaam van de man zal zijn. De rechtbank heeft de verzoeken behandeld tijdens een zitting op 9 november 2009, waarbij de relevante feiten en omstandigheden zijn besproken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man en de vrouw de intentie hebben gehad om de minderjarigen samen op te voeden, ondanks dat zij niet meer gehuwd zijn en niet samenleven. De rechtbank heeft de adoptie toegewezen, omdat het in het belang van de minderjarigen is om de juridische band met de man te bevestigen, gezien zijn rol als vader. Tevens heeft de rechtbank gelast dat de geboorteakten van de kinderen worden ingeschreven in de registers van de gemeente 's-Gravenhage en dat de geslachtsnaam van de kinderen de achternaam van de man zal zijn. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

Uitspraak
Zaak/reknr: 70140 / FA RK 09-1325 en 61422 / FA RK 08-168 blad 2
RECHTBANK MIDDELBURG
Sector civiel recht
65853 08-1591
zaak/reknr: 70140 / FA RK 09-1325 (primaire verzoek tot adoptie)
zaak/reknr: 61422 / FA RK 08-168 (subsidiaire verzoek tot gezamenlijk gezag)
beschikking d.d. 16 december 2009
[eiseres] (hierna: de vrouw),
wonende te Middelburg,
verzoekster inzake FA RK 09-1325 en FA RK 08-168,
advocaat inzake FA RK 09-1325: mr. W.T.J. Schieman te Middelburg,
advocaat inzake FA RK 08-168: mr. M.W. Dieleman te Middelburg,
en:
[gedaagde] (hierna: de man),
wonende te Grijpskerke, gemeente Veere,
verzoeker inzake FA RK 09-1325,
verweerder inzake FA RK 08-168,
advocaat inzake FA RK 09-1325 en FA RK 08-168: mr. W.T.J. Schieman te Middelburg.
1. Het procesverloop
1.1. De rechtbank oordeelt inzake FA RK 09-1325 op grond van de navolgende stukken:
- het adoptie-verzoekschrift;
- de brief d.d. 10 augustus 2009 van mr. Schieman;
- de door mr. Schieman overgelegde verklaringen d.d. 16 oktober 2009;
- de brief d.d. 2 november 2009 van mr. Schieman, met aanvullende stukken;
1.2 De rechtbank oordeelt inzake FA RK 08-168 op grond van de navolgende stukken:
- haar beschikking d.d. 3 september 2008 en de daarin genoemde stukken;
- de aanvullende toelichting op het verzoek tot het bekleden met gezamenlijk gezag met aanvullende stukken van mr. Schieman, ingekomen bij de rechtbank op 10 oktober 2008;
- het proces-verbaal van de zitting d.d. 20 oktober 2008;
- de brief d.d. 20 oktober 2009 van mr. Schieman;
1.3 De verzoeken zijn behandeld ter zitting van 9 november 2009.
2. De feiten
2.1 Verzoekers zijn met elkaar gehuwd geweest. Bij beschikking van deze rechtbank d.d. 3 september 2008 is de echtscheiding in hun huwelijk uitgesproken. Deze beschikking is op 15 december 2008 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente Middelburg.
2.2 Verzoekers hebben de Nederlandse nationaliteit.
2.3 Bij beslissing van deze rechtbank d.d. 5 september 1995 is uitgesproken de adoptie van
[kind 1], geboren te São José da Lage (Brazilië) op 10 september 1993, door verzoekers.
2.4 Verzoekers hebben het gezamenlijk gezag over de onder 2.3 genoemde minderjarige. 2.5 De vrouw heeft de navolgende minderjarige kinderen alleen geadopteerd:
[kind 2], geboren te São José do Cerrito SC (Brazilië) op 18 maart 1997;
[kind 3], geboren te Campos Novos-SC (Brazilië) op 20 juni 1999;
[kind 4], geboren te Campos Novos-SC (Brazilië) op 13 augustus 2000;
[kind 5], geboren te São José do Cerrito SC (Brazilië) op 9 maart 2002.
2.6 De vrouw heeft het gezag over de onder 2.5 genoemde minderjarigen.
3. De beoordeling
3.1 De man en de vrouw verzoeken de rechtbank primair (inzake FA RK 09-1325) de adoptie uit te spreken van de hiervoor onder 2.5 genoemde minderjarigen door de man, alsmede de inschrijving van de akten van geboorte van voornoemde minderjarigen in de daartoe bestemde registers van de burgerlijke stand te gelasten en te verstaan dat zij hebben verklaard dat de geslachtsnaam van voornoemde minderjarigen [achternaam man] zal zijn. De man verzoekt de rechtbank subsidiair (inzake FA RK 08-168) om hem, tezamen met de vrouw, met het gezag over de hiervoor onder 2.5 genoemde minderjarigen te belasten .
3.2 De rechtbank heeft de in deze beschikking vermelde geboortedata en - plaats van de minderjarigen overgenomen uit de desbetreffende bescheiden, voor zover nodig met dienovereenkomstige rectificatie van bovengenoemde verzoekschriften.
3.3 De rechtbank overweegt als volgt.
3.3.1 Adoptie;
In artikel 1:227 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) is bepaald dat een verzoek tot adoptie door de adoptant die echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel van de ouder is, slechts kan worden gedaan indien de adoptant en de ouder, ten minste drie aaneengesloten jaren onmiddellijk voorafgaande aan de indiening van het verzoek met elkaar hebben samengeleefd. Hoewel in de onderhavige situatie niet aan deze voorwaarde is voldaan, het huwelijk van de man en de vrouw was immers reeds voor indiening van het adoptieverzoek ontbonden en zij leefden ten tijde van de indiening van het adoptieverzoek niet meer samen, is de rechtbank, gelet op hetgeen uit de overgelegde stukken is gebleken en hetgeen ter zitting naar voren is gekomen, van oordeel dat verzoekers desondanks in hun verzoek kunnen worden ontvangen.
De rechtbank acht daarvoor, onder verwijzing naar de overwegingen van rechtbank ’s-Gravenhage in haar beschikking d.d. 24 januari 2007, 258101 FA RK 06-370, het navolgende van belang. Adoptie is in het Nederlands recht geïntroduceerd als een maatregel van kinderbescherming. Het belang van het kind dient daarbij de voornaamste overweging te zijn. Door adoptie is het mogelijk om de, vaak reeds feitelijk bestaande, band tussen een kind en degene(n) die dat kind duurzaam als ouders (wensen te) verzorgen en opvoeden, juridisch te erkennen en beschermen.
In artikel 1:227 lid 2 BW is een samenlevingstermijn opgenomen om zoveel mogelijk te bewerkstelligen dat het kind in een bestendig en duurzaam gezinsverband terecht komt. De man en de vrouw hebben aangegeven dat zij steeds de intentie hebben gehad om de tot hun gezin behorende minderjarigen samen op te voeden en te verzorgen en beiden juridisch ouder van de minderjarigen te worden. Zoals hiervoor is vermeld, hebben zij in 1995 tezamen de onder 2.3 genoemde minderjarige geadopteerd. Toen in 2003, vanwege de leeftijd van de man, interlandelijke adoptie van de hiervoor onder 2.5 genoemde minderjarigen (hierna: de minderjarigen) door de man en de vrouw tezamen niet mogelijk bleek, hebben zij afgesproken dat de vrouw de minderjarigen alleen zou adopteren, waarna de man door eenouderadoptie in Nederland ook het juridisch ouderschap over de minderjarigen zou verkrijgen. De man en de vrouw hebben vervolgens van 3 november 2003 tot 22 oktober 2008 met de minderjarigen in gezinsverband samengeleefd. Tot de bedoelde eenouderadoptie is het tijdens het huwelijk van partijen echter niet meer gekomen. Ook na het feitelijk uiteengaan hebben zij evenwel steeds op de voet van gelijkwaardig ouderschap gezamenlijk zorg gedragen voor de opvoeding en verzorging van de minderjarigen. De minderjarigen zien de man en de vrouw als hun ouders en voeren in de praktijk reeds de geslachtsnaam van de man. De man en de vrouw vinden het zeer onwenselijk dat de huidige juridische situatie niet overeenstemt met de feitelijke vaderrol die de man in het leven van de kinderen heeft en hetgeen hen bij de adoptie in 2003 voor ogen stond. Zij achten het bovendien in het belang van de minderjarigen dat hun positie ten opzichte van de man en de vrouw in familierechtelijke en erfrechtelijke zin dezelfde zal zijn als die van de onder 2.3 genoemde, door verzoekers tezamen geadopteerde, minderjarige. In het licht van het vorenstaande is de rechtbank met verzoekers van oordeel dat de enkele omstandigheid dat de man en de vrouw thans niet meer gehuwd zijn en niet meer samenleven niet aan de verzochte adoptie in de weg mag staan. Bij de beoordeling van het adoptieverzoek dient het belang van de minderjarigen immers de voornaamste overweging te zijn en de rechtbank is met de man en de vrouw van oordeel dat juridische bevestiging en bescherming van de vaderrol van de man onder de gegeven omstandigheden in het belang van de minderjarigen moet worden geacht.
Nu is gebleken dat de man en de vrouw steeds de intentie hebben (gehad) om de minderjarigen samen als ouders te verzorgen en op te voeden, wordt de verzochte adoptie in het kennelijk belang van de minderjarigen geacht. Nu voldoende vast is komen te staan dat de minderjarigen nu en in de toekomst niets (meer) van hun oorspronkelijke ouder(s) in de hoedanigheid van ouder te verwachten hebben (eventuele familierechtelijke betrekking met de biologische ouder(s) van de minderjarigen zijn immers reeds verbroken door de adoptie van de minderjarigen door de vrouw) en ook aan de in artikel 1:228 BW genoemde voorwaarden voor adoptie is voldaan, zal het verzoek tot adoptie worden toegewezen.
3.3.2 Inschrijving akten van geboorte;
De rechtbank zal de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente 's-Gravenhage op de voet van artikel 1:25 lid 5 BW gelasten de als productie 12 bij het verzoekschrift tot echtscheiding (FA RK 08-168) overgelegde akten van geboorte van de minderjarigen [inschrijvingsnummers] in te schrijven in het register van geboorten van de gemeente ’s-Gravenhage, nu de man en de vrouw ter zitting hebben aangegeven dat deze akten nog niet in de daartoe bestemde registers van de burgerlijke stand zijn ingeschreven.
3.3.3 Geslachtsnaam;
Het verzoek te verstaan dat verzoekers op 16 oktober 2009 schriftelijk hebben verklaard dat de geslachtsnaam van voornoemde minderjarigen[achternaam man] zal zijn, zal in het licht van het bepaalde in artikel 1:5 lid 3 en lid 8 BW worden toegewezen, nu uit de overgelegde akten
van geboorte van de minderjarigen is gebleken dat de daarin vermelde geslachtsnaam van de minderjarigen [achternaam man-vrouw] is en derhalve afwijkt van de geslachtsnaam van het eerste, hiervoor onder 2.3 genoemde, kind tot wie beide ouders in familierechtelijke betrekking staan.
3.3.4 Gezag;
Nu de primaire verzoeken zullen worden toegewezen en de man door de adoptie van de minderjarigen van rechtswege, tezamen met de vrouw, met het gezag over de minderjarigen zal worden belast, komt de rechtbank niet toe aan de beoordeling van het subsidiaire verzoek.
3.3.5 Proceskosten;
De rechtbank zal, gelet op de aard van de procedures, zowel inzake FA RK 09-1325 als inzake FA RK 08-168 de proceskosten tussen partijen compenseren zodat iedere partij de eigen kosten draagt.
4. De beslissing
De rechtbank:
spreekt uit de adoptie van:
[kind 2], geboren te São José do Cerrito SC (Brazilië) op 18 maart 1997;
[kind 3], geboren te Campos Novos-SC (Brazilië) op 20 juni 1999;
[kind 4], geboren te Campos Novos-SC (Brazilië) op 13 augustus 2000;
[kind 5], geboren te São José do Cerrito SC (Brazilië) op 9 maart 2002;
door [de man];
gelast de inschrijving van de als productie 12 bij het verzoekschrift tot echtscheiding (FA RK 08-168) overgelegde akten van geboorte van de minderjarigen [inschrijvingsnummers] in het register van geboorten van de gemeente ’s-Gravenhage;
gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente 's-Gravenhage een latere vermelding van de adoptie aan de daarvoor in aanmerking komende akten toe te voegen;
verstaat dat verzoekers hebben verklaard dat de minderjarigen de geslachtsnaam [achternaam man] zullen dragen;
compenseert - zowel inzake FA RK 09-1325 als in FA RK 08-168 - de proceskosten zo dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. S. Kuypers in tegenwoordigheid van de griffier mr. J.J. Visser-Hendriks en uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 16 december 2009.